Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019010011 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV B.A.S.F. Antwerpen N.V. met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Scheldelaan 100E 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 20sectie D nr. 26C |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
De uitbreiding van het bestaande gebouw E112 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 30 januari 1992 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (referentienummer: HV/1991/B/18/78818-91/651) voor een controle- en sociaalbouw (bouw E112).
- Op 29 oktober 1992 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (referentienummer: HV/1992/B/18/80287-92/166) voor de wijziging van het controlegebouw (E122).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaand gebouw.
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Insteekdok 3 en het Kanaaldok B3 – Gebied voor waterweginfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. De hemelwaterafvoeren van het nieuwe volume zullen aangesloten worden op de bestaande afvoerbuizen of aflopen op het plat dak van het bestaand gebouw E112. De bestaande afvoerbuizen zorgen voor een gescheiden afvoer van het hemelwater naar het koelwatercircuit op de site. Dit hemelwater wordt dus herbruikt als koelwater voor de installaties.
Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd op het aspect infiltratie en vertraagde afvoer. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorziening, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.
De aanvrager vraagt de afwijking met als motivatie de onmiddellijke nabijheid van de dokken waardoor er weinig meerwaarde is om te infiltreren vermits er zo weinig invloed is op grondkwaliteit en grondwaterreserves. Het overige hemelwater watert af naar de dokken waardoor buffering en vertraagde afvoer weinig zinvol zijn. De gevraagde afwijkingen kunnen gunstig worden geadviseerd voor zover op bestaande afvoerpunten naar de dokken wordt aangesloten.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is nietvan toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Vrij centraal op een grootschalige industriële bedrijfssite in het noorden van de Antwerpse haven wordt op het blokveld D 26C een bestaand gebouw waarin controle- en sociale ruimten zijn ondergebracht (E112) uitgebreid. Het bestaande gebouw bestaat uit één bouwlaag. Hier bovenop wordt een nieuw volume voorzien met een oppervlakte van circa 270 m² (13 meter x 20,8 meter). De nieuwe totale maximale hoogte van het gebouw bedraagt circa 9,20 meter. Het nieuwe volume wordt ingericht met kleedruimtes, sanitair, berging en technieken en is toegankelijk via een nieuwe buitentrap. Voor het plaatsen van de buitentrap dient eerst de bestaande fietsenstalling afgebroken te worden en dient verharding met een oppervlakte van 20,3 m² uitgebroken te worden. Op het gelijkvloers wordt de bestaande kleedruimte met een oppervlakte van ca. 80 m² omgebouwd tot een bureel en vergaderzaal. In de noord- en oostgevel worden hiervoor in totaal vijf nieuwe ramen voorzien. De vergaderzaal met een oppervlakte van ca. 12m² is niet voorzien van ramen en krijgt geen daglicht. Uit de aanvraag kan niet worden afgeleid of de wanden tussen de vergaderzaal en het bureel al dan niet licht doorlaten.
Ten noorden van het gebouw wordt naast de nieuwe buitentrap een luifel voorzien voor het stallen van fietsen. De luifel heeft een diepte van circa 3 meter en een lengte van circa 13,7 meter.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag betreft een interne verbouwing, de uitbreiding van een gebouw met een extra bouwlaag en de beperkte uitbreiding met een buitentrap en een luifel. De bijkomend ingenomen vrije ruimte is aldus beperkt.
Visueel – vormelijke elementen
Het nieuwe volume bestaat uit wanden in gewapend metselwerk met een gewapende betonplaat als dakconstructie. De gevel wordt afgewerkt met grijze gevelbeplating.
Ter hoogte van de nieuwe buitentrap wordt een nieuwe fundering met palen voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van brandweer/risicobeheer/preventie.
Advies van het college
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt gunstig advies gegeven. Aanbevolen wordt de tussenwanden tussen het bureel en de vergaderzaal in lichtdoorlatende invulwanden te realiseren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
5 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
7 maart 2019 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |