Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018128345 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Dieter Vermandere met als adres Arendstraat 10 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Arendstraat 10 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1262F15 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van de dakverdieping en dakterras |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/06/1925: vergunning (1925#21231) voor binnenveranderingen;
- 27/03/1929: vergunning (1929#32555) voor binnenveranderingen.
Laatst vergunde toestand
- inventaris eengezinswoning in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder hellend dak met achterbouw;
- lijstgevel met een conventionele neoclassicistische afwerking: bepleisterd en witgeschilderd parement, houten kroonlijst, hardstenen plint, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, imitatievoegen op de begane grond;
- kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk 10,33 en 13,35 m;
- de bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt aan de rechterzijde 13,37 m en aan de linkerzijde 11,25 m;
- links achteraan het perceel bevindt zich een verharde koer van 5,9 m2.
Bestaande toestand
- het buitenschrijnwerk is voorzien in donkerblauw geschilderd hout;
- het schuin dak bestaat uit rode dakpannen;
- boven de voordeur bevindt er zich een balkon in smeedijzer;
- in het schuin dak werd achteraan een kleine dakuitbouw voorzien;
- het plat dak van de achterliggende uitbouw is ingericht als dakterras.
Inhoud van de aanvraag
- het verbouwen van de dakverdieping aan de achtergevel:
- de voorgevel zal enkel worden opgefrist;
- de rest van het pand blijft ongewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
4 januari 2019 |
28 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
4 januari 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Arendstraat.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich tot een beperkte uitbreiding van het bestaande dakvolume aan de achterzijde en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen
De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 28 november 2014.
Om bovenstaande redenen werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en laat zich als volgt samenvatten:
Het pand in kwestie heeft een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde in de wijk Zurenborg. Het behoort tot de authentieke bebouwing, nl typisch eind 19de-eeuwse burgerwoningen. Dezelfde vorm en structuur als moment van ontstaan zijn nog afleesbaar. Het draagt bij aan het algemene homogene eind 19e eeuwse straatbeeld dat men nastreefde in de wijk Zurenborg (oostkwartier). Het werd opgericht volgens de standaard neoclassicistische indeling en decoratie. Wel kunnen we stellen dat er vooral is geïnvesteerd in het straatbeeld en minder in de bouw en achtergevels. Alle huizen van het neoclassicistische ensemble kregen een andere gevelafwerking, wellicht om te voorkomen dat potentiële kopers of huurders al op het eerste zich zagen dat het hier om (goedkopere) reeksbouw ging. Alle huizen tellen drie traveeën, nummers 6 en 8 kregen twee bouwlagen, nummers 10 en 12 zijn een bouwlaag hoger, overal zadeldaken.
De achterzijde van de panden nummers 10 en 12 telt slechts twee bouwlagen onder zadeldak.
De geplande werken werden voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg. De aanvraag voldoet aan artikel 5§1 en 5§2 van de stedelijke bouwcode.
Het pand heeft een stadslandschappelijke waarde. Enerzijds wordt er ingezet op het behoud van volume, schaal en korrel. Het aanpassen van de kroonlijsthoogte van de achtergevel tot op gelijkwaardige hoogte als de kroonlijst aan de straatzijde doet hier geen afbreuk aan en is dan ook aanvaardbaar.
Anderzijds is bijzondere aandacht voor de gevel. Gezien de architecturale -en esthetische waarde van het herenhuis worden voorwaarden opgelegd m.b.t. het buitenschrijnwerk in de voorgevel en het gevelparement:
- het schrijnwerk (ramen + voordeuren, kroonijst) dient in eenzelfde uniforme kleur te worden geschilderd.
- de voorgevel dient in een witte kleur te worden geschilderd, de blauwe hardstenen onderdelen uitgezonderd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de archieven werd geen vergunning teruggevonden voor het dakterras. Uit het fotomateriaal blijkt dat de bestaande dakuitbouw die toegang tot het terras verschaft, een andere architectuurtaal heeft dan die van het hoofdgebouw. Hieruit wordt geconcludeerd dat de dakuitbouw en dus ook het dakterras later werden toegevoegd.
De aanwezigheid van het dakterras wordt echter gunstig beoordeeld daar dit de woonkwaliteit van de eengezinswoning verhoogd. Bovendien maakt het voorzien van een voldoende grote en kwalitatieve buitenruimte het wonen in de stad aantrekkelijker.
Gelet op de feiten dat het perceel gelegen is in de spitse oksel van het bouwblok, het dakterras doorloopt tot op alle perceelgrenzen en de scheidingsmuren slechts 0,60 m hoger zijn dan de vloerpas van het terras, voldoet het dakterras niet aan de voorschriften omtrent privacy voor de naburige panden. De afstand tot de achterzijde van het terras en de achtergevel van de achterbuur bedraagt slechts ca. 2,60 m, zodat er vanaf het terras rechtstreekse inkijk mogelijk is in het aangrenzende hoofdvolume.
Omwille van bovenstaande redenen wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat het achterste gedeelte van het dakterras ontoegankelijk en bij voorkeur groen wordt aangelegd. Bijkomend wordt opgelegd dat er op en over de volledige diepte van het dakterras net naast de scheidingsmuren op de laterale perceelgrenzen zichtschermen van 1,90 m hoog dienen geïnstalleerd te worden. Op die manier wordt de inkijk vanop het dakterras in de aangrenzende hoofdvolumes beperkt. Deze voorwaarden worden in rood aangeduid op de plannen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk (ramen + voordeuren, kroonlijst) dient in eenzelfde kleur te worden geschilderd;
2. de blauwe hardstenen onderdelen van de voorgevel mogen niet overschilderd worden;
3. het achterste gedeelte van het dakterras dient ontoegankelijk en bij voorkeur groen te worden aangelegd, zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. op en over de volledige diepte van het dakterras dienen net naast de scheidingsmuren op de laterale perceelgrenzen zichtschermen van 1,90 m hoog geïnstalleerd te worden, zoals in rood aangeduid op de plannen;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
4 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 maart 2019 |
Verslag GOA |
14 februari 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden 1 bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:
1. Afbraak schouw: De schouw op de gemeenschappelijke perceelgrens wordt afgebroken. De bezwaarschrijver stelt zich hierover de volgende vragen:
- Heeft de afbraak gevolgen voor de nieuw geschilderde binnenmuur?
- Werkt de schouw nog?
- Zal het gedeelte dat op mijn eigendom afgebroken wordt, terug hersteld worden door de aannemer?
Beoordeling:
Indien er werken gebeuren aan een aangrenzende eigendom ter hoogte van scheidingsmuren, dient in principe de aangrenzende eigendom weer kwalitatief en op kosten van de bouwheer afgewerkt te worden. Dit betreft echter een burgerrechtelijke kwestie en is niet van stedenbouwkundige aard. Bovenstaande vragen dienen afgetoetst te worden met de bouwheer en/of aannemer. Het bezwaar is ongegrond.
2. Behoud scheidingsmuren: De scheidingsmuur mag niet verhoogd worden.
Beoordeling:
Uit de plannen blijkt dat de scheidingsmuur in zijn huidige hoogte bewaard blijft. Het bezwaar is ongegrond.
3. Vragen m.b.t. werf: De bezwaarschrijver maakt zich hierover de volgende bedenkingen:
- Zal de aannemer bij afbraak dak een 5 meter hoog zeildoek hangen?
- Afbraakcontainer graag plaatsen ter hoogte van Arendstraat 8 en 10.
- Wanneer zullen de werken starten en wanneer is het einde voorzien?
Beoordeling:
Deze informatie is niet van stedenbouwkundige aard en hoeft bijgevolg niet toegevoegd te worden aan een aanvraag tot omgevingsvergunning. Bovenstaande zaken dienen afgetoetst te worden met de bouwheer en/of aannemer. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk (ramen + voordeuren, kroonlijst) dient in eenzelfde kleur te worden geschilderd;
2. de blauwe hardstenen onderdelen van de voorgevel mogen niet overschilderd worden;
3. het achterste gedeelte van het dakterras dient ontoegankelijk en bij voorkeur groen te worden aangelegd, zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. op en over de volledige diepte van het dakterras dienen net naast de scheidingsmuren op de laterale perceelgrenzen zichtschermen van 1,90 m hoog geïnstalleerd te worden, zoals in rood aangeduid op de plannen;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.