Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018149211 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Wim Van Hove met als adres Driehoekstraat 270 te 2180 Ekeren-Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: |
NV Proftech & De Bruyn met als adres Driehoekstraat 270 te 2180 Ekeren-Antwerpen en de heer Wim Van Hove met als adres Driehoekstraat 270 te 2180 Ekeren-Antwerpen |
Ligging van het project: |
Driehoekstraat 270 te 2180 Ekeren-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 35 sectie F nrs. 35V3 en 35E2 |
Inrichtingsnummer: |
20181206-0046 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
het plaatsen en exploiteren van een hoogspanningscabine |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/10/2014: vergunning (20141728) voor uitbreiden van een werkplaats met opslag, showroom en kantoor;
- 17/06/1991: vergunning (1991107) voor uitbreiding bedrijfsgebouw;
- 28/11/1988: vergunning (1988358) voor een bedrijfsgebouw.
Laatst vergunde toestand
- bedrijfsgebouw met showroom en kantoren bestaande uit twee bouwlagen onder plat dak.
Bestaande toestand
- idem laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van een hoogspanningscabine in de voortuinstrook met een breedte van 3 meter, lengte 2,70 meter en een hoogte van 2,40 meter;
- de cabine wordt uitgevoerd in zwarte synthetische bepleistering;
- ter hoogte van de rooilijn wordt er een haag voorzien van 2,40 meter hoogte;
- het hoofdgebouw blijft ongewijzigd en maakt geen deel uit van de aanvraag.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
250 kVA |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
30 januari 2019 |
26 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Artikel 19 Tuinafsluitingen: de voortuin wordt afgesloten met een haag van 2,40 meter >1 meter;
- Artikel 27 Open ruimte: voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Door een constructie te plaatsen in de voortuinzone is de aanvraag strijdig met artikel 27 van de bouwcode. Het artikel stelt dat voortuinen vrij zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen. Echter kan er afgeweken worden van het artikel omdat het hier om een constructie gaat die verbonden is aan de functie van het bedrijfsgebouw, afgeschermd wordt door een 2,40m hoge haag en achter de rooilijn van het perceel gelegen is. Bovendien is de voortuin van het bedrijfsgebouw zeer ruim, waardoor een dergelijke constructie met eerder kleine afmetingen nauwelijks opvalt en niet visueel storend is voor de omgeving omwille van de haag. Het plaatsen van de hoogspanningscabine is in deze context toelaatbaar.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het plaatsen van een hoogspanningscabine in de voortuin. In de voortuin wordt een haag geplaatst, onder andere rondom de hoogspanningscabine. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De hoogspanningscabine maakt deel uit van het bedrijfsgebouw. Links en rechts van het perceel zijn andere bedrijfsgebouwen aanwezig. De aanvraag is functioneel aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De elektriciteitscabine heeft een hoogte van 2,40 m, een breedte van 3 m en een diepte van 2,70 m en staat op 3,10 meter van het bestaande bedrijfsgebouw. Het bedrijfsgebouw zelf maakt geen deel uit van de aanvraag. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen bezwaar tegen het toevoegen van de elektriciteitscabine.
Visueel-vormelijke elementen
De elektriciteitscabine zal uitgevoerd worden in een synthetische crepi met een zwarte kleur. Het materiaal is aanvaardbaar in de onmiddellijke omgeving van de aanvraag, waar bedrijfsgebouwen in dergelijke materialen voorkomen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voortuinzone wordt voor een stuk afgesloten van het openbaar domein. Dit gebeurt door het plaatsen van een haag met een hoogte van 2,40 meter. Volgens artikel 19 bedraagt de maximale hoogte 1 meter, waardoor de aanvraag strijdig is. Het beperken van de hoogte van de afsluiting zorgt ervoor dat contact tussen gebruikers van het gebouw en de straat mogelijk blijft. Een hoogte van 2,40 meter zorgt voor een gesloten straatbeeld, wat niet wenselijk is. Echter kan er voor de haag rondom de hoogspanningscabine wel afgeweken worden van het artikel. Een hoogspanningscabine draagt niet bij tot de kwaliteit en levendigheid van het straatbeeld en is bovendien een eerder oninteressant bebouwingstype met een eerder eenvoudige uitstraling. De haag rondom de hoogspanningscabine kan bijgevolg wel voorzien worden van een 2,40 meter (hoogte hoogspanningscabine) hoge haag. De haag tussen nr. 274 en nr. 270, dat niet tot de voortuin behoort en tegen de linkerperceelsgrens komt te staan, kan ook met een hoogte van 2,40 meter uitgevoerd worden, conform artikel 19.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Milieutechnisch is de ingedeelde activiteit louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de haag in de voortuinstrook maximaal 1 meter hoog uitvoeren, conform artikel 19;
3. het gedeelte van de haag rondom de hoogspanningscabine en het gedeelte van de haag tussen nr. 274 en nr. 270 dat niet tot de voortuin behoort kan uitgevoerd worden met een 2,40 meter hoge haag, zoals voorzien in de aanvraag.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Milieutechnisch is de ingedeelde activiteit louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
250 kVA |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
8 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
30 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 maart 2019 |
Verslag GOA |
13 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx en Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de haag in de voortuinstrook maximaal 1 meter hoog uitvoeren, conform artikel 19;
3. het gedeelte van de haag rondom de hoogspanningscabine en het gedeelte van de haag tussen nr. 274 en nr. 270 dat niet tot de voortuin behoort kan uitgevoerd worden met een 2,40 meter hoge haag, zoals voorzien in de aanvraag.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
250 kVA |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 22 maart 2019 voor onbepaalde duur.