Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018155402 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Daan Vetters met als adres Kerkhoflei 46 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: |
Doornelei 24 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 9F4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/11/2012: vaststelling (ID: 214746) van de architectenwoning Léon Heutz in de inventaris bouwkundig erfgoed;
- 14/03/2008: vergunning (2008467) voor het regulariseren van een houten terras gemaakt aan de achtergevel van de woning;
- 13/10/1927: vergunning (1927#27727) voor het bouwen van een huis.
Laatst vergunde toestand en bestaande toestand
- besloten architectenwoning in sobere art-decostijl van twee ongelijke traveeën. Het pand heeft een souterrain en twee bouwlagen onder een plat dak;
- de oorspronkelijke houten garagedeuren werden vervangen door een sectionale poort;
- de woning is een bel-etage, met garage en bergingen op het gelijkvloers;
- de leefruimtes bevinden zich op niveau +1 en worden bereikt via een statige inkomtrap;
- achteraan de leefruimtes is een terras op niveau +1 aangelegd;
- op niveau +2 bevinden zich de badkamer en de slaapvertrekken. Er is een plat dak met 2 daklichtkoepels.
Inhoud van de aanvraag
- het in- en extern verbouwen van een eengezinswoning;
- op de gelijkvloerse verdieping wordt de bestaande diepte van het pand van 14,54 m met een uitbouw tegen de linker perceelsgrens van 19,54 m op een gelijke diepte gebracht van 17,78m;
- er wordt een extra daklaag in zink met twee ronde vensters toegevoegd waardoor boven de lijstgevel van het inventarispand de hoogte van het pand 12,92 m bedraagt;
- er wordt onder het maaiveld een nieuwe septische put voorzien van 1.500 liter;
- de volledige achtergevel wordt vernieuwd en voorzien in een lichtgrijze crepi met zwart stalen schrijnwerk;
- het schrijnwerk in de voorgevel blijft ongewijzigd;
- de scheimuren worden zowel aan de linker- als aan de rechter perceelgrens aangepast aan de nieuwe indeling van de eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
29 januari 2019 |
20 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:
Functionele inpasbaarheid
De omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zowel eengezins- als meergezinswoningen. De functie van eengezinswoning is niet vreemd in de omgeving en blijft behouden. De woning blijft functioneel inpasbaar in de onmiddellijke omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De afbraak van de bestaande uitbouw naar een uniforme uitbreiding op de gelijkvloerse verdieping aan de achtergevel is gunstig voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. De scheidingsmuren ter hoogte van beide buren worden verlaagd wat de bezonning van de naastgelegen percelen ten goede komt en tegelijkertijd geen negatieve gevolgen heeft voor de privacy van de buurpercelen.
Aan de hoofdbouw wordt tevens een teruggetrokken dakverdieping toegevoegd die qua hoogte en inplanting in harmonie is met de bebouwing in de straat.
Visueel-vormelijke elementen
De aanpassingen aan de achtergevel volgen uit de functionele herinrichting van het pand. De volumewerking is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het beoogde materiaalgebruik (lichtgrijze sierpleister, zwart stalen buitenschrijnwerk) voor de bestaande achtergevel van het hoofdhuis en voor de nieuwe achtergevel van de uitbreiding (glazen volume in zwart staal) past binnen de context waarop de aanvraag betrekking heeft. De materialisatie van het nieuwe dakvolume (zinken bekleding en licht grijze aluminium buitenschrijnwerk) is typerend voor een daklaag en wordt bijgevolg ook aanvaard. De voorgevel blijft ongewijzigd, met uitzondering van de nieuwe daklaag. De bedrijfseenheid stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/monumentenzorg geeft voor de materialisatie van de daklaag op dit inventarispand een gunstig advies. Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.
Cultuurhistorische aspecten
De woning is een inventarispand en werd voor advies bezorgd aan de bedrijfseenheid stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/monumentenzorg. De dienst gaf de volgende beoordeling:
‘De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de vastgestelde inventaris sinds 08/11/2012 omwille van de architecturale waarde. Het pand heeft een beelbepalende waarde in deze omgeving.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Een che-rapport opgemaakt door Archivaria werd toegevoegd aan de aanvraag. De aanvraag voldoet dan ook aan artikel 5§2.
Architectenwoning in sobere art-decostijl, voor eigen rekening gebouwd door de architect Léon Heutz, naar een ontwerp uit 1927. Een eerste gevelontwerp werd vanuit schoonheidsoogpunt geweigerd, en in een tweede versie aangepast wat de verhoudingen betreft. Deze bescheiden rijwoning was de eerste die in de nieuw aangelegde Doornelei werd opgetrokken. Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt het pand een souterrain en twee bouwlagen onder een plat dak. In Antwerpen als architect actief van omstreeks 1905 tot eind jaren 1950, liet Heutz een bescheiden en veeleer conventioneel oeuvre na. In de latere jaren 1920 paste hij naast een gematigde art deco ook de klassieke beaux-artsstijl toe, waarvan de woning Barkhausen uit 1928 aan de overzijde van de straat een voorbeeld is.
De lijstgevel is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, ruim verwerkt met natuursteen voor speklagen en omlijstingen, op een arduinen plint. In overeenstemming met de interieurindeling, legt de asymmetrische compositie de klemtoon op de bredere zijtravee. Deze laatste wordt bekroond door een gebogen pseudo-fronton op consoles, als onderdeel van de houten kroonlijst. De deur en vensters zijn gevat in rondbooglisenen met waterlijst, die de verticale gevelgeleding bepalen. Waar het boogveld van de deur met een typische bloemenkorf is gevuld, sieren panelen met een gestileerd art-decomedaillon de borstwering van de verdieping. Met uitzondering van de garagepoort is het houten schrijnwerk van de deur en vensters met inbegrip van het loodglas bewaard.
Volgens de bouwplannen wordt de plattegrond over de volledige breedte opgedeeld door een centrale hal met bovenlicht, die op de verdieping ruimte biedt aan het architectenkantoor. De begane grond omvat verder het salon en de eetkamer met overdekt terras, geflankeerd door de vestibule, de trapzaal en de keuken. Op de verdieping bevinden zich rond het kantoor twee slaapkamers met en suite 'cabinet de toilette' of badkamer, en de linnenkamer. Het souterrain biedt naast de gebruikelijke kelders van bij de bouw ruimte aan de garage.
Het project werd volledig voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg en is aanvaardbaar.’
Het gunstig advies van de bedrijfseenheid stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg wordt gevolgd en vormt grond voor een gunstig stedenbouwkundig advies.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. zowel enkelvoudige als ontkoppelde scheidingsmuren zijn toegelaten onder volgende voorwaarden:
- nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van EI120 of REI120;
- de scheidingswanden mogen niet doorboord of verzwakt worden (bijvoorbeeld door houten balken van het dakgebinte, door isolatie, afvoerleidingen, kokers, schouwen enz.);
- het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak een opstand van minimaal 0,30 meter, die niet met brandbaar materiaal bekleed is (brandwerendheid van minimaal E30). Deze opstand is echter niet vereist indien aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
3. het platte dak van de extra bouwlaag (dakverdieping) aan te leggen als een groendak of een regenwaterput te voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
31 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
29 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
30 maart 2019 |
Verslag GOA |
12 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. zowel enkelvoudige als ontkoppelde scheidingsmuren zijn toegelaten onder volgende voorwaarden:
- nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van EI120 of REI120;
- de scheidingswanden mogen niet doorboord of verzwakt worden (bijvoorbeeld door houten balken van het dakgebinte, door isolatie, afvoerleidingen, kokers, schouwen enz.);
- het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak een opstand van minimaal 0,30 meter, die niet met brandbaar materiaal bekleed is (brandwerendheid van minimaal E30). Deze opstand is echter niet vereist indien aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
3. het platte dak van de extra bouwlaag (dakverdieping) aan te leggen als een groendak of een regenwaterput te voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.