Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019008824 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Garage Houtman met als adres Hendrik Kuijpersstraat 7-9-11 te 2640 Mortsel |
Ligging van het project: |
Hendrik Kuijpersstraat 7-11 te 2640 Mortsel/2600 Berchem-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21 sectie A nr. 369E3 |
Inrichtingsnummer: |
20190123-0005 (Garage Houtman) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
de exploitatie van een garageherstelwerkplaats |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het college van burgemeester en schepenen van Mortsel verleende in 1988 aan nv Garage Houtman een milieuvergunning met referentie 1000/88/2/2 voor de exploitatie van de garagewerkplaats. Deze vergunning is vervallen op 5 juli 2018.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,25 m³/uur |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
7.000 liter |
15.3.2° |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
5 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
1 voertuig en hun aanhangwagens/dag |
15.6.1° |
het al dan niet overdekt stallen van maximaal 25 geaccidenteerde voertuigen; |
3 geaccidenteerde voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
10,5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2,499 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
0,41 ton |
17.3.7.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
0,41 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
2.000 liter |
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
12 februari 2019 |
26 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is gesitueerd te Hendrik Kuijpersstraat 7-11 te Mortsel.
De aanvraag isin overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Gelet op het feit dat de aanvraag gaat over een voorheen vergunde en bestaande garage, gelet op het feit dat enkel een beperkte strook achteraan het gebouw gelegen is op het grondgebied van de stad Antwerpen en gelet op het feit dat de garage slechts een beperkte impact heeft op de omgeving.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het huidige verzoek betreft een nieuwe vergunningsaanvraag voor de exploitatie van een bestaande garagewerkplaats gelegen aan de Hendrik Kuijpersstraat in Mortsel. Aangezien het achterste stuk van de werkplaats ook op Antwerps grondgebied ligt, komt het project voor op de lijst van provinciale projecten.
De inrichting beschikt over de gangbare infrastructuur om personenvoertuigen te onderhouden, herstellen en af te stomen. De werkplaats is uitgerust met 5 hefbruggen, een compressor en een stookinstallatie op mazout. Daarnaast zijn er de bijhorende opslagactiviteiten van oliën, afvalolie, en onderhouds- en reinigingsproducten in kleine verpakkingen. In de showroom bevinden zich nog airco-installaties.
Het afstomen van de wagens gebeurt door middel van een hogedrukreiniger à rato van 100 voertuigen per jaar. Hiervoor wordt kraanwater gebruikt. Alle afvalstoffen worden selectief ingezameld en opgehaald door een erkend inzamelaar. De ophalingsattesten worden in het afvalstoffenregister bijgehouden.
Bij de evaluatie van de milieueffecten wordt door exploitant benadrukt dat de te ontplooien hinderlijke activiteiten allen inpandig gebeuren. De gegenereerde geluidsoverlast wordt minimaal geacht.
Advies van het college
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale voorwaarden, wordt positief advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,25 m³/uur |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
7.000 liter |
15.3.2° |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
5 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
1 voertuig en hun aanhangwagens/dag |
15.6.1° |
het al dan niet overdekt stallen van maximaal 25 geaccidenteerde voertuigen; |
3 geaccidenteerde voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
10,5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2,499 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
0,41 ton |
17.3.7.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
0,41 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
2.000 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
5 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
13 februari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
14 maart 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
27 maart 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
13 februari 2019 |
14 maart 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |