Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018146433 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
VZW VERWONDERING met als contactadres Lovelingstraat 8 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Lovelingstraat 2, Sint-Willibrordusstraat 39 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 5 sectie E nr. 764V3 |
Inrichtingsnummer: |
20181130-0026 |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
het verder exploiteren van een secundaire school |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 7 november 2014 werd er een melding klasse 3 (MV2014/576) ingediend voor exploitatie van een onderwijsinstelling in de Lovelingstraat 8 te 2060 Antwerpen. Op 18 november 2014 werd deze melding onvolledig verklaard en afgesloten.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft een regularisatie voor de exploitatie van een bestaande onderwijsinstelling die tot op heden niet beschikt over een milieuvergunning of omgevingsvergunning.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.643 m³/jaar |
17.3.2.1.1.2° |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ≥ 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; |
23,5 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
100 kg |
24.1. |
laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
|
43.1.2°b) |
stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c); |
1.640 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
20 december 2018 |
16 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen |
20 december 2018 |
10 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
20 december 2018 |
7 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het verder exploiteren van een secundaire school.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de bouwcode.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Instituut Sint-Maria is een secundaire school met richtingen bijzonder secundair onderwijs, technisch secundair onderwijs en kunst secundair onderwijs. Enkel de “zachte” sectoren worden onderwezen. Er is geen afdeling metaalbewerking, automechaniek, bouw enzovoort. De milieubelasting is dan ook veelal beperkt. Eind 2017 is Instituut Sint-Maria gefusioneerd met en opgegaan in een andere vzw, namelijk “Verwondering vzw”.
Gezien het een regularisatie betreft, worden alle rubrieken nieuw aangevraagd, zowel de klasse 3 rubrieken (lozen van huishoudelijk afvalwater, exploitatie van een labo en opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen) als de klasse 2 rubrieken (opslag van stookolie en verwarmingsinstallaties).
Aangezien de milieuvergunningsaanvraag geen betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. Er is geen project-m.e.r.-screeningsnota vereist.
De vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De verwarming van de school gebeurt deels met verwarmingsketels die werken op aardgas en deels met verwarmingsketels die werken op stookolie. Verdeeld over de kelderverdieping van het hele complex zijn zes bovengrondse stookolietanks aanwezig. In totaal gaat het over de opslag van 23,50 ton stookolie. In het omgevingsloket werd ingevuld dat er geen effecten op de omgeving zijn. Niettemin is de opslag van stookolie Vlarebo-plichtig vanaf een hoeveelheid van 20 ton. Bij de aanvraag werden zes conformiteitsattesten gevoegd. Hieruit blijkt dat alle zes tanks een “groene dop” kregen en dus conform de reglementering verklaard werden. De bijgevoegde attesten dateerden echter van 2013 en waren slechts geldig tot 2016. Recente attesten werden opgevraagd en toegevoegd aan het omgevingsloket. Deze attesten tonen aan dat de tanks – hoewel enkelwandig – voldoen aan de VLAREM-wetgeving. Stookolietank 3 in blok B echter kreeg slechts een voorlopig attest. Een nieuw onderzoek diende uitgevoerd te worden na zes maanden. Een keuringsattest van dit latere onderzoek werd echter niet ontvangen.
Bijkomende informatie van de exploitant leert dat gebouw B momenteel buiten gebruik is in afwachting van renovatie. Hierbij zal stookolietank 3 verwijderd worden. Na renovatie kunnen eventuele bijkomende ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van blok B in de vergunning opgenomen worden middels een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag.
Het afvalwater van het labo moet worden opgevangen en afgevoerd voor behandeling.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen. Stookolietank 3 in blok B wordt uitgesloten van vergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.643 m³/jaar |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
19,3 ton |
17.3.2.1.1.2° |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ≥ 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; |
zonder voorwerp |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
100 kg |
24.1. |
laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
|
43.1.2°b) |
stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c); |
1.640 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
het afvalwater van het labo dient opgevangen en afgevoerd te worden voor behandeling. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
4 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
30 december 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
28 januari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 april 2019 |
Verslag GOA |
14 maart 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
30 december 2018 |
28 januari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren met uitzondering van stookolietank 3 in blok B en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden zoals opgenomen in het advies met referentie BW/NE/2019/G.00721.A6.0004
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
het afvalwater van het labo dient opgevangen en afgevoerd te worden voor behandeling. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.643 m³/jaar |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
19,3 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
100 kg |
24.1. |
laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
|
43.1.2°b) |
stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c); |
1.640 kW |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. |
het afvalwater van het labo laten opvangen en afvoeren voor behandeling. |