Terug
Gepubliceerd op 25/03/2019

2019_CBS_02473 - Omgevingsvergunning - OMV_2018105710. Selderstraat 6. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02473 - Omgevingsvergunning - OMV_2018105710. Selderstraat 6. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_02473 - Omgevingsvergunning - OMV_2018105710. Selderstraat 6. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018105710

Gegevens van de aanvrager:

de heer Ömer Yilmaz met als adres Selderstraat 4 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Selderstraat 6 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 5sectie E nr. 461S3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van de uitbreiding van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/05/2018: proces verbaal (11002_2018_6639_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen.

Laatst vergunde toestand

-          geen laatst vergunde toestand beschikbaar.

Bestaande toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met 2 bouwlagen onder een schuin dak;

-          kroonlijsthoogte van 7,51 meter en nokhoogte van 10,68 meter;

-          op het gelijkvloers bevinden zich een woonkamer, keuken en een koer;

-          op de 1ste verdieping bevinden zich een slaapkamer en badkamer;

-          onder het dak bevinden zich 2 slaapkamers.

Inhoud van de aanvraag

-          het dak werd omgevormd tot een volwaardige 2de verdieping onder een plat dak met een kroonlijsthoogte van 9,95 meter;

-          de gelijkvloerse verdieping werd uitgebouwd tot op 4,43 meter van de achterste perceelsgrens;

-          de voorgevel werd bekleed met wit geschilderde crepi en wordt afgewerkt met een arduin gevelplint.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

22 oktober 2018

25 oktober 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

-          Algemene voorschriften, 1.3 Harmonie en referentiebeeld:door het aanpassen van de bestaande openingen in de voorgevel naar voorliggend model én het voorgestelde materiaalgebruik en detaillering bestaat er geen kwaliteitsvolle relatie tussen de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel.;

-          Artikel 1 Zone voor wonen – (Wo), 1.2.1 Bouwdiepte: de afstand ten opzichte van de achterste perceelgrens bedraagt 4,48m.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
§1, 1° de openingen voor toetreding tot licht in de woonkamer verkleinen en de woonkamer beschikt niet over een lichtdoorlatende oppervlakte van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte;

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
§3, 3° de scheidingsmuur van de achterbouw heeft geen opstand van 30 centimer;

-          artikel 38 Groendaken:
er werd geen groendak voorzien op het nieuwe platte dak van het hoofdvolume;

-          artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
het is algemeen verplicht om bij een grondige verbouwing het regenwater en afvalwater op het eigen terrein te scheiden;

-          artikel 43 Septische putten:
de septische put werd gesupprimeerd.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het omvormen van de 2de verdieping tot volwaardige daklaag. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

Door de openingen op het gelijkvloers én de verdieping te verkleinen en door de vervlakking en verarming door de gebruikte materialen en detailleringen past het pand niet meer in de laat 19de eeuwse, vroeg 20ste eeuwse omgeving.

Het na - isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpels) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of gedemonteerd worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bouwdiepte op het gelijkvloers te beperken tot 5m afstand van de achterste perceelsgrens;

2.      de openingen op het gelijkvloers en de eerste verdieping niet te verkleinen;

3.      het plat dak in te richten als een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      op het groendak tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien;

5.      het regenwater en het afvalwater te scheiden conform artikel 40 van de bouwcode;

6.      de isolatie plus afwerkingsmateriaal met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren;

7.      de plint in natuursteen evenveel te laten uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

8.      de uitstekende delen van de gevel (raamdorpels, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;

9.      voor de raamdorpels van de nieuwe ramen op de tweede verdieping dezelfde materialen en detaillering toe te passen;

10.  de elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen;

11.  de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;

12.  de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

13.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Uitsluitingen

14.  het supprimeren van de septische put.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

22 oktober 2018

Start 1e openbaar onderzoek

27 oktober 2018

Einde 1e openbaar onderzoek

25 november 2018

Beslissing toepassing administratieve lus

3 december 2018

Start 2e openbaar onderzoek

10 december 2018

Einde 2e openbaar onderzoek

8 januari 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 april 2019

Verslag GOA

14 maart 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Administratieve lus

Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden:

 

Er werd geen affiche aangetroffen bij het openbaar onderzoek.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

27 oktober 2018

25 november 2018

0

0

0

0

10 december 2018

8 januari 2019

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bouwdiepte op het gelijkvloers te beperken tot 5m afstand van de achterste perceelsgrens;

2.      de openingen op het gelijkvloers en de eerste verdieping niet te verkleinen;

3.      het plat dak in te richten als een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      op het groendak tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien;

5.      het regenwater en het afvalwater te scheiden conform artikel 40 van de bouwcode;

6.      de isolatie plus afwerkingsmateriaal met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren;

7.      de plint in natuursteen evenveel te laten uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

8.      de uitstekende delen van de gevel (raamdorpels, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;

9.      voor de raamdorpels van de nieuwe ramen op de tweede verdieping dezelfde materialen en detaillering toe te passen;

10.  de elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen;

11.  de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;

12.  de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

13.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Uitsluitingen

14.  het supprimeren van de septische put.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.