Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018155434 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV HIMMOS LAND met als adres Mechelsesteenweg 271 bus 2.1 te 2020 Antwerpen (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Haringrodestraat 94 te 2018 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1354N9 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van wijzigingen op vorige vergunning (2014115) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/04/2014: vergunning (2014115) voor het bouwen van 53 appartementen, 5 studio's, 19 studentenkamers en ondergrondse parking.
Laatst vergunde toestand
- 53 appartementen, 5 studio's, 19 studentenkamers en ondergrondse parking;
- collectieve binnentuin van ca. 50% van de perceelsoppervlakte;
- 6 bouwlagen over een lengte van 16m en met kroonlijsthoogte van 19,97m op de hoek van de Lamorinièrestraat en Haringrodestraat, de rest van de kroonlijsthoogtes is 13,86 meter;
- zijde Haringrodestraat betreft het volume ingevuld als studentenhuis met 19 kamers;
- ondergrondse parking, verdeeld in 5 splitlevel niveaus, voorziet 171 parkeerplaatsen waarvan 7 plaatsen voor mindervaliden en 161 fietsstalplaatsen;
- de gevels zijn uitgevoerd in lichtgrijs metselwerk in 3 verschillende metselwerkverbanden;
- de plint is voorzien in natuursteen en het schrijnwerk in donkergrijs aluminium;
- de terrassen zijn uitpandig voorzien aan de binnenzijde, de borstweringen worden voorzien in staal spijlenwerk.
Bestaande toestand
- wijzigingen aan de interne indeling van appartementen;
- samenvoegen van twee appartementen;
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van wijzigingen ten opzichte van de vorige vergunning:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
30 januari 2019 |
26 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
30 januari 2019 |
31 januari 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
30 januari 2019 |
12 februari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
30 januari 2019 |
7 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De ondergrondse fietsstalplaatsen zijn onvoldoende goed toegankelijk bereikbaar;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en bevatten geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
De gewijzigde inrichting van de binnenplaats is voldoende groen en onverhard.
Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
Op een oppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een eenslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 35 m²) kan hoogstens een studio herbergen.
Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een tweeslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen.
Op de aangevraagde plannen worden de vergunde eenslaapkamerappartementen B1.3, A2.1, B3.3 en A3.1 omgevormd tot tweeslaapkamerappartement ondanks een oppervlakte kleiner dan 80m². De studio A3.5 wordt omgevormd tot eenslaapkamerappartement ondanks een oppervlakte kleiner dan 60m². Met het oog op voldoende wooncomfort kan geen vergunning verleend worden voor het toevoegen van de extra slaapkamers. Deze zullen worden uitgesloten van de vergunning.
Er wordt vastgesteld dat in de ondergrondse parking twee afgesloten garageboxen(box 72 en 142) worden voorzien. Om te garanderen dat parkeerplaatsen effectief gebruikt worden voor het parkeren en/of stallen van wagens worden garageboxen niet toegelaten in een ondergrondse parking. In de praktijk worden garageboxen vaak gebruikt als bergplaats in plaats van een parkeerplaats voor de wagen. Er zal als voorwaarde worden opgelegd dat deze plaatsen dienen ingericht te worden als open parkeerplaatsen en bijgevolg niet mogen worden afgesloten.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de gevels, inclusief de betonnen uitvoering van de plint en een licht aangepaste maatvoering, hebben een beperkte impact op de architectuur en beeldkwaliteit van het vergunde project. De wijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit: “Het gaat om interne verbouwingen zonder functiewijziging of uitbreiding. Het aantal wooneenheden vermindert met 1 appartement. De werkelijke parkeerbehoefte is 0.”
|
De plannen voorzien in 3 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. “Er worden 3 extra parkeerplaatsen voorzien ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Er zijn nu 174 parkeerplaatsen.”
|
Het aantal te realiseren bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt minstens 0. Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Het advies mobiliteit bevat ook het volgende inzake de fietsvoorzieningen:
“Er worden 2 fietsstalplaatsen minder voorzien dan in de vergunde toestand maar dit blijft wat de aantallen betreft in orde. Er worden nu 159 fietsstalplaatsen voorzien.
Er worden een aantal fietsstalplaatsen voorzien op -2 en -3. Deze zijn enkel te bereiken via een te steile helling die ook door de wagens gebruikt wordt. In de vorige vergunning werd als voorwaarde opgelegd om te voorzien in grotere liften of alle fietsstalplaatsen te voorzien op -1. Dit werd dus niet opgenomen.
Ook blijft de gezamenlijke berging op -1 helemaal achteraan de parking liggen. Om conflicten met parkerende wagens te vermijden moet de fietsenberging dichter bij de fietshelling geplaatst worden. Ook deze voorwaarde werd niet opgenomen.”
De opmerkingen van de dienst mobiliteit worden vanuit stedenbouwkundige oogpunt bijgetreden. . De opgelegde voorwaarden van de vergunning uit 2014 werden niet volledig uitgevoerd. De aanpassing van de voorziene liften heeft op dit moment een te grote impact op het project zodat een oplossing dient gezocht te worden voor de fietsenstallingen op -1, -2 en -3. De fietsenberging op -1 dient heringericht te worden nabij de helling zoals in rood aangeduid op de plannen. Het project voorziet in een totaal van 174 parkeerplaatsen. Door de fietsenstalling op -1 te verplaatsen blijven er evenwel voldoende parkeerplaatsen over om te voorzien in de parkeerbehoefte van het volledige project. De fietsenstallingen op -2 en -3 kunnen vervangen worden door een extra overdekte fietsenstalling te voorzien op het maaiveld in zoals in rood aangeduid op de plannen. Dit zal als voorwaarde worden gekoppeld aan de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het project aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Er moeten voldoende grote fietsliften komen om de fietsstalplaatsen op -2 en -3 bereikbaar te maken of alle plaatsen moeten op -1 voorzien worden;
3. de ondergrondse fietsenberging dichter bij de fietshelling in te planten;
4. de garageboxen 72 en 142 in de ondergrondse parking dienen als open parkeerplaatsen te worden ingericht;
5. extra fietsenstallingen te voorzien op het maaiveld ter vervanging van de fietsenstallingen op -2 en -3;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
Geen vergunning wordt verleend voor het inrichten van een bijkomende slaapkamer in de wooneenheden B1.3, A2.1, B3.3, A3.1 en A3.5.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
9 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
30 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 maart 2019 |
Verslag GOA |
14 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Er moeten voldoende grote fietsliften komen om de fietsstalplaatsen op -2 en -3 bereikbaar te maken of alle plaatsen moeten op -1 voorzien worden;
3. de ondergrondse fietsenberging dichter bij de fietshelling in te planten;
4. de garageboxen 72 en 142 in de ondergrondse parking dienen als open parkeerplaatsen te worden ingericht;
5. extra fietsenstallingen te voorzien op het maaiveld ter vervanging van de fietsenstallingen op -2 en -3;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
Geen vergunning wordt verleend voor het inrichten van een bijkomende slaapkamer in de wooneenheden B1.3, A2.1, B3.3, A3.1 en A3.5.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.