Terug
Gepubliceerd op 25/03/2019

2019_CBS_02457 - Omgevingsvergunning - OMV_2019001761. Van Traynellaan 61. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02457 - Omgevingsvergunning - OMV_2019001761. Van Traynellaan 61. District Hoboken - Goedkeuring 2019_CBS_02457 - Omgevingsvergunning - OMV_2019001761. Van Traynellaan 61. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019001761

Gegevens van de aanvrager:

de heer Christoph de Nil met als contactadres Van Traynellaan 61 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Van Traynellaan 61 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 37sectie A nr. 384A

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          7/10/1974 : vergunning (1006#12851 ) project polderstad: bouwen van woningen.

Laatst vergunde toestand

-          eengezinswoning in halfopen bebouwing bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;

-          de bouwdiepte van de woning bedraagt 8 m;

-          de kroonlijsthoogte van de woning bedraagt 7,90 m ten opzichte van het maaiveld;

-          over de volledige breedte van de achtergevel bevindt zich op de eerste verdieping een terras van 1,25 meter diep;

-          de voortuin is verhard met een looppad naar de voordeur en twee bandensporen naar de garage.

Bestaande toestand

-          het bouwvolume, de gevels en de interne indeling zijn conform de laatst vergunde toestand;

-          het terras op de eerste verdieping is links 3,6 meter diep;

-          tussen dit verdiepte terras en de rechter perceelgrens is een wenteltrap naar de tuin geïnstalleerd;

-          de zijtuin wordt van de voortuin gescheiden door een smeedijzeren poort;

-          het looppad naar de voordeur is verbreed tot 1,40 m en tot op de rechter perceelgrens;

-          de oprit is verbreed tot 5,15 m en loopt uit in een looppad naast de woning in de zijtuin;

-          links naast de oprit is tot op de linker perceelgrens een grindstrook aangelegd die doorloopt over de volledige diepte van de zijtuin;

-          achteraan in de tuin werd een tuinhuis geplaatst.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          het gelijkvloerse niveau wordt over de volledige breedte van de woning uitgebreid tot een bouwdiepte van 12 m in functie van een extra slaapkamer en badkamer;

-          het linker gedeelte van het dak van de gelijkvloerse uitbouw wordt als dakterras ingericht;

-          het rechter gedeelte van het dak tussen de perceelgrens en het terras wordt over een breedte van 1,90 m aangelegd als groendak;

-          de buitentrap naar de tuin wordt vervangen door een steektrap en geplaatst op de linker hoek van de terras;

-          vanuit de garage wordt er een deur voorzien naar de zijgevel;

-          er worden zonnepanelen voorzien op het dak van het hoofdgebouw;

-          de achtergevel van de uitbouw wordt afgewerkt met witte sierpleister en wit pvc schrijnwerk;

-          de voorgevel en de oorspronkelijke interne indeling blijven ongewijzigd.

-          het bestaande tuinhuis wordt vervangen door een nieuw van 7 m breed, 4 m diep en 3,10 m hoog;

-          de constructie staat vrijstaand ingeplant op de achtergrens en op 0,80 m van de linker perceelgrens;

-          de gevels zijn afgewerkt met witte siliconenpleister en wit pvc schrijnwerk.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Bufferzone Hoboken, goedgekeurd op 13 maart 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 6: zone voor groen - buffer (gr3).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:
    Bovengrondse geveluitsprongen moeten begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding, het dakterras wordt beschouwd als een dergelijke geveluitsprong en verhoudt zich niet onder 45° ten opzichte van de rechter perceelgrens;
  • artikel 27 Open ruimte:
    §3 Voor percelen met een woonfunctie is het toegestaan 1/3 van de totale tuinoppervlakte te verharden en/of te bebouwen. De tuinzone heeft een oppervlakte van 199 m² en er wordt 71,60 m² bebouwd en verhard, wat meer is dan 1/3 van de tuinoppervlakte.
    §4 Voortuinen van percelen met een woonfunctie mogen alleen in functie van de strikt noodzakelijke toegangen verhard worden, met een maximale breedte van 3 m voor de oprit en 1,5 m voor toegangspaden. De voortuin wordt in de aanvraag volledig verhard.
  • artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:
    de maximale hoogte van zonnepanelen die onder hoek op een plat dak worden geplaatst bedraagt 1,50 m, de aanvraag verschaft hierover geen informatie;
  • artikel 38 Groendaken:
    het plat dak van de tuinberging is 28 m² en wordt niet aangelegd als een groendak.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:
Bovengrondse geveluitsprongen moeten begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding, het dakterras wordt beschouwd als een dergelijke geveluitsprong en verhoudt zich niet onder 45° ten opzichte van de rechter perceelgrens. Hierdoor kan de privacy van het rechts aanpalende perceel niet worden gewaarborgd. Als voorwaarde bij de vergunning wordt dan ook opgelegd dat het gedeelte van het dakterras dat voorbij het 45°-vlak vanaf de vergunde erfscheiding valt, dient te worden aangelegd als uitbreiding van het ontoegankelijke groendak. Dit wordt in rood aangeduid op de plannen;

-          artikel 27 Open ruimte:
§3 Voor percelen met een woonfunctie is het toegestaan 1/3 van de totale tuinoppervlakte te verharden en/of te bebouwen. De tuinzone heeft een oppervlakte van 199 m² en er wordt 71,60 m² bebouwd en verhard, wat meer is dan 1/3 van de tuinoppervlakte.
§4 Voortuinen van percelen met een woonfunctie mogen alleen in functie van de strikt noodzakelijke toegangen verhard worden, met een maximale breedte van 3 m voor de oprit en 1,5 m voor toegangspaden. De voortuin wordt in de aanvraag volledig verhard.
De voortuin wordt beschouwd als een volwaardig deel van de tuin. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Het voorzien van voldoende groene tuinen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem en heeft een milderend effect op de stedelijke opwarming. Van deze voorschriften kan bijgevolg niet afgeweken worden. De woning beschikt reeds over een vergunde inpandige garage. Het volledig verharden van de zijtuin met grind, vermoedelijk om meerdere voertuigen te kunnen stallen, is dan ook niet aan de orde. De zone met grindverharding wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning. De breedte van de oprit en van de looppaden naar de voordeur en zijtuin wordt beperkt tot de maximale 3 m en 1,5 m. De vrijgekomen delen van de voor- en zijtuin dienen met groen te worden aangeplant, zoals in rood aangeduid op de plannen. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden bij de vergunning;

-          artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:
de maximale hoogte van zonnepanelen die onder hoek op een plat dak worden geplaatst bedraagt 1,50 m, de aanvraag verschaft hierover geen informatie. Deze maximale hoogte wordt dan ook opgelegd als voorwaarden bij de vergunning;

-          artikel 38 Groendaken:
het plat dak van de tuinberging is 28 m² en wordt niet aangelegd als een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Van Traynellaan.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Van Traynellaan gekenmerkt wordt door eengezinswoningen in eenheidsbebouwing van drie bouwlagen onder platte daken. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde altijd voorzien van terrassen op de eerste verdieping, al dan niet uitgebreid met een onderliggende uitbouw.

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouw behouden en aangevuld met een gelijkvloerse uitbreiding met dakterras tot een bouwdiepte van 12 m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Het nieuwe volume van de achterbouw bevindt zich op de rechter perceelgrens, maar heeft gelet op de zuidwestelijke oriëntatie van de percelen geen negatieve gevolgen voor de bezonning van het naastgelegen perceel. De privacy van hetzelfde perceel wordt, rekening houdend met de gestelde voorwaarde betreffende het dakterras, gewaarborgd door het ontoegankelijke en voldoende brede groendak tussen het nieuwe dakterras en de perceelgrens.

 

Visueel-vormelijke elementen

De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. De lichte kleurstelling is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming en de beeldkwaliteit.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Door het terras op de eerste verdieping te vergroten ontstaat er direct aansluitend bij het leefgedeelte van de bel-etage woning een voldoende ruime buitenruimte met een directe toegang tot de tuin. Dit verhoogt de woonkwaliteit van de woning en wordt bijgevolg gunstig beoordeeld.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van het dakterras dat voorbij het 45°-vlak vanaf de vergunde erfscheiding valt, dient te worden aangelegd als uitbreiding van het ontoegankelijke groendak, zoals in rood aangeduid op de plannen;

2.      de breedte van de oprit en van de looppaden naar de voordeur en zijtuin wordt beperkt tot de maximale 3 m en 1,5 m en de vrijgekomen delen dienen met groen te worden beplant, zoals in rood aangeduid op de plannen;

3.      de zone met grindverharding dient met groen te worden beplant, zoals in rood aangeduid op de plannen;

4.      de hoogte van de zonnepanelen wordt beperkt tot maximaal 1,50 m;

5.      het dak van de tuinberging dient te worden aangelegd als een groendak;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Uitsluitingen

De zone met grindverharding wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 januari 2019

Volledig- en ontvankelijk

30 januari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 maart 2019

Verslag GOA

13 maart 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van het dakterras dat voorbij het 45°-vlak vanaf de vergunde erfscheiding valt, dient te worden aangelegd als uitbreiding van het ontoegankelijke groendak, zoals in rood aangeduid op de plannen;

2.      de breedte van de oprit en van de looppaden naar de voordeur en zijtuin wordt beperkt tot de maximale 3 m en 1,5 m en de vrijgekomen delen dienen met groen te worden beplant, zoals in rood aangeduid op de plannen;

3.      de zone met grindverharding dient met groen te worden beplant, zoals in rood aangeduid op de plannen;

4.      de hoogte van de zonnepanelen wordt beperkt tot maximaal 1,50 m;

5.      het dak van de tuinberging dient te worden aangelegd als een groendak;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Uitsluitingen

De zone met grindverharding wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.