Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018159579 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Piet Spanhove met als adres Huidevetterstraat 165 te 1000 Brussel |
Ligging van het project: |
Rolwagenstraat 73 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1265L4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
inrichten van workshopruimtes in de achterbouw en voorgevelwijzigingen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/11/2018: gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning (20182431) voor het intern verbouwen van een schoolgebouw.
Laatst vergunde toestand
- scoutslokalen en een wereldatelier, beiden voorzien van een eigen speelplaats enerzijds aan de Lange van Ruusbroecstraat en anderzijds aan de zijde Rolwagenstraat;
- inventarispand gekend als ‘Sint-Edmonduscollege’;
- in de voorbouw, bestaande uit de eerste 2 traveeën die later werden aangebouwd, is sanitair voorzien op een nieuwe tussenverdieping met eronder een berging;
- voorwaarden om een voorstel uit te werken voor de nieuwe deur dat rekening houdt met de toestand van de deur in 2009. Dit moet voorgelegd worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg;
- voorwaarden om maximaal 50% van elke gevelopening te beplakken met publiciteit;
- Geen vergunning werd verleend voor:
Bestaande toestand
- conform laatst vergunde toestand met uitzondering van de wijzigingen aan het buitenschrijnwerk van het schoolgebouw;
- de verbouwingswerken zijn in uitvoering.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van de turnzaal tot workshopruimte;
- aanpassingen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel;
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
29 januari 2019 |
22 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
29 januari 2019 |
4 maart 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
? De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag betreft onder andere het plaatsen van een nieuwe vloerplaat in de achterbouw om zo het vergunde leslokaal op te delen in twee workshopruimtes. De bestaande dakkoepels zorgen voor de enige lichtinval, zodat na de opdeling de onderste ruimte geen daglichtopeningen heeft. Dit lokaal voldoet dus niet aan artikel 24 van de bouwcode, waarin staat dat elke verblijfsruimte raamopeningen moet hebben voor toetreding van daglicht en zicht en natuurlijke ventilatie.
Uit de aanvraag kan echter afgeleid worden dat de workshopruimtes in kwestie niet bestemd zijn voor langdurig verblijf van personen en dat raamopeningen geen meerwaarde bieden voor het beoogde gebruik. De workshopruimtes zijn bedoeld als inlevingsruimte, bijvoorbeeld het ervaren van het dorpsleven in Kongo. Om educatieve redenen worden daglichtopeningen juist als storend ervaren voor een goede werking. Een goede mechanische verluchting van de lokalen wordt gegarandeerd. Gelet op deze unieke omstandigheden worden de workshopruimtes op deze wijze vergund en kan met behulp van artikel 3 een afwijking worden toegestaan op de bouwcode.
De aanvrager vraagt een gemotiveerde afwijking van het artikel 18 van de verordening toegankelijkheid inzake niveauverschillen. Omdat de workshopruimtes gericht zijn op leerlingen uit het lager onderwijs, kunnen zij als begeleiders oplossingen op maat aanbieden voor o.a. mindervalide leerlingen. De ervaring van de twee aangevraagde workshopruimtes in de achterbouw is onderling inwisselbaar, zodat het aanvaardbaar is als enkel de gelijkvloerse ruimte toegankelijk is. Er wordt een helling voorzien die te steil is om zelfstandig te overbruggen door rolstoelgebruikers, maar die met begeleiding toch een vlotte toegang biedt. Gezien de technische beperkingen wordt de voorliggende oplossing aanvaard. Een afwijking op het artikel 18 kan toegestaan worden.
Visueel-vormelijke elementen
Er wordt aanvaard dat de grote afbeeldingen die op de raamopeningen geplakt worden niet vallen onder publiciteit en dus niet moeten voldoen aan het artikel 33 van de bouwcode inzake zaakgebonden publiciteit. Het volledig afdekken van de ramen is echter in strijd met de levendige plint en heeft invloed op de verblijfskwaliteit van de achterliggende ruimtes.
In voorwaarde bij deze vergunning wordt daarom opgelegd dat de gelijkvloerse raamopeningen niet permanent mogen afgedekt zijn. Er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met interne luiken (met daarop de tekeningen) die enkel tijdens de inleefmomenten gesloten worden.
Cultuurhistorische aspecten
Door de stedelijke dienst Monumentenzorg werd volgend advies gegeven:
“Inleiding
Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris sinds 14/09/2009 omwille van de architecturale, stedenbouwkundige waarde. Het pand is beeldbepalend.
School gebouwd als jongensschool voor het vrij onderwijs, naar een ontwerp van 1898 van architect Frans Smet-Verhas in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Deze bouwmaatschappij werd in 1886 opgericht om de ontwikkeling van de wijk Zurenborg tot woonwijk voor de betere middenklasse te realiseren. De maatschappij bouwde in eigen beheer talrijke rijen burgerhuizen, maar investeerde ook in een paar (semi-)openbare gebouwen in de wijk, zoals deze jongensschool.
De school is een rechthoekig gebouw van negen traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, in eclectische stijl met neotraditionele elementen. Het oorspronkelijke ontwerp telde zeven traveeën en twee bouwlagen; de eerste en tweede traveeën werden later samen met de derde bouwlaag toegevoegd, daarbij vrijwel naadloos verder bouwend op stijl en materiaalgebruik van het oorspronkelijke gebouw.
Lijstgevel van rode en gele baksteen op ruw behakte sokkel van roze graniet. Markerende lijsten, kordonvormende lekdrempels, houten kroonlijst op kleine voluutconsoles. Tot pseudo-fronton verhoogde zesde (oorspronkelijk middelste) travee met neorenaissancistische decoratie (schijfmotief, booglijsten) en topstuk, gekoppelde rechthoekige en rondboogvensters. Voorts segmentbogige muuropeningen. Boven de oorspronkelijk centrale toegang tot de school is een natuurstenen cartouche aanwezig met opschrift ”Vrij Onderwijs – Jongensschool Nr. 17”.
Het pand is vastgesteld als bouwkundig erfgoed sinds 14/09/2009.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Er werd een bijkomende nota toegevoegd aan dit dossier.
Beoordeling
Men wenst het pand te verbouwen. Op het gelijkvloers wordt nieuw sanitair voorzien op de tussenverdieping met berging onder. De ontsluiting gebeurt via de voorzijde van het gebouw, de deuropening die momenteel niet in gebruik is, wordt opnieuw voorzien van nieuw buitenschrijnwerk. In het bijgebouw wordt er een vloer toegevoegd en wordt het vloerniveau verlaagd om zo twee leslokalen te creëren.
Op basis van oudere foto’s en de huidige gegevens blijkt dat het buitenschrijnwerk werd vervangen: authentiek houten buitenschrijnwerk werd vervangen door houten buitenschrijnwerk op de gelijkvloerse verdieping en op de verdiepingen door vlak geprofileerd schrijnwerk in aluminium of pvc. In 2009 werd er een vergunning verleend voor onder andere het wijzigen van het buitenschrijnwerk onder voorwaarden: indien het schrijnwerk vervangen zou worden moest dit gebeuren naar bestaand model qua materiaal en profilering. Op basis van de aangeleverde en beschikbare informatie kan gesteld worden dat niet werd voldaan aan deze voorwaarden. De indeling van het schrijnwerk werd niet hernomen op de gelijkvloerse verdieping, het materiaalgebruik werd niet correct toegepast op de verdiepingen. Het buitenschrijnwerk dient bijgevolg te worden uitgesloten uit de aanvraag.
De interne wijzigingen hebben geen impact op de erfgoedwaarde en zijn aanvaardbaar.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg bijgetreden. De wijzigingen aan het buitenschrijnwerk worden uitgesloten van de vergunning. Een geïntegreerd voorstel voor het buitenschrijnwerk (incluis voordeur) dient via een aparte aanvraag ingediend te worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het project voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken gebeuren binnen de bestaande en vergunde gebouwen, zodat de aanvraag niet leidt tot bijkomende hinder voor de omgeving.
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van gemeenschapsvoorziening, een schoolgebouw, blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de gelijkvloerse raamopeningen mogen niet permanent afgedekt zijn.
Uitsluitingen
Er wordt geen vergunning wordt verleend voor alle wijzigingen aan het buitenschrijnwerk die niet overeenstemmen met de laatst vergunde toestand van 2009.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
31 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
29 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
30 maart 2019 |
Verslag GOA |
12 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de gelijkvloerse raamopeningen mogen niet permanent afgedekt zijn.
Uitsluitingen
Er wordt geen vergunning wordt verleend voor alle wijzigingen aan het buitenschrijnwerk die niet overeenstemmen met de laatst vergunde toestand van 2009.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.