Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019006052 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Emilie Van Loock met als contactadres Nijverheidslei 21 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Nijverheidslei 21 te 2180 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 33sectie H nr. 539H4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van verbouwingen aan een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- eengezinswoning;
- intern: inkomhal met steektrap recht op inkomdeur.
- centrale hal met aan twee zijden deuren naar leef- en woonruimte;
- achteraan tegen de rechter perceelsgrens is een bergplaats voorzien binnen een klein extra volume.
Bestaande toestand
- eengezinswoning in halfopen bebouwing, bestaande uit twee bouwlagen onder zadeldak;
- de gevel is opgetrokken in rode baksteen en voorzien van zwart aluminium buitenschrijnwerk;
- de woning is 5 m breed, met een restzone van 2 m tot aan de perceelsgrens;
- de oorspronkelijke bouwdiepte bedroeg 10,50 m. Er werd een recentere uitbreiding uitgevoerd op het gelijkvloers tegen de rechterbuur. Deze is 2,80 m diep en heeft een hoogte van 3,60 m;
- intern zijn een aantal constructieve werken uitgevoerd, zoals het verplaatsen van de trap en het openwerken van enkele constructieve muren (ter hoogte van de centrale hal en in de achtergevel);
- de voortuin is groen aangelegd en voorzien van een pad aan de linkerzijde (2 m breed);
- de afsluiting van de voortuin werd gedeeltelijk weggebroken.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de bestaande toestand:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt: :
de voortuin dient afgesloten te worden daar waar dit voor een deel van de voortuin niet meer het geval is;
de opstand ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak verloopt van 10 tot en met 20 cm. Dit wijkt af van de minimaal vereiste dakopstand van 30 cm.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werden in de aanvraag geen afwijkingen geconstateerd waarover werd geoordeeld dat aan het college dient geadviseerd te worden ze te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de regularisatie van een beperkte verbouwing en uitbreiding van een bestaande en vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van vermelde functie met de bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan is de woning correct functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De regularisatie houdt qua volumetrie voornamelijk een beperkte gelijkvloerse uitbreiding aan de achterzijde van de woning in en gelet op de maatvoering hiervan, een totale bouwdiepte van 13,30 m, een bouwhoogte van ongeveer 3,90 m en een voldoende grote afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, is het te regulariseren volume ruimtelijk aanvaardbaar, in overeenstemming met de bebouwing in de buurt en met de goede ruimtelijke ordening. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is bijgevolg gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te regulariseren delen situeren zich voornamelijk aan de achterzijde van de woning en zijn nagenoeg niet zichtbaar vanop het openbaar domein. Desalniettemin is het gebruik van nieuw donkergrijs aluminium schrijnwerk in de gehele woning van algemene aard en aanvaardbaar en is tevens het gebruikte materiaal voor de nieuwe uitbreiding achteraan, houten beplanking, visueel acceptabel in de gebouwde omgeving en in harmonie met de bestaande gebouwdelen van de woning in kwestie. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook zonder meer gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. gelet op het feit dat de opstand van het platte dak niet minimaal 30 cm bedraagt ten opzichte van de scheidsmuur, dient een strook van minimaal 30 cm van het platte dak, aansluitend aan vermelde scheidsmuur, te worden bekleed met brandwerend materiaal met Rf1u;
2. de voortuinafsluiting dient hersteld te worden ter hoogte van het weggebroken deel en dit tot aan het bestaande toegangspad;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
6 april 2019 |
Verslag GOA |
15 maart 2019 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. gelet op het feit dat de opstand van het platte dak niet minimaal 30 cm bedraagt ten opzichte van de scheidsmuur, dient een strook van minimaal 30 cm van het platte dak, aansluitend aan vermelde scheidsmuur, te worden bekleed met brandwerend materiaal met Rf1u;
2. de voortuinafsluiting dient hersteld te worden ter hoogte van het weggebroken deel en dit tot aan het bestaande toegangspad;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.