Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
|
Projectnummer: |
OMV_2018111096 |
|
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
|
Gegevens van de exploitant: |
NV Vimmo nv met als adres Merksemsebaan 264 te 2110 Wijnegem |
|
Ligging van het project: |
Terbekehofdreef 71 en 71A-B te 2610 Wilrijk-Antwerpen |
|
Kadastrale gegevens: |
afdeling 44 sectie D nrs. 528A en 529A |
|
Inrichtingsnummer: |
20180415-0019 |
|
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
|
Voorwerp van de aanvraag: |
de verdere exploitatie van een lakkerij en schrijnwerkerij |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat een schrijnwerkerij met lakkerij, die zich toespitst op het vervaardigen van keukens.
Aangevraagde rubrieken
|
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
|
4.3.c)2°i) |
andere inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen dan de inrichtingen, vermeld in a) en b), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 25 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
58,2 kW |
|
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
51,5 kW |
|
17.1.2.2.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 3.000 liter tot en met 10.000 liter; |
9.000 liter |
|
17.3.2.1.2.1° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt ≥ 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; |
0,757 ton |
|
17.3.6.1°a) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
0,757 ton |
|
17.3.7.1°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
0,157 ton |
|
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
1.484 liter |
|
19.3.1°a) |
inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
147,85 kW |
|
19.6.1°a) |
opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal; |
50 m³ |
|
24.4. |
laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
1 labo voor het mengen van verven |
|
43.1.1°a) |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
780 kW |
CLP-tabel (zie bijlage)
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
|
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
|
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
23 november 2018 |
14 december 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
|
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
|
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
23 november 2018 |
18 december 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de verdere exploitatie van een lakkerij en schrijnwerkerij, die zich toespitst op het vervaardigen van keukens.
De aanvraag is gesitueerd in een bestaand bedrijfsgebouw, gebouwd in tweede lijn, in een industriegebied in de deelgemeente Wilrijk.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een omgevingsvergunning voor een productiebedrijf van maatkasten gelegen te Terbekehofdreef 71 in Wilrijk. Het betreft in feite een bestaande schrijnwerkerij met lakkerij, die zich toespitst op het vervaardigen van keukens.
De aanvraag wordt ingediend als een hernieuwing van de milieuvergunning met referentieMLAV1/98-140 die werd afgeleverd aan Meubelen Bos. Deze vergunning is verlopen op 23 oktober 2018 en eveneens werd de vergunning nooit overgenomen. Hierdoor wordt de omgevingsvergunning behandeld als een nieuwe aanvraag.
Milieutechnisch betreft het de exploitatie van hoofdzakelijk de opslag van een propaantank en het aanbrengen van bedekkingsmiddelen. De gastank, opgesteld buiten het magazijn, wordt gebruikt voor de verwarming van de werkplaatsen. De tank met een waterinhoud van 9.000 liter werd door keuringsorganisme Veritas op 18 maart 2018 afgekeurd. Het keuringsverslag vermeldt het ontbreken van een pijpleidingsattest, een conformiteitsverklaring van de tank én een goedgekeurd indienstnameverslag. Het aanbrengen van bedekkingsmiddelen gebeurt in een spuitcabine van 58,2 kW.
Het aanvraagdossier omvat een bestelbon voor luchtemissiemetingen. De sectorale voorwaarden schrijven voor het coaten van hout (die gebruik maken van minder dan 15 ton solventhoudende bedekkingsmiddelen) de norm van 150 milligram/Nm³ voor of men dient aan te tonen dat er voldaan wordt aan de bepalingen van het equivalent reductieprogramma.
Verder beschikt de inrichting over twee luchtcompressoren met een totaal vermogen van 51,5 kW, verscheidene houtbewerkingsmachines, de opslag van gevaarlijke stoffen en de exploitatie van gasluchtverhitters. Deze laatste betreffen allen meldingsplichtige activiteiten.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden kan de hinder voor de omgeving en de omwonenden tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen met uitsluiting van de propaantank en gasluchtverhitters. Voor de coatingactiviteiten worden bijzondere voorwaarden voorgesteld.
Geadviseerde rubrieken
|
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
|
4.3.c)2°i) |
andere inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen dan de inrichtingen, vermeld in a) en b), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 25 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
58,2 kW |
|
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
51,5 kW |
|
17.1.2.2.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 3.000 liter tot en met 10.000 liter; |
ongunstig advies |
|
17.3.2.1.2.1° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt ≥ 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; |
0,757 ton |
|
17.3.6.1°a) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
0,757 ton |
|
17.3.7.1°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;
|
0,157 ton |
|
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
1.484 liter |
|
19.3.1°a) |
inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
147,85 kW |
|
19.6.1°a) |
opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal; |
50 m³ |
|
24.4. |
laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
1 labo voor het mengen van verven |
|
43.1.1°a) |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
ongunstig advies |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
|
1. |
Uiterlijk op 15 augustus 2019 bezorgt de exploitant het college van burgemeester en schepenen het luchtemissieverslag van de coatingactiviteiten. Het verslag wordt bij voorkeur digitaal verstuurd naar omgevingsvergunning@antwerpen.be. Indien blijkt dat de toepasselijke emissiegrenswaarden voor afgassen overschreden worden, wordt op dezelfde moment aan het college een equivalent reductieprogramma voor vluchtige organische stoffen voorgelegd. Hieruit moet duidelijk blijken dat de emissies sterk worden gereduceerd én dat er oplosmiddelarme alternatieven worden toegepast. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
|
Procedurestap |
Datum |
|
Indiening aanvraag |
2 november 2018 |
|
Volledig- en ontvankelijk |
23 november 2018 |
|
Start openbaar onderzoek |
30 november 2018 |
|
Einde openbaar onderzoek |
29 december 2018 |
|
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
|
Uiterste beslissingsdatum |
8 maart 2019 |
|
Verslag GOA |
6 februari 2019 |
|
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
|
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
|
30 november 2018 |
29 december 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning deels goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Bijzondere milieuvoorwaarden
|
1. |
Uiterlijk op 15 augustus 2019 bezorgt de exploitant het college van burgemeester en schepenen het luchtemissieverslag van de coatingactiviteiten. Het verslag wordt bij voorkeur digitaal verstuurd naar omgevingsvergunning@antwerpen.be. Indien blijkt dat de toepasselijke emissiegrenswaarden voor afgassen overschreden worden, wordt op dezelfde moment aan het college een equivalent reductieprogramma voor vluchtige organische stoffen voorgelegd. Hieruit moet duidelijk blijken dat de emissies sterk worden gereduceerd én dat er oplosmiddelarme alternatieven worden toegepast. |
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden en richtlijnen, opgenomen in het advies met referentie BW/KVLO/2018/G.01256.WI.0001, dienen strikt nageleefd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
|
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
|
4.3.c)2°i) |
andere inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen dan de inrichtingen, vermeld in a) en b), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 25 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
58,2 kW |
|
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
51,5 kW |
|
17.3.2.1.2.1° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt ≥ 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; |
0,757 ton |
|
17.3.6.1°a) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
0,757 ton |
|
17.3.7.1°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;
|
0,157 ton |
|
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
1484 l |
|
19.3.1°a) |
inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
147,85 kW |
|
19.6.1°a) |
opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal; |
50 m³ in een lokaal |
|
24.4. |
laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt. |
1 labo voor het mengen van verven |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
|
1. |
Uiterlijk op 15 augustus 2019 bezorgt de exploitant het college van burgemeester en schepenen het luchtemissieverslag van de coatingactiviteiten. Het verslag wordt bij voorkeur digitaal verstuurd naar omgevingsvergunning@antwerpen.be. Indien blijkt dat de toepasselijke emissiegrenswaarden voor afgassen overschreden worden, wordt op dezelfde moment aan het college een equivalent reductieprogramma voor vluchtige organische stoffen voorgelegd. Hieruit moet duidelijk blijken dat de emissies sterk worden gereduceerd én dat er oplosmiddelarme alternatieven worden toegepast. |
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren wat betreft volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
| Rubrieken | Omschrijving | Hoeveelheid |
| 17.1.2.2.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 3.000 liter tot en met 10.000 liter; |
9.000 liter |
| 43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
780 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning deels ingaat op 15 februari 2019 voor onbepaalde duur.