Terug
Gepubliceerd op 19/03/2019

2019_CBS_01994 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2018141344. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/03/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2019_CBS_01994 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2018141344. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_01994 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2018141344. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2018141344

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Bayer Agriculture met als adres Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BVBA Bayer Agriculture met als adres Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie A nrs. 162S en sectie F nrs. 112H

Inrichtingsnummer:

20170524-0022 (MONSANTO EUROPE)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

aanleggen en exploiteren  van een opslagplaats voor ontvlambare vloeistoffen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Op 20 maart 1997 verleende het college van de stad Antwerpen stedenbouwkundige vergunning (HV/1996/DROV/AN5/96/B/1250 – 19961369) voor het aanpassen van centrale opslagplaatsen en containerstaanplaats, gelegen Scheldelaan 450, Antwerpen.


Inhoud van de aanvraag
Het aanleggen van een opslagplaats voor ontvlambare vloeistoffen.


Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 30 juni 2011 een milieuvergunning aan Monsanto Europe nv voor het verder exploiteren van de afdeling Centrale magazijnen en opslagplaatsen horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 30 juni 2031. Op 12 oktober 2017 verleende de deputatie een vergunning voor de verandering van de afdeling. Sinds 23 augustus 2018 is de maatschappelijke naam van deze firma Bayer Agriculture.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft hoofdzakelijk een uitbreiding van de opslag van gevaarlijke stoffen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

5.3.2°

opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 2 ton;

+222 ton

6.4.3°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter;

+222 liter

15.1.2°

het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

+6 voertuigen

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2;

 

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+222 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+222 ton

17.3.2.3.3°

brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+222 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+222 ton

17.3.5.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton;

+222 ton

17.3.6.3°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+222 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+222 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+222 ton

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 800 ton in openlucht als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+222 ton in openlucht

26.2.

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van meer dan 10 ton.

+222 ton

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen - milieu

23 januari 2019

 28 februari 2019

 gunstig

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor de Scheldelaan ten westen - Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat op de inkuiping valt, zal worden afgevoerd naar een nieuwe opvanggoot. Na controle en vrijgave door het labo wordt het hemelwater naar de hemelwaterriolering gepompt. Voor het aspect infiltratie wordt een afwijking aangevraagd met als motivatie de aanwezige bodemverontreiniging. Deze motivatie is aanvaardbaar waardoor een afwijking op het aspect infiltratie gunstig kan worden geadviseerd.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

In het zuiden van een grootschalig chemiebedrijf wordt een opslagplaats voor containers met ontvlambare vloeistoffen uitgebreid. Hiervoor dient de terreinverharding, bestaande uit beton en geprefabriceerde betonplaten, uitgebroken te worden. De uitbreiding, met een oppervlakte van circa 680 m², wordt volledig ingekuipt en afhellend naar een opvanggoot aangelegd. Langs de noord- en westzijde van de inkuiping wordt een strook in beton aangelegd.

Volgens de aanvraag worden de containers op chassis geplaatst.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe verharding wordt aangelegd in gewapend beton waarop wegmarkeringen worden aangeduid. Dwars voor de gemarkeerde opslagplaatsen wordt een nieuwe stalen stootbalk geplaatst. De inkuiping wordt voorzien van een omheining in de vorm van een leuning van circa 1,40 meter hoog in gegalvaniseerd staal, geel-zwart geschilderd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De opslagplaats is afgebakend door een stootbalk en omheiningen.

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De afdeling Centrale magazijnen en opslagplaatsen van Bayer Agriculture omvat verschillende opslagplaatsen voor grondstoffen, tussenproducten, afgewerkte producten, afvalstoffen, verpakkingsmaterialen, schroot en (gebruikte) lege vaten, evenals parkeerruimte voor vrachtwagens en containers (lege en volle).

Op de vergunde chassisparking Oost worden maximaal 14 tankcontainers tijdelijk gestald in afwachting van aflading in de afdeling. Aangezien deze tankcontainers soms langer dan één dag tijdelijk gestockeerd worden op deze parking wordt dit als opslag aanzien. Deze bestaande parking wordt nu uitgebreid naar 20 tankcontainers. De vergunde hoeveelheden Seveso-stoffen per categorie veranderen niet (200 ton van Seveso-categorieën P5a/H2, P5c en E1/E2). De totale hoeveelheid Seveso-stoffen zal door deze bijkomende zes plaatsen wel toenemen met maximaal 200 ton tot 600 ton (20 containers van 30 ton) voor deze parking.

Bijkomend aan de chassisparking Oost wordt een nieuwe parking West voorzien voor eveneens 20 tankcontainers. In totaal zullen er op deze parking ook maximaal 600 ton aan Seveso-stoffen aanwezig kunnen zijn. Het betreft maximaal 222 ton van de Seveso-categorieën P5a/H2, P5c en E1/E2. Ook niet-Seveso-stoffen kunnen tijdelijk worden opgeslagen op deze parking. De volgende indelingsrubrieken van VLAREM zijn van toepassing, telkens maximaal 222 ton per indelingsrubriek

-         biociden (rubriek 5.3);
-         brandbare vloeistoffen (rubriek 6.4);
-         GHS02: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, cat. 1/2/3 en overige (rubriek 17.3.2.1.2, 17.3.2.2, 17.3.2.3);
-         GHS05: bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (rubriek 17.3.4);
-         GHS06: giftige vloeistoffen en vaste stoffen (rubriek 17.3.5);
-         GHS07: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Rubriek 17.3.6);
-         GHS08: op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (rubriek 17.3.7);
-         GHS09: aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (rubriek 17.3.8);
-         kunststoffen (rubriek 23.3);
-         lijmen (rubriek 26.2).

Voor rubriek 6.4.3° wordt er in de rubriekentabel bij het voorwerp van de aanvraag een verhoging van slechts 222 liter aangevraagd, terwijl dit allicht een verhoging van 222.000 liter betreft.

De parkeerplaatsen worden uitgevoerd met een vloeistofdichte, hellende vloer met opstaande rand. Hemelwater wordt opgevangen in opvangputten. Alvorens het water wordt weggepompt, worden er stalen genomen en geanalyseerd.

Er wordt in het aanvraagdossier niet verduidelijkt wat er met het water gebeurt als er een verontreiniging wordt vastgesteld. Er wordt vanuit gegaan dat dit ter plaatse wordt behandeld in de centrale afvalwaterzuiveringsinstallatie van de site of wordt afgevoerd voor externe verwerking.

Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. Er werd in 2013 reeds een omgevingsveiligheidsrapport (OVR13/37) opgesteld voor de ganse site. Het aanvraagdossier bevat een e-mail van het Team Externe veiligheid van het departement Omgeving waarin gesteld wordt dat er voor onderhavig project geen veiligheidsnota moet opgesteld worden.

Verder wenst men nog de locatie van een bestaande afvalparking te wijzigen. Het betreft een parking waar maximaal 20 containers staan waarin lege vaten, schroot, bouw- en sloopafval, plastiekafval, lege verfpotten, afvalhout,… worden opgeslagen.

Volgens het aanvraagdossier is dit afvalcontainerpark vergund onder indelingsrubriek 15.1.2. Deze rubriek is bedoeld voor het stallen van voertuigen, niet voor het stallen van containers met afval. Mogelijk moeten er nog één of meerdere afvalrubrieken voor deze activiteit aangevraagd worden.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

5.3.2°

opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 2 ton;

+222 ton

6.4.3°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter;

+222 liter

15.1.2°

het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

+6 voertuigen

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2;

 

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+222 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+222 ton

17.3.2.3.3°

brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+222 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+222 ton

17.3.5.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton;

+222 ton

17.3.6.3°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+222 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+222 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+222 ton

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 800 ton in openlucht als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+222 ton in openlucht

26.2.

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van meer dan 10 ton.

+222 ton

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

18 januari 2019

Start openbaar onderzoek

26 januari 2019

Einde openbaar onderzoek

24 februari 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

9 maart 2019

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

26 januari 2019

24 februari 2019

1

0

0

1


Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Petrochemical Pipeline Services. Met deze brief reageert Petrochemical Pipeline Services op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het project. Het schrijven van Petrochemical Pipeline Services werd digitaal verstuurd, via het Omgevingsloket, waardoor de provincie, als vergunningverlener, reeds over dit schrijven beschikt.

 

Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Elia Asset nv. Met deze brief reageert Elia Asset op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project, maar wijst op de van kracht zijnde veiligheidsvoorschriften in de nabijheid van de ondergrondse hoogspanningskabels en optische vezelverbindingen. Het schrijven van Elia Asset en de bijhorende bijlagen wordt aan de provincie, als vergunningverlener, bezorgd.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.