2019_CBS_00813 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. VOORWAARDELIJK GUNSTIG ADVIES - 2018145942. Bovengrondse verbinding 380kV Zandvliet-Rilland - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

• Op 3 oktober 2014 heeft de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar stedenbouwkundige vergunning verleend (8.00/11002/381700.13) voor werken aan het onderstation 380/150kV: nieuwe masten P1&P2, de afbraak van P14bis, een nieuwe mast P17N, de afbraak van P17, de installatie van een tweede dwarsregeltransformator en het uitvoeren van lijnwerken, gelegen Scheldelaan zn, Antwerpen.

Inhoud van de aanvraag

• Vernieuwen van de geleiders van de bovengrondse verbinding Zandvliet-Rilland

Adviezen

Externe adviezen

 Interne adviezen

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is deels gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Lillo-Zandvliet (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009). Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, meer bepaald voor constructies en installaties voor transport van elektriciteit. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van deze specifieke gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten.
Rond de constructies en installaties wordt een groene buffer aangebracht, in functie van visuele afscherming.

Het goed is deels gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is het goed bestemd als Zone voor permanente ecologische infrastructuur. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden. Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten. Alle handelingen voor de bestaande leidingen in het gebied zijn toegelaten voor zover het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.

Nog volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, maar buiten de afbakeningslijn, ligt het goed in een Natuurgebied met overdruk Grote Eenheden Natuur. Over het gebied lopen twee overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor wat betreft het deel dat ligt binnen het GRUP Hoogspanningslijn Lillo-Zandvliet. Het deel van de aanvraag dat zich bevindt in Natuurgebied volgens het GRUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften horende bij deze bestemming. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijke beperkte impact hebben (waaronder de aanleg, wijziging of uitbreiding van onder- of bovengrondse elektriciteitsleidingen die bedoeld zijn voor het openbaar distributienet vallen, cfr. Hoofdstuk III, artikel 3 §1 5° van het besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening) mag echter worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het goed grenst aan de Scheldelaan, bestemd als gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Scheldelaan lopen twee overdrukken met als aanduiding Leidingstraat en Hoogspanningsleiding.

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek van toepassing. Volgens dit GRUP loopt over het gebied een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

Meer ten westen, is het Gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Bestaande waterwegen (Schelde) en Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten. Over een deel van dit gebied loopt een overdruk met als aanduiding Reservatiestrook.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Sectorale wetgeving

MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag.
Voor de aangevraagde werken kon een ontheffing van Mer-plicht worden bekomen daar het project valt onder rubriek 3.b van bijlage II van het besluit van de Vlaamse regering van 10/12/2004 (BS 17/02/2005), met name “industriële installaties voor het transport van elektrische energie via bovengrondse leidingen van 150 kV of meer over een lengte van 5 km tot 15 km, of die over een ononderbroken lengte van 1 km of meer in een bijzonder beschermd gebied gelegen zijn. Een ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-MER werd toegekend voor een periode van 4 jaar ingaande op 19 november 2018 en maakt deel uit van de vergunningsaanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid
In het noorden van het havengebied op rechterscheldeoever, worden, ten noorden van een bestaand onderstation, op de bestaande hoogspanningslijn Zandvliet-Rilland de geleiders vervangen door HTLS-geleiders. High Temperature Low Sag-geleiders bezitten een hogere transportcapaciteit waardoor de interconnectie tussen Nederland en België versterkt kan worden. Voorliggende aanvraag situeert zich enkel op het Belgisch grondgebied waarbij over een lengte van circa 490 m de geleiders worden vervangen.

De werfzone wordt ingericht op Nederlands grondgebied met uitzondering van een kleine werfinstallatie nabij mast P17N in het hoogspanningsstation zelf. Voor het uitvoeren van de werken, moeten de masten met grote machines bereikt kunnen worden. Hiervoor worden werftoegangen aangelegd waarvan de inplanting nog niet is vastgelegd. Dit maakt het voorwerp uit van besprekingen met de eigenaars en gebruikers van de betrokken percelen. Een standaardtoegang zal 5 m breed zijn en wordt uitgevoerd met stalen rijplaten om de ondergrond te beschermen.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Daar de aanvraag valt onder werken van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact, zijn de werken verenigbaar met de ruimtelijke context van het gebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De werken vinden plaats aan een bestaande hoogspanningslijn met een lengte van circa 7 km gelegen tussen de hoogspanningsstations Rilland (Nederlands grondgebied) en Zandvliet. Voorliggende aanvraag betreft enkel het deel op Belgisch grondgebied en strekt zich uit over een lengte van circa 490 m waarbij het een onderdeel van het VEN (namelijk Slikken en schorren langsheen de Schelde) kruist en een speciale beschermingszone (Schelde en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent) nadert. In het kader van het ontheffingsverzoek, werd advies gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos. Zij stellen vast dat het project geen betekenisvolle aantasting veroorzaakt aan de instandhoudingsdoelstellingen van speciale beschermingszones, mits het respecteren van voorgestelde milderende maatregelen.

Advies werd gevraagd aan EPM Shell wegens de nabijheid van een pijpleiding die onder hun beheer valt. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Er wordt beïnvloeding op de pijpleiding in beheer bij Shell gevreesd door het opzet van de aanpassing nl. de versterking van de interconnectie tussen Zandvliet (in België) en Rilland (in Nederland). Er wordt gevraagd om een beïnvloedingsstudie op te maken, welke een wettelijke verplichting zou zijn. Er wordt geen verdere duiding gegeven bij deze gevreesde beïnvloeding. Volgens de aanvraag die leidde tot de ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-MER treedt er door de transpositie van de fasen een afname op van het magnetisch veld in de toekomstige situatie en worden er geen aanzienlijke effecten van EM-velden verwacht ten aanzien van dit project. Het verlenen van een omgevingsvergunning doet geen afbreuk aan een eventuele verplichting tot opmaak van een beïnvloedingsstudie.

Advies van het college

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- de preventieve maatregelen zoals opgenomen in de aanvraag tot ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-MER (p. 28) dienen te worden nageleefd:

- de nodige (organisatorische) acties ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt;
- de voorwaarden uit het advies van EPM Shell dienen te worden nageleefd voor zover de opmaak van een beïnvloedingsstudie een wettelijke verplichting is, zoals aangegeven in het advies;
- de voorwaarden uit het advies van Air Liquide dienen te worden nageleefd;
- de voorwaarden uit het advies van Fluxys nv dienen te worden nageleefd;
- de voorwaarden uit het advies van Waterlink dienen te worden nageleefd.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Bespreking van de bezwaren

Er werd één bezwaarschrift ingediend dat handelt over volgend bezwaar:

De bezwaarindiener wijst er op dat de werken worden uitgevoerd op domein van de Vlaamse Waterweg en dat de aanvrager de Vlaamse Waterweg op de hoogte dient te brengen van de eventuele inname van domeingrond voor een aanpassing van de bestaande domeinvergunning.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

Een omgevingsvergunning regelt geen zakelijke rechten. Het bezwaar kan wel ter informatie worden overgemaakt.

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. De deputatie verzoekt het college om:

• een openbaar onderzoek te houden;
• advies uit te brengen.

Ligging van het project: Bovengrondse verbinding 380kV Zandvliet-Rilland, Antwerpen