Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018034029 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Garage Carlo Deckx bvba met als adres Dascottelei 147 te 2100 Deurne-Antwerpen |
Ligging van het project: |
Dascottelei 143, 2100 Deurne-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 31 sectie B nrs. 429 G4 en 429 A6 |
Inrichtingsnummer: |
20180321-0042 |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
onderhoud en herstellen van wagens en de verkoop van tweedehandswagens |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 10 juni 1999 verleende het college een milieuvergunning (AN99/115) aan Garage Carlo Deckx, Dascottelei 143 te Deurne. De vergunning is geldig tot 10 juni 2019.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de hernieuwing, verandering en actualisatie van een vergunning voor de exploitatie van een garageherstelwerkplaats gelegen aan de Dascottelei 143 te Deurne.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
+ 0,08 m³/uur |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
- 19.200 liter |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
5 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens |
15.3.2° |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
7 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
1 voertuigen en hun aanhangwagens/dag (2/week) |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+ 2 kW |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
8,33 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.3.7.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
190 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
20 november 2018 |
6 december 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van onderhoud en herstellen van wagens en de verkoop van tweedehandswagens.
De aanvraag is gesitueerd in een cluster van garages, werkplaatsen en magazijnen in het binnengebied van een ruim bouwblok. Voor de garage is er een parking tussen een onafgewerkte rij van meergezinswoningen.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Garage Deckx is een inrichting voor onderhoud en herstelling van wagens en de verkoop van tweedehandswagens. De werkplaats beschikt over 2 schouwputten en 5 hefbruggen (rubriek 15.3.2). Er worden reparaties aan remmen, uitlaat, oliewissel en dergelijke uitgevoerd. Het aantal wagens dat voor onderhoud of herstelling wordt binnen gebracht is beperkt tot maximum 14 per dag.
Er worden nieuwe activiteiten toegevoegd meer bepaald het wassen van auto’s (rubriek 15.4.2.a – 2 voertuigen per week), de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (rubriek 17.4 – 190 liter) en de opslag van stookolie in een ondergrondse dubbelwandige tank (rubriek 17.3.2.1.1.1.b – 8,33 ton).
Er vindt geen opslag meer plaats van keroseen en de lozing van het huishoudelijk afvalwater is niet meer indelingsplichtig (0,5 m³/uur).
Verder worden nog volgende veranderingen doorgevoerd:
- Vermeerdering met 0,08 m³/uur van het lozingsdebiet van het bedrijfsafvalwater (rubriek 3.4.1.a – 0,1 m³/uur);
- Vermindering van de opslag van afvalolie en smeerolie met 19.200 liter (rubriek 6.4.1 – 20.800 liter);
- Vermeerdering van het vermogen van inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen met 2 kW (rubriek 16.3.1.1 – 7,5 kW).
De overige activiteiten veranderen (behalve een rechtzetting van de CLP) niet.
De wasplaats is naast de dubbele schouwput gelegen maar afgescheiden met een hoge muur. Het afvalwater afkomstig van het wassen van de voertuigen wordt via een KWS-afscheider naar de openbare riolering geleid.
Er is geen gescheiden afvoersysteem aanwezig waardoor zowel regenwater als huishoudelijke afvalwater en bedrijfsafvalwater samen geloosd wordt in de riolering. De afwatering van de parking verloopt niet via de KWS-afscheider. Aangezien de parking is uitgevoerd in klinkers en deze bijgevolg niet vloeistofdicht is, mogen hier zeker geen geaccidenteerde voertuigen gestald worden.
De hele binneninrichting is voorzien van een vloeistofdichte vloer. Afvalolie en stookolie worden opgeslagen in ondergrondse, dubbelwandige tanks voorzien van lekdetectiesysteem en overvulbeveiliging. De bovengrondse opslagtanks staan in de smeerput (inkuiping) en zijn ook voorzien van overvulbeveiliging. Smeerolie wordt opgeslagen in twee opslagtanks (2 x 4.000 liter) voorzien van lekbakken. Het drukvat voor de opslag van afvalolie (1.000 liter) staat niet in een lekbak maar is ingekuipt in de smeerput. Olievaten en antigel staan ook op lekbakken.
De keuringsattesten van de ondergrondse en bovengrondse tanks werden opgevraagd maar nog niet ontvangen.
Tijdens een plaatsbezoek op 18 januari 2019 werd het volgende vastgesteld:
- de lekbakken waarop de smeerolietanks geplaatst zijn, geen afsluitdoppen bevatten;
- de ondergrondse stookolie- en afvalolietank een oranje label hadden;
- de dubbelde schouwput niet in gebruik was;
- er geen recent reinigingsattest van de KWS-afscheider kon voorgelegd worden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
+ 0,08 m³/uur |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
- 19.200 liter |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
5 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens |
15.3.2° |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
7 schouwbruggen of hefbruggen |
15.4.2°a) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
1 voertuigen en hun aanhangwagens/dag (2/week) |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+ 2 kW |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
8,33 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.3.7.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
190 liter |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,1 m³/uur |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
20.800 liter |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
5 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens |
15.3.2° |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
7 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
1 voertuigen en hun aanhangwagens/dag (2/week) |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
7,5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
8,33 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.3.7.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
190 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Binnen de 6 maanden na verlening van de vergunning bezorgt de exploitant aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het referentienummer OMV_2018034029): - keuringsattesten van de ondergrondse en bovengrondse tanks; - een recent bewijs dat de KWS-afscheider gereinigd wordt; - een bewijs dat de lekbakken horende bij de bovengrondse tanks voor smeerolie in de schouwput voldoen aan de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II hoofdstuk 5.17. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
29 oktober 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 november 2018 |
Start openbaar onderzoek |
30 november 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
29 december 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 maart 2019 |
Verslag GOA |
21 januari 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
30 november 2018 |
29 december 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Binnen de 6 maanden na verlening van de vergunning bezorgt de exploitant aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het referentienummer OMV_2018034029): - keuringsattesten van de ondergrondse en bovengrondse tanks; - een recent bewijs dat de KWS-afscheider gereinigd wordt; - een bewijs dat de lekbakken horende bij de bovengrondse tanks voor smeerolie in de schouwput voldoen aan de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II hoofdstuk 5.17. |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 1 februari 2019 voor onbepaalde duur.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,1 m³/uur |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
20.800 liter |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
5 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens |
15.3.2° |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
7 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) |
niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 voertuigen en hun aanhangwagens per dag, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
1 voertuigen en hun aanhangwagens/dag (2/week) |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
7,5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
8,33 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.3.7.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
0,448 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
190 liter |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. |
Binnen de 6 maanden na verlening van de vergunning bezorgt de exploitant aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het referentienummer OMV_2018034029): - keuringsattesten van de ondergrondse en bovengrondse tanks; - een recent bewijs dat de KWS-afscheider gereinigd wordt; - een bewijs dat de lekbakken horende bij de bovengrondse tanks voor smeerolie in de schouwput voldoen aan de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II hoofdstuk 5.17. |
De standaardbrandweervoorwaarden dienen strikt nageleefd te worden.