Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2018000164 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV AVENO met als adres Nieuwelandenweg 32 bus 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Nieuwelandenweg 32 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 15sectie A nr. 515A |
Inrichtingsnummer: |
20180102-0034 (Aveno) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verandering door wijziging en uitbreiding van een voedingsbedrijf |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- op 17 december 1990 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/76717-90/232 – 19901083) voor het bouwen van magazijnen, bureelgebouw en garagewerkplaats;
- op 31 maart 1994 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HV/1993/5-93/B/1642 – 1994425) voor de verbouwing van een magazijn en een uitbreiding met luifel;
- op 26 oktober 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (2017002983) voor de regularisatie van een industrieel gebouw/opslaghal.
Voorgeschiedenis milieu
- op 22 december 2016 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend aan Aveno Cargo Center nv voor de exploitatie van een voedingsbedrijf, voor een termijn verstrijkend op 22 december 2036. Op 26 juli 2018 nam de deputatie akte van de overdracht van het voedingsbedrijf door Aveno nv.
Inhoud van de aanvraag
Deze aanvraag betreft de verandering van een voedingsbedrijf.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
6.5.1° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; |
verplaatsing van een verdeelslang |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
100 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
-45,4 kW |
16.3.1.2° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen - ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 200 kW; |
126,69 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
2.879,6 liter |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; |
1.800 liter |
17.3.2.1.1.2° |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ? 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; |
verplaatsing van een opslagtank van 33,6 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
3.000 liter |
43.1.1°a) |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas; |
96 kW |
45.3.3°a) |
inrichtingen voor het bereiden van voedingsvetten van plantaardige of dierlijke oorsprong: oliën, vetten, margarines, gelatine enzovoort, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 1.000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. |
-70,45 kW |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
HB//HKD/GM |
6 december 2018 |
|
Gunstig |
HB//INFR/RO-M |
6 december 2018 |
|
Gunstig |
HB//PATR/CONC |
6 december 2018 |
|
Gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Over dit gebied loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.
De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Binnen een straal van 500 meter is voormeld GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier ook het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan, gelegen aan de westzijde van de aanvraag, is bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Aan de westzijde van de aanvraag loopt tevens van noord naar zuid de bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur. Ten noorden van de aanvraag bevindt zich een Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.
Ten noorden van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen van toepassing met als bestemming Natuurgebied. Hierover loopt nog een overdruk met als aanduiding Bestaande afzonderlijke leidingen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA omvat.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA omvat.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft een verandering bij een reeds vergund voedingsbedrijf. Het gaat voornamelijk om de regularisatie van vermogens van bepaalde installaties en de hoeveelheden van bepaalde opslag. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, is het plaatsen van constructies niet groter dan 200 m² binnen bepaalde randvoorwaarden vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Voor de verplaatsing van de tank en de tankplaats lijkt aan deze randvoorwaarden voldaan. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Aveno nv baat een voedingsbedrijf uit aan de Nieuwelandenweg. Er worden oliën, (frituur)vetten en margarines geproduceerd en opgeslagen. De onderhavige aanvraag omvat hoofdzakelijk regularisaties ten opzichte van de in de vergunningsaanvraag beoogde situatie voor het nieuwe voedingsbedrijf.
De tankplaats (1 verdeelslang) wordt verplaatst ten opzichte van de in de vergunningsaanvraag van 2016 voorziene locatie. Het betreft een overdekte tankplaats. De houder voor dieselolie (40.000 l) werd eveneens op een andere locatie geplaatst dan aanvankelijk voorzien. Het aanvraagdossier bevat een recent geldig keuringsattest van deze houder.
De geïnstalleerde drijfkracht van diverse koelinstallaties wordt aangepast naar de reële situatie: 756,09 kW (+ 126,69 kW) voor compressoren en airconditioning, 1.195,13 kW (- 70,45 kW) voor de koelinstallaties.
Er werd geopteerd voor een transformator met een groter nominaal vermogen, 1.600 kVA in plaats van 1.500 kVA, dan vergund. Het vermogen van de batterijladers voor de heftrucks wordt verminderd met 45,40 kW tot 49,60 kW.
Men voorziet nu ook de opslag van gassen in verplaatsbare houders. Het betreft 1.129,6 liter propaan, 1.200 liter stikstof en 550 liter formeergas. De bestaande vaste houder voor 10.000 liter stikstof blijft behouden. Er komen twee vaste houders voor de opslag van 900 liter perslucht elk bij.
De opslag van gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen wordt uitgebreid met 3.000 liter tot een totaal van 5.000 liter.
Het nominaal thermisch ingangsvermogen van de geplaatste stookketel bedraagt 96 kW meer dan opgenomen in de vergunning. Het aanvraagdossier bevat resultaten van emissiemetingen waaruit blijkt dat er kan voldaan worden aan de emissiegrenswaarden van titel II van het VLAREM.
In de milieuvergunning van 2016 was de lozing van bedrijfsafvalwater opgenomen. Het bedrijfsafvalwater wordt niet geloosd in de openbare riolering, maar wordt afgevoerd naar het buurbedrijf Hoyer via een vaste verbinding. De indelingsrubriek voor de lozing van bedrijfsafvalwater mag uit de vergunning geschrapt worden.
Advies van het college
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
6.5.1° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; |
0 verdeelslang |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
100 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
-45,4 kW |
16.3.1.2° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen - ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 200 kW; |
126,69 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
2.879,6 liter |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; |
1.800 liter |
17.3.2.1.1.2° |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ? 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; |
verplaatsing van een opslagtank van 33,6 ton
|
17.4 |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
3.000 liter |
43.1.1°a) |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas; |
96 kW |
45.3.3°a) |
inrichtingen voor het bereiden van voedingsvetten van plantaardige of dierlijke oorsprong: oliën, vetten, margarines, gelatine enzovoort, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 1.000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. |
-70,45 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
4 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
11 december 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
9 januari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
23 januari 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
11 december 2018 |
9 januari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |