Terug

2019_CBS_00092 - Omgevingsvergunning - OMV_2018131765. Toonkunststraat 19. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/01/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, Schepen; Annick De Ridder, Schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, Schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_00092 - Omgevingsvergunning - OMV_2018131765. Toonkunststraat 19. District Wilrijk - Goedkeuring 2019_CBS_00092 - Omgevingsvergunning - OMV_2018131765. Toonkunststraat 19. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018131765

Gegevens van de aanvrager:

de heer Rachid Habibi met als adres Julius De Geyterstraat 76 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Toonkunststraat 19 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 43sectie A nr. 14B2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van de verbouwing van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          geen.

Laatst vergunde en bestaande toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing van twee bouwlagen onder hellend dak;

-          achter het hoofdvolume is er een perceelbrede achterbouw op het gelijkvloers, op de verdieping is deze 3,14 meter breed vanaf de linker perceelgrens;

-          de totale bouwdiepte is 15,38 meter;

-          de kroonlijst is 6,90 meter hoog en de nok 10,40 meter.

Inhoud van de aanvraag

-          het regulariseren van verbouwingswerken aan een eengezinswoning;

-          de bestaande achterbouw werd gesloopt en wordt herbouwd met behoud van de bouwdiepte;

-          de totale bouwhoogte van de achterbouw wordt verhoogd van circa 5,50 meter naar 6,30 meter;

-          de achterbouw op de eerste verdieping behoudt een evenwijdige afstand van 1,90 meter ten opzichte van de rechter perceelgrens;

-          het hellend dak wordt gesloopt en over de volledige diepte van 8,53 meter van het hoofdvolume wordt een volwaardige bouwlaag onder plat dak opgetrokken;

-          de nieuwe kroonlijsthoogte bedraagt 9,15 meter;

-          de bestaande raamopeningen in de voorgevel worden gewijzigd;

-          alle gevels worden aan de buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt in wit-grijze bepleistering en grijs pvc buitenschrijnwerk, de voorgevel krijgt een nieuwe plint uit blauwe hardsteen;

-          de dikte van de isolatie en pleisterlaag voorbij de rooilijn wordt niet gespecifieerd.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    ter hoogte van de scheidingsmuren van de nieuwe platte daken is er niet overal een opstand voorzien van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:
    het aanbrengen van afvoerkanalen in de gevels is verboden, terwijl de aanvraag de afvoer van de dampkap voorziet via de voorgevel;
  • artikel 38 Groendaken:
    hoewel alle daken als nieuwe platte daken worden uitgevoerd, worden ze niet als groendaken aangelegd;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    het rioolstelsel wordt aangepast en er is een kelder aanwezig, maar er wordt geen gescheiden rioolstelsel aangelegd. De bestaande droogweerafvoer wordt herbruikt, maar er wordt geen aparte hemelwaterafvoer aangeboden aan de straat;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    het bestaande aansluitpunt op het openbaar rioolstelsel werd niet van een toezichtsmogelijkheid voorzien;
  • artikel 43 Septische putten:
    er wordt een septische put met een inhoud van 1.500 l voorzien, terwijl deze minimaal 2.000 l dient te zijn.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
ter hoogte van de scheidingsmuren van de nieuwe platte daken is er niet overal een opstand voorzien van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.
Een verhoging van de scheidingsmuren is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend;

-          artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:
het aanbrengen van afvoerkanalen in de gevels is verboden, terwijl de aanvraag de afvoer van de dampkap voorziet via de voorgevel. Dit kan alleen worden toegestaan via de achtergevel en voor zover de waterdampen geen hinder vormen voor de omgeving. Een andere mogelijkheid is de afvoer van de dampkap via het dak te voorzien. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning;

-          artikel 38 Groendaken:
hoewel alle daken als nieuwe platte daken worden uitgevoerd, worden ze niet als groendaken aangelegd. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning;

-          artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
het rioolstelsel wordt aangepast en er is een kelder aanwezig, maar er wordt geen gescheiden rioolstelsel aangelegd. De bestaande droogweerafvoer wordt herbruikt, maar er wordt geen aparte hemelwaterafvoer aangeboden aan de straat. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd dat het hemelwater gescheiden dient te worden aangelegd en aangeboden aan de straat;

-          artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
het bestaande aansluitpunt op het openbaar rioolstelsel werd niet van een toezichtsmogelijkheid voorzien. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van de vergunning, ook voor de nieuw te voorziene hemelwaterafvoer;

-          artikel 43 Septische putten:
er wordt een septische put met een inhoud van 1.500 l voorzien, terwijl deze minimaal 2.000 l dient te zijn. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Toonkunststraat.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beogen met het herbouwen van de achterbouw en het optrekken van een volwaardige derde bouwlaag een beperkte vergroting van het bestaande en vergunde volume. Het aantal woongelegenheden blijft echter ongewijzigd. De schaal en het ruimtegebruik blijven gerespecteerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvrager wenst de voorgevel te isoleren en te bepleisteren. Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. De dikte van de isolatie en pleisterlaag voorbij de rooilijn wordt echter niet gespecifieerd in de aanvraag.

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14centimeter uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien van een groot raam naar de aangrenzende stadstuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de scheimuren met de aanpalende eigendommen moeten overal uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:

-          een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik of het volledige dak minder hoog uit te voeren;

-          tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

2.      de afvoer van de dampkap dient via de achtergevel of het dak te gebeuren;

3.      alle platte daken dienen als groendaken te worden aangelegd;

4.      het hemelwater dient gescheiden te worden aangelegd en aangeboden aan de straat;

5.      de aansluitpunten van DWA en RWA op het openbaar rioolstelsel moeten van een toezichtsmogelijkheid worden voorzien;

6.      er dient een septische put met een minimale inhoud van 2.000 l voorzien te worden;

7.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal moet uitgevoerd worden met een totale dikte van 14 centimeter voorbij de rooilijn;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

20 november 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 januari 2019

Verslag GOA

7 januari 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de scheimuren met de aanpalende eigendommen moeten overal uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:

-          een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik of het volledige dak minder hoog uit te voeren;

-          tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

2.      de afvoer van de dampkap dient via de achtergevel of het dak te gebeuren;

3.      alle platte daken dienen als groendaken te worden aangelegd;

4.      het hemelwater dient gescheiden te worden aangelegd en aangeboden aan de straat;

5.      de aansluitpunten van DWA en RWA op het openbaar rioolstelsel moeten van een toezichtsmogelijkheid worden voorzien;

6.      er dient een septische put met een minimale inhoud van 2.000 l voorzien te worden;

7.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal moet uitgevoerd worden met een totale dikte van 14 centimeter voorbij de rooilijn;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.