Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018140592 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV Easyfairs Venues met als contactadres Maaltekouter 1 te 9051 Gent |
Gegevens van de exploitant: |
NV Easyfairs Venues met als contactadres Maaltekouter 1 te 9051 Gent |
Ligging van het project: |
Jan Van Rijswijcklaan 191, 191B, 191C, 191D, 193 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9 sectie I nrs. 2142S, 2144R en 2144P |
Inrichtingsnummer: |
20181212-0099 (Easyfairs Venues nv - Antwerp Expo hal 5) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen en exploiteren van hal 5 (Antwerp Expo) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/07/1972: vergunning (1972516) voor het vergroten van een tentoonstellingscomplex;
- 15/10/1976: vergunning (1976808446) voor een tentoonstellingscomplex;
- 29/10/1976: vergunning (1976808447) voor een tentoonstellingscomplex;
- 26/06/1981: vergunning (1981190183) voor het uitbreiden van een tentoonstellingsruimte;
- 22/01/1982: vergunning (1982192015) voor het uitbreiden van een tentoonstellingsruimte;
- 30/01/1984: vergunning (1984797) voor het verbouwen van zalen 2 en 3;
- 16/05/1989: vergunning (19898778) voor een tentoonstellingsruimte;
- 25/06/1990: vergunning (19901422) voor kantoren, hal en een polyvalente zaal;
- 15/06/2018 vergunning (2018827) voor het plaatsen van een nieuwe hoogspanningscabine;
- 25/06/2018 goedkeuring door de gemeenteraad van Antwerpen van het planologisch attest (20181) voor de uitbreiding en herontwikkeling van ‘Antwerp Expo’;
- 10/08/2018 vergunning (20181658) voor het verbouwen van de inkomzone ‘Antwerp Expo’.
Laatst vergunde toestand
- een paviljoen voor commerciële beursactiviteiten;
- opgetrokken over 2 bouwlagen en afgewerkt met een plat dak;
- de gevels langsheen de Jan Van Rijswijcklaan bestaan uit een afwisseling van betonnen en bakstenen vlakken en zijn voorzien van donkergrijs buitenschrijnwerk. Recent werd een voorzetgevel in strekmetaal vergund;
- de aanpalende verhardingen worden gebruikt als circulatie bij op- en afbouw van beurzen en in functie van parkeren.
Bestaande toestand
- aan de hand van de aangeleverde bouwplannen in het aanvraagdossier kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het huidige gebouw, zowel wat vormgeving als materiaalgebruik betreft, ongewijzigd is gebleven ten opzichte van de laatst afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen.
Op basis van de beschikbare informatie kan evenwel niet worden uitgemaakt of de wijzigingen aan de voorgevel en inkomzone reeds volledig werden uitgevoerd (vergunning 20181658).
- Op perceel 2144/00R000 bevindt zich momenteel een kampeerterrein.
Binnen de projectzone zijn er twee zones die voorzien zijn van een halfverharding. Daartussen is het terrein groen aangelegd.
Dit perceel wordt tevens gebruikt als parkeerbuffer, met 1.000 autoparkeerplaatsen, voor de bezoekers van Antwerp Expo.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een nieuwe expositiehal ‘5’ met toegangszone en technische ruimten;
- beperkte verbouwing van de toegangszone, vluchtdeuren en technische ruimten in bestaande hal ‘4’;
- het verwijderen en uitbreiden van de bestaande verharding en inrichting parkeerplaatsen;
- het vellen van 33 hoogstammige bomen ter hoogte van de nieuwe bouwzone en verharding, alsook groencompensatie voor deze gerooide bomen;
- afwerking gevels met beige/grijze betonpanelen en antracietgrijze volkernpanelen.
Deze omgevingsvergunningsaanvraag volgt op het planologisch attest ‘2018_GR_00456 : Groene Singel. Cultuurpark. Antwerp Expo – Planologisch Attest’ dat door de gemeenteraad van 25 juni 2018 voorwaardelijk gunstig werd beoordeeld.
Dit planologisch attest heeft betrekking op de uitbreiding op korte termijn van het bestaande gebouwencomplex Antwerp Expo met circa 2.100 m² expositieruimte.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag behelst de bouw en exploitatie van een bijkomende polyvalente ruimte (hal 5) op de site van Antwerp Expo aan de Jan Van Rijswijcklaan, 2020 Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
+ 1.000 m³/jaar |
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
150 voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+ 73 kW |
32.2.2° |
schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; |
+ 1 hal |
43.1.2°a) |
stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, wanneer het een inrichting betreft vermeld sub 1°, a); |
+ 400 kW |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Van af te wijken voorwaarde: De exploitant vraagt een afwijking conform artikel 5.15.0.6. § 1. van het Vlarem, titel II “Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19.00 uur en 07.00 uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.”
Voorgestelde afwijking: In afwijking van artikel 5.15.0.6. §1 van het Vlarem, titel II wordt aan de exploitant toegelaten om van maandag 06.00 tot en met zondag 24.00 uur beurzen op- en af te bouwen en het daarmee gepaard gaande verkeer op de parking toe te laten. Deze afwijking wordt ook toegestaan op feestdagen.
De milderende maatregelen worden besproken onder “Effecten op de omgeving - geluid en trillingen” in de aanvraag. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
28 december 2018 |
22 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
28 december 2018 |
zie adviesvraag van 11 januari 2019 |
zie advies van 24 januari 2019 |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
11 januari 2019 |
24 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
28 december 2018 |
9 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
28 december 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
28 december 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
28 december 2018 |
14 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
28 december 2018 |
22 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor verblijfrecreatie. Deze gebieden zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accommodatie alsmede de verblijfsaccommodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendsverblijfparken.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:
- Het voorwerp van deze omgevingsvergunningaanvraag bevindt zich zowel in een zoneringsgebied voor gemeenschapsvoorzieningen als verblijfsrecreatie. De voorgestelde werken zijn niet toegelaten in een zone voor verblijfsrecreatie.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Afwijking gewestplanbestemming
Het huidige gebouwencomplex is gelegen in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Ten oosten, aanpalend aan deze bestemmingszone, is een gebied voor verblijfsrecreatie afgebakend. Omdat een deel van de zone voor uitbreiding van Antwerp Expo gelegen is in deze zone voor verblijfsrecreatie, werd door Easyfairs Venues op 12 maart 2018 een planologisch attest aangevraagd.
Op 25 juni 2018 besliste de gemeenteraad van de stad Antwerpen een voorwaardelijk gunstig planologisch attest af te leveren met als motivatie:
“Omwille van de vergunningsstatus en de ligging in het grootstedelijk gebied nabij de ring en ontsloten door openbaar vervoer, en gelegen in het cultuurpark waarvoor het structuurplan Antwerpen de expofunctie en mogelijke uitbreiding als expliciete onderdeel benoemt, kan het bedrijf behouden worden op de plaats waar het gevestigd is.
Ook de beoogde uitbreiding op korte termijn van 2.100 m² is mogelijk. Dit past immers binnen de visie van de stad Antwerpen over de ontwikkeling van een sterke cultuur-recreatieve cluster in het cultuurpark, waarbij het behoud en mogelijke uitbreiding van de expofunctie op de site werd herbevestigd door het college na een locatie-onderzoek in 2014. Het voorstel komt tegemoet aan de visie tot handhaving van de expo-activiteiten op de site en laat de aanvrager toe te verhelpen aan de huidige problematiek waarbij Antwerp Expo over te weinig oppervlakte beschikt om volgens hedendaagse standaarden en wensen van zowel exposanten als publiek een aantal bestaande beurzen op comfortabele wijze te kunnen huisvesten. De beoogde uitbreiding op korte termijn zou toelaten bestaande grote beurzen te kunnen bestendigen of mogelijks terug naar Antwerpen te brengen, wat een belangrijke bijdrage betekent voor de uitstraling en het imago van de stad in binnen- en buitenland.
De beoogde uitbreiding met 2.100 m² betreft een verhoudingsgewijs beperkte uitbreiding van een bestaand hallencomplex binnen een stedelijke context en goed ontsloten door openbaar vervoer. De schaal, dynamiek en verkeersgenererend karakter zullen niet wezenlijk veranderen na realisatie van deze korte termijnbehoefte. Het dossier maakt een realistische aanname over de te verwachten parkeer- en verkeerseffecten en overige ruimtelijke effecten,waarvoor uit de plan-MER screening blijkt dat er geen aanzienlijke negatieve milieugevolgen zijn.”
De gemeenteraad formuleerde volgende voorwaarden:
- de uitbreiding op korte termijn kan allerminst een voorafname zijn op de ontwikkelingsvisie op lange termijn zoals deze in de aanvraagdocumenten wordt geschetst;
- na realisatie van de beperkte uitbreiding op korte termijn dient een monitoring van de parkeerdruk en -overlast te gebeuren door de aanvrager, dit om mee richting te geven aan de verdere uitwerking van de ontwikkelingsvisie voor de lange termijn;
- ter vervanging voor het verlies van de gerooide bomen dient de aanvrager in groencompensatie in de omgeving te voorzien, en dient onderdeel te zijn van de aanvraag tot omgevingsvergunning voor de bouw van de beperkte uitbreiding;
- de ASTRID-indoorradiodekking dient onderdeel te zijn van de aanvraag tot omgevingsvergunning voor de bouw van de beperkte uitbreiding.
Voorliggende vergunningsaanvraag is voor het overgrote deel in overeenstemming met het planologisch attest. De plannen voorzien een kleine aanpassing ter hoogte van de inkom aan de achterzijde van het gebouw. Dit is slechts een beperkte wijziging ten opzichte van het planologisch attest.
Gezien in voorliggend dossier enkel cijfers uit 2016 worden gegeven, wordt de monitoring van de parkeerdruk- en overlast als voorwaarde opgelegd in de vergunning. Aan de overige voorwaarden van het planologisch attest wordt voldaan.
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:
- art. 38. Het nieuwe dak moet worden uitgevoerd als groendak conform artikel 38 van de Bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.
Functionele inpasbaarheid
Gezien de functie werd advies gevraagd aan de dienst ‘ondernemen en stadsmarketing – business en innovatie’. Het advies is gunstig:
“De aanvraag voorziet in een uitbreiding met een nieuwe hal voor de site Antwerp Expo.
Om dit mogelijk te maken werd een planologisch attest aangevraagd wat door de gemeenteraad goedgekeurd werd. Het voorliggend dossier past binnen dit goedgekeurd kader.
Voor het dossier kan een gunstig advies gegeven worden.”
Tevens werd advies gevraagd aan het Autonoom Gemeentebedrijf Voor Vastgoedbeheer en Stadsprojecten, AG Vespa, grondeigenaar en ruimtelijk regisseur van het Cultuurpark, waar Antwerp Expo deel van uit maakt.
Volgende zaken worden vastgesteld en opgemerkt:
“Inplanting
- De bouw van hal 5 met omliggende verharding bevindt zich binnen de perimeter van de erfpacht zoals in 2018 verleend door AG VESPA aan Artexis nv (nu Easyfairs nv).
- De inplanting van hal 5 is conform het ruimtelijk raamwerk en hypothekeert vanuit dat oogpunt niet de lange termijn ontwikkelingsplannen, zoals ze op dit moment gekend zijn, voor de site.
Groen
- De groencompensatie die wordt voorzien in voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag voldoet aan de voorwaarde daaromtrent opgelegd bij het verlenen van het planologisch attest.
Gebouwhoogte
- De plannen voor de bouw van hal 5 geven een nokhoogte van 16,50m weer, gerekend vanaf het maaiveld. Deze nokhoogte is 4,7m hoger dan de nokhoogte van het hoogste deel van de naastliggende hal 4, en zelfs 7.45m hoger dan het laagste deel van hal 4 (aan straatzijde Jan Van Rijswijcklaan).
Door haar nokhoogte is het volume van hal 5 als dusdanig erg aanwezig op het terrein en niet helemaal in verhouding met de bestaande hoogtes - zoals ook blijkt uit de bijgevoegde gevelzichten. Daarmee lijkt hal 5 het beeld van ad hoc uitbreidingen op de site Antwerp Expo nog te versterken.
De geplande uitbreiding van hal 5 werd in het verleden door Artexis nv ook steeds voorgesteld als een uitbreiding van hal 4 (die in de lange termijn ontwikkelingsplannen steeds zou behouden blijven), waarbij nooit de intentie werd uitgesproken om hoger te gaan dan hal 4. In het ruimtelijk raamwerk met lange termijn ontwikkelingsplannen werd als principe vooropgesteld dat tentoonstellingshallen een hoogte van 10m zouden hebben.
De in voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag aangegeven nokhoogte van 16,50 m wijkt daar erg van af, zowel van het vooropgestelde ruimtelijk raamwerk als van de bestaande hal 4.
Als argumentatie voor de gekozen nokhoogte stelt de beschrijvende nota dat deze het resultaat is van een door de bouwheer vooropgestelde vrije hoogte binnen van 12 m.
- op basis van het voorliggende aanvraagdossier dient gesteld dat er onvoldoende argumentatie is om de bouwhoogte van hal 5 merkelijk hoger te laten gaan dan de naastgelegen (te behouden) hal 4 en dan vooropgesteld in het ruimtelijk raamwerk. De impact van de gekozen bouwhoogte is dusdanig dat wordt geadviseerd om deze meer in lijn te brengen met de naastgelegen hal 4.
Parkeerbalans
- De beschrijvende nota stelt dat er t.o.v. de bestaande toestand in totaal 50 parkeerplaatsen verdwijnen op de private parking van Antwerp Expo (37 voor de bouw en 13 voor de circulatie rondom). De beschrijvende nota stelt ook dat er bij de uitvoering van de werken 57 nieuwe parkeerplaatsen worden voorzien rondom hal 5, en dat bijgevolg een positieve parkeerbalans ontstaat.
Deze conclusie lijkt niet geheel terecht, aangezien voorbijgegaan wordt aan het feit dat niet enkel op het huidige Expoterrein parkeerplaatsen verdwijnen met de realisatie van hal 5, maar ook op het huidige campingterrein waarvan een deel zal worden ingenomen voor de bouw van hal 5 en omliggende circulatieverharding. Deze ruimte wordt op drukke beursdagen immers ook gebruikt als bijkomende parkeerbuffer – zoals de beschrijvende nota ook vermeldt onder 3.6. Deze parkeerplaatsen worden in de parkeerbalans echter niet mee in beeld gebracht.
In de feiten zal op drukke beursdagen dus een negatieve parkeerbalans ontstaan, en niet een licht positieve parkeerbalans.
Deze negatieve parkeerbalans dient – zoals geconcludeerd in de voorwaardelijke gunstige beoordeling van het planologisch attest – niet meteen te leiden tot het negatief adviseren van de bouw van hal 5. Echter werd in de toekenning van het planologisch attest aan Artexis nv (nu Easyfairs nv) wel de voorwaarde opgelegd om na realisatie van hal 5 een monitoring op te zetten van de parkeerdruk- en overlast. Uit de beschrijvende nota blijkt op generlei wijze of en hoe Easyfairs nv dit zal doen.
-- Minstens dient deze voorwaarde uit het planologisch attest herhaald in de beoordeling van voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag.
Voorafgaandelijke goedkeuring door erfpachtgever en controle nadien
- Volgens de bepalingen van de initiële erfpacht dient de erfpachtnemer Easyfairs nv op voorhand plannen van op te richten constructies ter goedkeuring voor te leggen aan de erfpachtgever AG VESPA. Dit is niet gebeurd.
- Na uitvoering van de werken dient de erfpachtnemer Easyfairs nv de erfpachtgever AG VESPA op de hoogte te brengen van de uitvoering, zodat deze laatste de werken kan controleren. Ook dit is een bepaling van de verleende erfpachtovereenkomst. “
Voor wat betreft de voorziene bouwhoogte van 16,50 meter wordt geoordeeld dat deze ruimtelijk aanvaardbaar en inpasbaar is op de site. Het centrale volume met inkom en conferentiezalen heeft een gelijkaardige bouwhoogte. Bovendien is hal 5 achterin gelegen ten opzichte van de Jan Van Rijswijcklaan, waardoor het hoogteverschil nauwelijks merkbaar is vanop de straat. Het volume heeft rondom voldoende ruimte om dergelijke grote bouwhoogte te verantwoorden. Een verschil in bouwhoogte van ca. 5 meter, ten opzichte van de bouwhoogte van de bestaande expositiehal 4, wordt in die context als niet aanzienlijk beschouwd.
Binnen het Cultuurpark en het kader van het lange termijn perspectief zal hal 5 waarschijnlijk een meer bescheiden rol opnemen, en niet langer als grootste korrel fungeren. Het is belangrijk dat het volume zich ook op lange termijn inpast in dit grotere geheel. Er wordt aan de aanvrager geadviseerd blijvend aandacht te besteden aan de inpasbaarheid en het totaalbeeld. De site krijgt ook een duidelijk gezicht naar de achterzijde toe, ook dit is een gegeven waar mee rekening moet worden gehouden.
De voorziene bouwhoogte wordt op dit moment gezien als een maximale bouwhoogte. De eventuele noodzaak voor het creëren van nog hogere bouwvolumes is ruimtelijk af te toetsen bij de opmaak van het RUP.
Voor wat betreft de monitoring van de parkeerdruk en -overlast: zie beoordeling afwijking gewestplanbestemming.
De opmerkingen met betrekking tot de erfpachtovereenkomst worden gezien als opmerkingen naar de aanvrager toe, eerder dan op te leggen voorwaarden in de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 116 parkeerplaatsen. In de CROW wordt voor een beursgebouw een parkeernorm van 5.5ppl/100m2 gebruikt. Voor een hal van 2100m² komt dat neer op 116 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte is 116. |
De plannen voorzien in 3 extra nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er verdwijnen door de komst van de nieuwe hal 54 parkeerplaatsen maar er worden 57 nieuwe parkeerplaatsen ingericht zodat er een licht positieve parkeerbalans is van 3 parkeerplaatsen |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 Dit aantal is toereikend, zie verder onder bijstelling
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 116 – 3 = 113 Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Bijstelling mobiliteit: Er werd een plan-MER screening uitgevoerd in januari 2018 in het kader van het planologisch attest. De uitbreiding op korte termijn van de bestaande expositieruimte met 2.100 m² kadert in een meer hedendaagse invulling en bijhorende reorganisatie van Antwerp Expo. Zo hebben voornamelijk B2C beurzen vandaag meer ruimte nodig om degelijk te kunnen functioneren, om stands aan kwaliteitseisen te laten beantwoorden en om aan veiligheidsnormen te kunnen voldoen. Als gevolg zal de uitbreiding op korte termijn niet voor een aanzienlijke verhoging van het aantal beurzen zorgen. Het aantal beursstanden en de bezoekersaantallen zullen eveneens min of meer overeenkomen met de huidige situatie. Er worden niet meer beurzen gelijktijdig georganiseerd.
De verkeersgeneratie en bijhorende parkeerdruk zullen bijgevolg op een gelijkaardig niveau blijven als de huidige situatie. Daarom worden de effecten niet kwantitatief begroot en ook niet afgetoetst aan de capaciteit op de wegen en kruispunten. De parkeerdruk zal voldoende kunnen worden opgevangen op gangbare beursdagen op de bestaande parkeerplaatsen. Op basis van bovenstaande wordt de parkeerbehoefte bijgesteld naar 0. De werkelijke parkeerbehoefte is 0.”
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
De plannen tonen een aanpassing van de parking achteraan het perceel. Er wordt een zone aangeduid als ‘circulatie naar nieuwe hal (ter indicatie)’. Het is niet duidelijk wat hier mee wordt bedoeld. Deze wijziging, die ook impact heeft op parkeerplaatsen, en het gebruik van de parking, wordt bijgevolg uitgesloten van vergunning. De aanpassing van de parking in functie van de circulatie moet bekeken worden in het kader van de omgevingsaanleg rondom de volledige expohal en het lange termijn perspectief.
De dienst Mobiliteit doet ook uitspraak over ontsluiting / bereikbaarheid en de fietsvoorzieningen:
“Ontsluiting/bereikbaarheid:
De nieuwe hal wordt ontsloten langs de Jan Van Rijswijcklaan en de Vogelzanglaan. In de toekomst (bij de verdere ontwikkeling van het cultuurpark) is het niet gewenst dat de in- en uitrit aan de Jan Van Rijswijcklaan nog gebruikt wordt door standhouders of bezoekers, omdat er hier een belangrijk dubbelrichtingsfietspad ligt, en mogelijke conflicten hier zoveel mogelijk moeten vermeden worden. Standhouders en bezoekers kunnen dan enkel nog de in- en uitrit op de Vogelzanglaan gebruiken. Het is wenselijk om deze gewenste situatie in de huidige situatie ook al af te dwingen.
Fietsvoorzieningen:
Er staat in de plan-MER dat er een 100 tal fietsen voorzien worden zowel aan de kant van de Jan Van Rijswijcklaan als aan de kant van de Vogelzanglaan. Op het plan van de nieuwe toestand tellen we enkel een 70-tal fietsen aan de kant van de Jan Van Rijswijcklaan. Er moeten dus nog minstens een 30-tal extra fietsparkeerplaatsen voorzien worden aan de kant van de Jan Van Rijswijcklaan (zo dicht mogelijk bij de inkom).”
Het advies wordt onderschreven en volgende voorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning:
Visueel-vormelijke elementen
De architectuur en de voorgestelde materialen van de uitbreiding zijn in overeenstemming en verenigbaar met het uitzicht en de vormgeving van de bestaande volumes.
De voorgestelde bedrijfsgebonden reclame beantwoordt aan de voorschriften van de bouwcode en is inpasbaar in de gevel. De oppervlakte van de reclame is beperkt en staat in verhouding tot de gevel.
Cultuurhistorische aspecten
Op 18 december 2018 werd de archeologienota door het Agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd. Het agentschap geeft formuleert volgende voorwaarden voor de vergunningverlening:
“De maatregelen in de archeologienota bekrachtigd op 18/12/2018 met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9561 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan met een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in de bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die nota, de eventuele voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden overeenkomstig het programma in die nota, de eventuele voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.”
Deze voorwaarde wordt opgenomen als voorwaar in de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Omdat op basis van de ingediende plannen, geen gunstig advies van de brandweer zou worden bekomen, werd door de aanvrager een wijzigingsaanvraag ingediend op 10 januari 2019. De aangepaste plannen die werden aangeleverd hebben enkel betrekking op interne wijzigingen (compartimentering) en beperkte aanpassing van de parking (vrijhouden vluchtroute) en geven geen aanleiding tot het organiseren van een nieuw openbaar onderzoek of het opnieuw vragen van externe adviezen, met uitzondering van het advies brandweer. Op 22 januari 2019 bracht de brandweer een voorwaardelijk gunstig advies uit. De opgelegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1ste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven. Dit wordt als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
In het kader van voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan FOD Binnenlandse Zaken - Astrid Veiligheidscommissie. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Gezien de mogelijke gelijktijdige publieke toegankelijkheid het criterium van 150 personen ruim overschrijdt, heeft de commissie besloten dat er indoordekking dient aanwezig te zijn.”
Dit wordt als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
Omdat het betreffende perceel gelegen is langs een gewestweg, werd eveneens advies gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten
In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten:
Onwenselijkheid omwille van verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming
De aangevraagde handelingen moeten getoetst worden aan de verkeersveiligheid en de verkeersdoorstroming.
Derhalve moet de aanvraag voldoen aan de voorwaarden overeenkomstig de Dienstorder MOW/AWV/2012/16 d.d. 16 oktober 2012. Dit bepaalt dat er voor een aanvraag waarbij een niet te verwaarlozen mobiliteitsimpact kan ontstaan, een mobiliteitstoets dient opgesteld te worden.
Volgende grenswaarden worden vooropgesteld als grens voor het opmaken van een Mobiliteitstoets:
Uitbreiding/reorganisatie van bioscoop, feest- of evenementenzaal, theater of concertzaal,
congrescentrum
Nieuwe sporthal of uitbreiding van een bestaande sporthal, uitbreiding bestaand voetbalstadium
De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende reden:
in de aanvraag ontbreekt een mobiliteitstoets. Het kruispunt Jan Van Rijswijcklaan met de Desguinlei zit tegen zijn verzadigingsgraad aan.
Bijkomend bepaalt het artikel 4.3.1. §1 en §2 van de VCRO dat de goede ruimtelijke ordening beoordeeld moet worden op o.m. de mobiliteitsimpact en de veiligheid in het algemeen.
In voorliggende aanvraag heeft het aantal parkings een negatieve impact op de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid in het algemeen op de gewestweg. Er bestaat een onaanvaardbare bijkomende druk op de gewestweg.
De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende reden:
het aantal parkeerplaatsen is onvoldoende.
Besluit:
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig onder volgende voorwaarden:
Er moet een mobiliteitstoets uitgevoerd worden en voldoende parkeerplaatsen voorzien worden op eigen terrein.”
Aan het dossier werd inderdaad geen afzonderlijke mobiliteitstoets toegevoegd. De mobiliteitseffecten op korte termijn werden bekeken in het kader van de plan-MER-screening, onderdeel van de aanvraag planologisch attest en nu opnieuw bijgevoegd. Het onderdeel ‘mobiliteit’ van de nota kan gezien worden als een mobiliteitstoets en wordt in die zin ook aanvaard als dossierstuk. Te meer omdat de verkeersgeneratie en bijhorende parkeerdruk op een gelijkaardig niveau blijven als in de huidige situatie en er geen bijkomende nadelige affecten te verwachten zijn.
Daarnaast wordt op basis van de aangeleverde argumentatie van de aanvrager, en het advies van de dienst Mobiliteit, geoordeeld dat op de site voldoende parkeerplaatsen worden voorzien.
De voorwaarden van het Agentschap Wegen en Verkeer wordt niet weerhouden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De site van Antwerp Expo is gelegen aan de Jan Van Rijswijcklaan ten zuiden van de Antwerpse Ring (R1).
De nieuwe hal (hal 5) zal worden “aangebouwd” aan de bestaande hal 4 en heeft een oppervlakte van circa 2.100 m², een nokhoogte van 16 m 50 en een vrije hoogte van 12 m. De geplande bouwwerken worden deels uitgevoerd op de terreinen van Antwerp Expo (perceel 2144 P) en het bestaande kampeerterrein (perceel 2144 R). Rond de nieuwe hal 5 zal een betonverharding worden aangebracht dienstig als los- en laadzone, parkeerzone en brandgang. Om de bijkomende hal te kunnen realiseren moeten 33 hoogstammige bomen sneuvelen, groencompensatie is voorzien op de site zelf, op perceel 2144 R zullen 33 hoogstammige bomen worden geplant met een bescheiden minimum omtrek van 20 cm op 1 m hoogte. Om het groene karakter te bewaren die de site langs de Vogelzanglaan deels nog heeft zou de compensatie ietwat ambitieuzer mogen zijn. Een aanplant van bomen met een diameter van nog geen 6,5 cm op 1m hoogte voldoet misschien strikt aan de voorschriften maar is eerder beperkt. Een grotere, creatievere inspanning zou hier niet enkel de visuele maar ook de algemene uitstraling van de site ten goede komen.
Op het vlak van ingedeelde activiteiten blijven de wijzigingen beperkt. Door de toename van het bezoekersaantal zal het maximale lozingsdebiet van huishoudelijk afvalwater toenemen (feitelijke toestand was 3.600 m³, in 2003 vergund voor 3.000 m³), de aanvrager schat de jaarlijkse lozing van afvalwater op circa 4.000 m³. Het hemelwater dat terecht komt op het dak zal worden opgevangen in twee regenwaterputten van 15 m³ en worden gebruikt in de sanitaire installaties. Het eventuele hemelwateroverschot zal op eigen terrein worden geïnfiltreerd, een overloop van de infiltratievoorziening wordt aangesloten op een gesnoerde afvoerbuis naar de openbare riolering.
Een nieuwe rubriek is 15.1.2, bij de opbouw en afbouw van beursactiviteiten staan de bedrijfsvoertuigen van de exposanten en standenbouwers op de parking aan achter hallen 3 en 4, bij een groot event kan dit oplopen tot een 150-tal voertuigen, weliswaar niet allemaal andere dan personenwagens maar duidelijk meer dan 25 wagens, vandaar de aanvraag. Er worden twee bijkomende airco’s voorzien van elk 35 kW, de toestellen maken gebruik van een toegelaten koelmiddel.
Rubriek 32.2, in dit geval polyvalente zalen, wordt uiteraard ook uitgebreid naar hal 5, het maximaal toegelaten geluidsniveau blijft dus ook voor de nieuwe hal afgetopt op 95 dB LAeq,15min. Uit de beschrijvende nota van de architect blijkt dat de aanvrager zich rekenschap geeft van eventuele geluidshinder, zo worden wanden en dakplaat opgebouwd met geluidsabsorberende materialen.
Tenslotte neemt ook de stookcapaciteit toe, een bijkomende gasgestookte installatie van 400 kW is voorzien, ook de bestaande verwarmingsinstallaties zijn overigens gasgestookt.
In de aanvraag is een vraag opgenomen tot afwijking van artikel 5.15.0.6§1 van Vlarem titel II waarin wordt gesteld dat rustverstorende werkzaamheden niet zijn toegelaten tussen 19.00 uur en 07.00 uur en eveneens niet op zon- en feestdagen. De vraag wordt door de aanvrager gemotiveerd door te stellen dat sommige beurzen doorgaan tot na 19.00 uur, soms zijn de openingsuren tot 22.00 uur, soms worden ook nocturnes georganiseerd tot middernacht. Ook de opbouw en afbouw van standen loopt veelal door tot na 19.00 uur. Daarom vraagt de exploitant rustverstorende activiteiten te mogen uitvoeren van 06.00 uur in de ochtend tot middernacht ook op feestdagen en zondagen. De openingsuren van beurzen in polyvalente zalen wordt in het Vlarem niet geregeld, het exploiteren van de inrichting tot na 19.00 uur is dan ook geen motiveringsgrond voor de gevraagde afwijking.
De sectorale voorwaarde (5.15.0.6§1) waarop de afwijking wordt gevraagd ressorteert onder hoofdstuk 5.15 van Vlarem titel II en heeft betrekking op garages, parkeerplaatsen en herstelwerkplaatsen. Het is duidelijk dat met het verbod op rustverstorende werkzaamheden vooral de herstelwerkzaamheden worden bedoeld, dit volgt logischerwijs uit de aard van deze activiteiten. Er van uitgaande dat het niet de bedoeling is van de aanvrager om voertuigen in situ te herstellen (de toepasselijke subrubriek is overigens niet aangevraagd) zal hinder afkomstig van dergelijke activiteiten zich niet voordoen. Los- en laadactiviteiten kunnen, afhankelijk van de locatie hinder veroorzaken. Net daarom stelt artikel 5.15.0.6§2.1° van Vlarem titel II dat de exploitant de nodige maatregelen moet nemen om de buurt niet te hinderen door geluid en trillingen veroorzaakt door het verkeer van voertuigen van, naar en op parkeerplaatsen. In §2.3° van datzelfde artikel wordt bovendien gesteld dat het warmdraaien van motoren op een “open” parkeerplaats (dus niet in een afgesloten lokaal) moet gebeuren met een ruimtelijke scheiding van tenminste 50 m tot de naburige woningen. De afstand tussen de parkings aan hallen 3 en 4 en de nabije woningen bedraagt tenminste 100 m zodat aan deze bepaling wordt voldaan. Ook door de ligging van de parkings hebben hallen 3 en 4 een bufferende werking ten opzichte van de meest nabije bewoning in functie van mogelijke hinder. De kans op rustverstorende activiteiten tussen 19.00 uur en 07.00 uur ten gevolge van het gebruik van de bedrijfsparking is onder normale exploitatie-omstandigheden en mits het respecteren van de bepalingen van artikel 5.15.0.6§2 niet aan de orde. Bijgevolg bestaat er geen aanleiding om in te gaan op te vraag tot afwijking van de bepalingen van artikel 5.15.0.6§1.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na realisatie van de beperkte uitbreiding op korte termijn dient een monitoring van de parkeerdruk en -overlast te gebeuren door de aanvrager, dit om mee richting te geven aan de verdere uitwerking van de ontwikkelingsvisie voor de lange termijn;
3. het nieuwe dak te voorzien van een groendak, conform art. 38 van de bouwcode, met behoud van de bestaande kroonlijsthoogte;
4. de in- en uitrit langs de Jan Van Rijswijcklaan enkel te gebruiken voor logistiek verkeer. Bezoekers en standhouders dienen gebruik te maken van de in- en uitrit aan de Vogelzanglaan;
5. 30 fietsstalplaatsen te plaatsen aan de kant van de Jan Van Rijswijcklaan (zo dicht mogelijk bij de inkom);
6. indoordekking te voorzien, conform het advies van Astrid Veiligheidscommissie;
7. de maatregelen in de archeologienota bekrachtigd op 18/12/2018 met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9561 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan met een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in de bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die nota, de eventuele voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden overeenkomstig het programma in die nota, de eventuele voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
Uitsluitingen
8. de aanpassing van de parking aangeduid op het plan van het gelijkvloers – nieuwe toestand - als ‘circulatie naar nieuwe hal (ter indicatie)’.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De inrichting kan worden geëxploiteerd conform de algemene, sectorale voorwaarden vervat in het Vlarem. Mits in acht name van de toepasselijke algemene en sectorale voorwaarden wordt de aanvraag vanuit milieutechnisch oogpunt positief geadviseerd. Er bestaat geen aanleiding om in te gaan op te vraag tot afwijking van de bepalingen van artikel 5.15.0.6§1 van Vlarem titel II.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
+ 1.000 m³/jaar |
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
150 voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+ 73 kW |
32.2.2° |
schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; |
+ 1 hal |
43.1.2°a) |
stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, wanneer het een inrichting betreft vermeld sub 1°, a); |
+ 400 kW |
Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Van af te wijken voorwaarde: De exploitant vraagt een afwijking conform artikel 5.15.0.6. § 1. van het Vlarem, titel II “Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.” Geadviseerde afwijking: De kans op rustverstorende activiteiten tussen 19 uur en 7 uur ten gevolge van het gebruik van de bedrijfsparking is onder normale exploitatie-omstandigheden en mits het respecteren van de bepalingen van artikel 5.15.0.6§2 niet aan de orde. Bijgevolg bestaat er geen aanleiding om in te gaan op de vraag tot afwijking van de bepalingen van artikel 5.15.0.6§1. |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
4.000 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
3 x 630 kVA |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
1 x 1.260 kVA |
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
150 voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
173 kW |
32.2.2° |
schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; |
5 hallen |
43.1.2°a) |
stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, wanneer het een inrichting betreft vermeld sub 1°, a); |
3 kW |
Stedenbouwkundige lasten
De aanvraag omvat een beperkte uitbreiding van Antwerp Expo. Door de nieuwe Hal 5 zal het BVO (Bruto Vloer Oppervlakte) van het geheel toenemen met 2.572 m². De bebouwde oppervlakte op het terrein vergroot met 10,5%.
De functie, en zodoende ook de uitbreiding van de functie, valt onder de categorie ‘publiekstrekkende functie’ van het principebesluit Stedenbouwkundige lasten van 9 maart 2018. De uitbreiding beoogt echter geen verhoging van het aantal bezoekers, maar is gericht op meer comfort door onder andere het aanbieden van ruimere standplaatsen. Dit gegeven werd ook zo meegenomen in de plan-MER-screening. Door de uitbreiding worden er dan ook geen bijkomende taken voor de overheid gecreëerd die als stedenbouwkundige last opgenomen zouden kunnen worden bij de vergunning.
Rekening houdend met voorgaande argumentatie worden voor het project ‘Antwerp Expo – Jan Van Rijswijcklaan 191’ geen stedenbouwkundige lasten aangerekend hoewel de criteria van toepassing zijn.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
18 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
28 december 2018 |
Start openbaar onderzoek |
7 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
5 februari 2019 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
8 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
12 april 2019 |
Verslag GOA |
15 februari 2019 |
naam GOA |
Karel Bauwens en Bieke Geypens |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
7 januari 2019 |
5 februari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na realisatie van de beperkte uitbreiding op korte termijn dient een monitoring van de parkeerdruk en -overlast te gebeuren door de aanvrager, dit om mee richting te geven aan de verdere uitwerking van de ontwikkelingsvisie voor de lange termijn;
3. het nieuwe dak te voorzien van een groendak, conform art. 38 van de bouwcode, met behoud van de bestaande kroonlijsthoogte;
4. de in- en uitrit langs de Jan Van Rijswijcklaan enkel te gebruiken voor logistiek verkeer. Bezoekers en standhouders dienen gebruik te maken van de in- en uitrit aan de Vogelzanglaan;
5. 30 fietsstalplaatsen te plaatsen aan de kant van de Jan Van Rijswijcklaan (zo dicht mogelijk bij de inkom);
6. indoordekking te voorzien, conform het advies van Astrid Veiligheidscommissie;
7. de maatregelen in de archeologienota bekrachtigd op 18/12/2018 met referentienummer https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9561 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan met een bekrachtigde nota bekomen worden. De maatregelen in de bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die nota, de eventuele voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een bekrachtigde nota bekomen worden overeenkomstig het programma in die nota, de eventuele voorwaarden bij de bekrachtiging, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
Uitsluitingen
8. de aanpassing van de parking aangeduid op het plan van het gelijkvloers – nieuwe toestand - als ‘circulatie naar nieuwe hal (ter indicatie)’.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
4.000 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
3 x 630 kVA |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
1 x 1.260 kVA |
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
150 voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
173 kW |
32.2.2° |
schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; |
5 hallen |
43.1.2°a) |
stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, wanneer het een inrichting betreft vermeld sub 1°, a); |
3.393 kW |
Het college beslist om voor de beperkte uitbreiding van Antwerp Expo geen stedenbouwkundige lasten aan te rekenen in het kader van het principebesluit Stedenbouwkundige lasten van 9 maart 2018.
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 1 maart 2019 voor onbepaalde duur.