Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2018153422 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV G&V SERVICESTATIONS met als adres Harelbeeksestraat 120 te 8520 Kuurne |
Gegevens van de exploitant: |
NV G&V SERVICESTATIONS met als adres Harelbeeksestraat 120 te 8520 Kuurne |
Ligging van het project: |
Noorderlaan zonder nummer, 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie B nr. 192T |
Inrichtingsnummer: |
20181011-0090 (G&V ANTWERPEN RO_INFRA) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verandering treintankstation |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 28 januari 2011 verleende de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/5037.1) voor de bouw van een tankplaat, gelegen Noorderlaan zonder nummer (zn) te Antwerpen.
- Op 30 december 2016 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20162193) voor het bouwen van een dieselstation voor treinen, gelegen Noorderlaan zonder nummer (zn) te Antwerpen.
Inhoud van de aanvraag
- De regularisatie van de huidig gebouwde toestand.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 27 januari 2017 verleende het college van burgemeester en schepenen een milieuvergunning voor een tankstation voor diesellocomotieven, voor een termijn verstrijkend op 27 januari 2037 (MV2016/399/AVG).
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de verandering van twee opslaghouders bij een bevoorradingsstation voor dieseltreinen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
17.3.2.1.1.2° |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ≤ 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton. |
-15,792 ton |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Bij te stellen voorwaarde 'Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m3 per dag of 50 m3 per maand of 500 m3 per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. - voor debieten > 2 m3/uur of > 20 m3/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid;' Voorgesteld alternatief/aanvulling: 'Met deze aanvraag vragen wij een afwijking op het moeten voorzien van een meetgoot. Het water kan via de controleput ten allen tijde gecontroleerd worden.' |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
14 februari 2019 |
21 februari 2019 |
Gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het Gebied voor spoorinfrastructuur volgens het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013). Zulk gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur. Ten zuiden van de aanvraag, op circa 20 meter, geldt het bestemmingsvoorschrift Zone voor Permanente ecologische infrastructuur. Op circa 140 meter ten noorden van de aanvraag, buiten de afbakening zeehavengebied, geldt voor de Kuifeend het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met als overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft een wijziging van de opgeslagen hoeveelheden diesel in een reeds vergunde opslagtank. De opslagtank werd bij uitvoering kleiner voorzien dan vergund, namelijk met een inhoud van 100.000 liter in plaats van 120.000 liter. Daarnaast werd een kleinere tank van 1.200 liter geplaatst en werd de reeds vergunde vulpuntenbak op een andere positie ingeplant.
Daar de huidig gebouwde toestand slechts kleine verschillen vertoont met de vergunde toestand, is de ruimtelijke impact beperkt. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie werd niet ingewonnen. De voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie die werden gehecht aan de stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een dieselstation voor treinen met referentie HVN/B/20162193, zijn onverminderd na te leven ook al werden de werken waarvoor deze vergunning werd verleend afwijkend uitgevoerd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
G&V Servicestations baat een bevoorradingsstation voor dieseltreinen uit. Men is vergund voor de opslag van 100,8 ton diesel en een verdeelinstallatie.
De vergunning van 27 januari 2017 werd verleend door het college van burgemeester en schepenen. Voor onderhavige aanvraag is nu, na invoering van de omgevingsvergunning, de Vlaamse regering bevoegd aangezien het project voorkomt op de Vlaamse lijst.
Het aanvraagdossier werd al eens eerder ingediend. Uit het onderzoek van de aanvraag bleek toen dat de ingedeelde inrichting of activiteit niet volledig behoorlijk stedenbouwkundig vergund is en de toenmalige aanvraag geen stedenbouwkundige handelingen omvatte. De constructies waarvan sprake hangen bovendien onmiskenbaar samen met de ingedeelde inrichting of activiteit waardoor er dus sprake is van een onlosmakelijk verband. Er werd bijgevolg een ongunstig advies verleend door het college op 24 augustus 2018. De exploitant trok nadien het aanvraagdossier in. Onderhavig aanvraagdossier bevat wel een stedenbouwkundig luik.
Er werd geopteerd voor een kleinere tank dan initieel vergund door het college. In plaats van een tank van 120.000 liter werd een tank van 100.000 liter geplaatst. Bijkomend werd een tank van 1.200 liter gasolie voorzien als bevoorrading van een stoomgroep. Beide houders zijn dubbelwandige bovengrondse houders, voorzien van een inkuiping, lekdetectie en overvulbeveiliging. Het aanvraagdossier bevat een gunstig indienststellingsverslag van beide houders.
Het hemelwater dat op de vloeistofdichte tankpiste valt, passeert een KWS-afscheider met coalescentiefilter alvorens het wordt geloosd. Men is reeds vergund voor het lozen van maximaal 8,11 m³ bedrijfsafvalwater per uur in oppervlaktewater. De KWS-afscheider is gekoppeld aan een alarm in de controlekamer en wordt regelmatig gereinigd via een contractuele onderaannemer. Er is tevens een calamiteitenput aanwezig.
De exploitant vraagt een bijstelling van artikel 4.2.5.1.1 van titel II van het VLAREM dat stelt dat er een meetgoot moet geplaatst worden om in functie van controle van het afvalwater. De exploitant argumenteert dat het afvalwater steeds gecontroleerd kan worden via de controleput.
Gelet op de aard van het bedrijfsafvalwater (potentieel verontreinigd hemelwater) en de mogelijkheid om het afvalwater te controleren via de controleput kan de gevraagde bijstelling verleend worden.
Er wordt verder opgemerkt dat onderstaande bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning van 27 januari 2017 werden opgelegd:
1. Vooraleer gestart wordt met de aanlegwerken van dit tankstation, dient de exploitant contact op te nemen met de beheerders (Natuurpunt Antwerpen Noord) van het natuurreservaat “De Kuifeend”, “Grote Kreek” en “Blokkersdijk” zodat gepaste maatregelen kunnen uitgewerkt en opgelegd worden om hinder naar de aangrenzende natuurreservaten en vogelrichtlijngebieden zoveel mogelijk te beperken. Vóór aanvang van de inrichtingswerken dient een verslag hiervan bezorgd te worden aan de dienst Milieuvergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@stad.antwerpen.be).
2. Uiterlijk één jaar na collegedatum dient een analyse van het bedrijfsafvalwater bezorgd te worden aan de dienst Milieuvergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@stad.antwerpen.be).
3. De calamiteitenput die aanwezig is op de site wordt zodanig uitgevoerd (gedimensioneerd + functioneel gemaakt + automatische werking) dat bij calamiteiten ter hoogte van de tank of met de tank geen KWS wordt geloosd en geen impact ontstaat ter hoogte van het aanpalend vogelrichtlijngebied en VEN-gebied.
Het gevraagde verslag over het contact met de beheerder van de natuurreservaten werd niet aan de stad Antwerpen bezorgd. Een analyse van het bedrijfsafvalwater werd evenmin aan de stad Antwerpen bezorgd. De calamiteitenput werd ingetekend op het uitvoeringsplan. Het is niet duidelijk of de gekozen uitvoering voldoet.
Er wordt verder opgemerkt dat de site nabij het Vogelrichtlijngebied ‘De Kuifeend en de Blokkersdijk’ is gelegen. De site ligt bovendien ingebed tussen de natuurreservaten ‘De Kuifeend’ en ‘Grote Kreek’. De bijzondere voorwaarden werden dan ook opgelegd omwille van de bekommernis over de natuurwaarden in de onmiddellijke omgeving. Aangezien het vogelrichtlijngebied op minder dan 750 m van de site is gelegen moet er advies aan het agentschap voor Natuur en Bos gevraagd worden. Op basis van het dossierverloop in het digitale omgevingsloket lijkt dit advies nog niet gevraagd te zijn door de vergunningverlenende overheid.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie. Het is evenwel van belang dat de vergunningverlenende overheid de uitvoering van de eerder opgelegde bijzondere voorwaarden opvolgt.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
De voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie die werden gehecht aan de stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een dieselstation voor treinen met referentie HVN/B/20162193 (zie bijlage) zijn onverminderd na te leven.
Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Bij te stellen voorwaarde: ‘Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m3 per dag of 50 m3 per maand of 500 m3 per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. - voor debieten > 2 m3/uur of > 20 m3/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid’
Geadviseerd alternatief/aanvulling: Er dient geen meetgoot geplaatst te worden. Het afvalwater kan steeds gecontroleerd worden via de controleput. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
11 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
13 maart 2019 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |