Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019002541 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV TOTAL BELGIUM met als contactadres Belgicastraat 1 te 1930 Zaventem |
Ligging van het project: |
Scheldelaan 16 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie A nrs. 6E en afdeling 15 sectie B nrs. 250Z |
Inrichtingsnummer: |
20180413-0087 (Total Belgium nv - Depot KVC) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Vulcentrum voor brandstoffen: verandering door wijziging en uitbreiding |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- Op 29 mei 1996 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HV/1995/5-95/B/1671 – 19952970) voor een camion vulling eenheid 20, gelegen Scheldelaan 16, Antwerpen;
- Op 29 oktober 2010 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20105050) voor het plaatsen van een nieuw pompstation voor vier nieuwe benzinepompen en toebehoren, gelegen Scheldelaan 16, Antwerpen;
- Op 27 juli 2012 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20123845) voor een bijkomende installatie voor de ontvangst van ethanol, opslag van ethanol en blending faciliteiten op het Total Antwerp depot ("KVC"); het plaatsen van een nieuwe behuizing bestaande hoogspanningscabine
- Op 3 juli 2015 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20151256) voor bouwen van een laagspanningscabine K2008 naast de bestaande; vernieuwen en wijzigen van een bestaande inkuiping voor dieselpompen met toebehoren, Scheldelaan 16, Antwerpen.
Voorgeschiedenis milieu
Op 3 juli 2002 verleende de deputatie van de provincie een milieuvergunning voor het verder in bedrijf houden en veranderen van een petroleumraffinaderij, voor een termijn verstrijkend op 20 juni 2022. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een verandering van de opslag van gevaarlijke stoffen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.3.1° |
accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; |
+41.088 VAh |
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
+12 voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
-80 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
wijziging hoeveelheid per opslagplaats |
17.2.2. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2; |
+5.644,76 ton |
17.3.2.1.1.3° |
gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton; |
14.668,87 ton |
17.3.2.1.2.3° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton; |
760 ton |
17.3.2.2.3°b) |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders; |
4.277,99 ton |
17.3.2.3.2°a) |
opslagplaatsen gelegen in industriegebied voor overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS02), niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2., met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 1 ton tot en met 50 ton; |
18,3 ton |
17.3.6.3°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
+147,54 ton; opslag 6.850 m³ zware stookolie niet meer van toepassing |
17.3.7.3° |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; |
+147,54 ton |
17.3.8.2° |
opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton. |
+147,54 ton |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
4 april 2019 |
2 mei 2019 |
Gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen.
Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Ten noordoosten van de aanvraag geldt -voor het Marshalldok- Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan ten zuiden van de aanvraag, heeft de bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Op circa 90 meter ten zuiden van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Bestaande waterwegen (voor de Schelde), Natuurgebieden en Bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten) met overdruk Bestaande leidingstraten.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Door de herindeling van gevaarlijke producten en een productwissel in een bestaande tank, wordt het bedrijf een hogedrempel Seveso-inrichting. Tevens omvat de aanvraag kleinere wijzigingen zoals de uitbreiding van de parking voor vrachtwagens. Uit de aanvraag is niet af te leiden wat deze uitbreiding inhoudt. Het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens is een stedenbouwkundige vergunningsplichtige handeling. Er werden echter geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verder wel verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het Total Depot ‘KVC’ is een depot voor de opslag en distributie van vloeibare brandstoffen. Het depot is gelegen op een terrein dat aansluit bij Total Raffinaderij Antwerpen. De ingedeelde inrichting of activiteit omvat een opslagplaats voor vloeibare brandstoffen en additieven met een vulcentrum voor de verlading naar tankwagens en een pompstation voor de pijplijn naar het depot te Feluy en Marly.
De vulling van de opslagtanks gebeurt door middel van een vast leidingsysteem vanuit Total Raffinaderij Antwerpen. Vanuit de opslagtanks vertrekken leidingen naar de laadperrons, waar de tankwagens worden gevuld. Het vulcentrum beschikt over 12 laadbruggen. De producten worden vanuit de opslagtank via een toegewezen pomp en leidingssysteem naar de tankwagen gepompt. Indien het toevoegen van additieven noodzakelijk is, worden deze rechtstreeks toegevoegd in de vulleiding.
De exploitant stelt dat de opslag van de Seveso-stoffen, omwille van de verplichte meervoudige rubricering, nu ook moet ingedeeld worden in de desbetreffende indelingsrubrieken op basis van hun gevaarpictogram of vlampunt. Het betreft volgende producten die reeds vergund zijn onder rubriek 17.2.1 (lagedrempel Seveso), maar in het aanvraagdossier dus als ‘nieuw’ benoemd worden:
- 17.3.2.1.1.3: opslag van 14.668,67 ton (17.620 m³) diesel/gasolie en 0,2 ton ruitensproeiervloeistof;
- 17.3.2.1.2.3: opslag van 760 ton kerosine;
- 17.3.2.2.3.b: opslag van 3.950,54 ton (5.285 m³) benzine en 327,45 ton (415 m³) bio-ethanol;
- 17.3.2.3.2.a: opslag van 18,3 ton benzine additief P925.
Men voorziet ook de uitbreiding van de opslag van additieven met 147,54 ton tot een totaal van 160,5 ton (indelingsrubrieken 17.3.6.3.a, 17.3.7.3 en 17.3.8.2).
Ethanol en additief AC1209 worden opgeslagen in ondergrondse houders. De ondergrondse producttanks zijn dubbelwandige stalen tanks met een permanente lekdetectie en een kathodische bescherming. De overige producten worden opgeslagen in bovengrondse houders. De bovengrondse tanks zijn in een inkuiping geplaatst. Alle houders zijn uitgerust met een overvulbeveiliging. De ruitensproeiervloeistof wordt in een vat bovenop een lekbak of inkuiping opgeslagen.
De bovengrondse houder T78 werd in het verleden gebruikt voor de opslag van extra zware stookolie, maar zal in de toekomst gebruikt worden voor de opslag van diesel. De opslag van 6.850 m³ kan uit de vergunning geschrapt worden. Het dossier bevat een geldig keuringsattest waaruit blijkt dat deze houder voldoet aan de bepalingen van titel II van het VLAREM. Tevens bevat het dossier een attest waaruit blijkt dat het tankenpark 77-80, waartoe houder T78 behoort, voldoet aan de vereiste inkuipingscapaciteit.
De laadkades voor de vrachtwagens zijn vloeistofdicht verhard waarbij gemorste brandstoffen worden afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie van de raffinaderij. De losplaatsen voor tankwagens (één voor bio-ethanol, één voor de additieven) zijn verhard met een vloeistofdichte betonverharding. Wanneer er geen bio-ethanol wordt gelost, wordt de afwatering naar de waterzuivering van de naburige raffinaderij geleid. Wanneer er bio-ethanol wordt gelost, wordt de afwatering naar een ondergrondse tank geleid.
Door de herindeling van gevaarlijke producten en de geplande productwissel voor houder T78 wordt het bedrijf een hogedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een omgevingsveiligheidsrapport (OVR/17/34) opgesteld door een erkend VR-deskundige.
Het groepsrisico voldoet aan het gehanteerde criterium. Met betrekking tot het plaatsgebonden risico wordt in het OVR gesteld dat de 10-6 en 10-7 isorisicocontouren respectievelijk geen gebieden met woonfunctie of gebieden met kwetsbare locaties omvat. De 10-5 isorisicocontour overschrijdt de bedrijfsgrens ter hoogte van de ethanolverlading, waarbij de contour op het terrein van buurbedrijf Total Raffinaderij Antwerpen is gelegen. Ter hoogte van het pompstation overschrijdt de 10-5 isorisicontour ook de terreingrens.
De exploitant stelt voor om een veiligheidsinformatieplan (VIP) op te stellen met buurbedrijf Total Raffinaderij Antwerpen. Het is aangewezen om dit op te leggen als bijzondere voorwaarde.
Voor de effecten van externe gevarenbronnen op het bedrijf werd er rekening gehouden met de naburige bedrijven. Er wordt in het OVR geoordeeld dat de naburige bedrijven geen invloed zullen hebben op de berekende resultaten. De ongevallen die kunnen leiden tot domino-effecten zijn immers voornamelijk laagfrequente scenario’s met een grote schaderadius. Gecombineerd met de kans op ontsteking (en de kans op het afdrijven van de gaswolk in een bepaalde windrichting) is de uiteindelijke kans op een secundair effect klein ten opzichte van de generieke faalkans van de installaties op het depot volgens de VR-deskundige. Domino-effecten ten gevolge van ongevallen op de weg of het water zijn verwaarloosbaar. Domino-effecten ten gevolge van ongevallen met spoortransporten of pijpleidingen worden niet verwacht. De mogelijke domino-effecten van het depot reiken tot op het terrein van de buurbedrijven Total Raffinaderij Antwerpen en Total Olefins Antwerpen. De voornaamste installaties binnen het effectgebied zijn atmosferische opslagtanks. Deze buurbedrijven behoren tot dezelfde groep als het depot.
In het aanvraagdossier worden ook enkele kleinere veranderingen opgenomen:
- Vervanging van enkele UPS-systemen (uninterruptible power supply) en actualisatie van het vermogen van de bestaande accumulatoren waardoor het product van de capaciteit met de klemspanning toeneemt met 41.088 VAh tot 83.088 VAh;
- bijkomende stalplaatsen voor tien vrachtwagens en twee heftrucks op de bestaande wachtparking waardoor het aantal stalplaatsen voor voertuigen wordt uitgebreid tot 37;
- vervanging van enkele compressoren en airco’s waardoor de totaal geïnstalleerde drijfkracht afneemt met 80 kW tot 50 kW.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.3.1° |
accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; |
+41.088 VAh |
15.1.2° |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
+12 voertuigen |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
-80 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
wijziging hoeveelheid per opslagplaats |
17.2.2. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2; |
+5.644,76 ton |
17.3.2.1.1.3° |
gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 500 ton; |
14.668,87 ton |
17.3.2.1.2.3° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton; |
760 ton |
17.3.2.2.3°b) |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders; |
4.277,99 ton |
17.3.2.3.2°a) |
opslagplaatsen gelegen in industriegebied voor overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS02), niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2., met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 1 ton tot en met 50 ton; |
18,3 ton |
17.3.6.3°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
+147,54 ton opslag 6.850 m³ zware stookolie niet meer van toepassing |
17.3.7.3° |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; |
+147,54 ton |
17.3.8.2° |
opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton. |
+147,54 ton |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Er dient een veiligheidsinformatieplan met Total Raffinaderij Antwerpen opgesteld te worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
29 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
6 april 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
5 mei 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
18 mei 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
6 april 2019 |
5 mei 2019 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Elia Asset nv. Met deze brief reageert Elia Asset op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project, maar wijst op de van kracht zijnde veiligheidsvoorschriften in de nabijheid van de ondergrondse hoogspanningskabels. Het schrijven van Elia Asset en de bijhorende bijlagen werd reeds aan de provincie, als vergunningverlener, bezorgd.
Informatievergadering
Over de aanvraag werd een informatievergadering gehouden op 16 april 2019.
Het verslag van de informatievergadering werd bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarde.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Er dient een veiligheidsinformatieplan met Total Raffinaderij Antwerpen opgesteld te worden. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |