Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019004471 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Valérie Buss met als adres Rijke Beukelaarstraat 11 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Rijke Beukelaarstraat 11 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 4sectie D nr. 959B |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24 mei 1995: vergunning (86#950374) voor verbouwingen.
Laatst vergunde toestand
- het pand bestaat uit drie bouwlagen onder een plat dak;
- het gebouw is ingericht als eengezinswoning;
- in de tuin bevindt zich een berging van 1 bouwlaag;
- de voorgevel is afgewerkt met bezetting (kleur eischelp) en wit houten schrijnwerk.
Bestaande toestand
- de raam- en deuropeningen in de voorgevel zijn kleiner uitgevoerd;
- de detaillering in de voorgevel is niet uitgevoerd;
- in de voorgevel is een verluchtingsrooster aangebracht;
- de kroonlijst bestaat uit wit pvc.
Gewenste toestand
- eengezinswoning van drie bouwlagen en een teruggetrokken laag onder een plat dak;
- achterbouw van 1 bouwlaag met groendak.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwing van een bestaande eengezinswoning;
- de gelijkvloerse aanbouw in de tuin wordt gesloopt;
- op het gelijkvloers wordt de woning voorzien van een nieuwe aanbouw (1 bouwlaag);
- de uitbreiding wordt afgewerkt met een plat dak voorzien van een groendak;
- op het hoofdgebouw wordt een extra teruggetrokken daklaag voorzien, deze sluit aan op de achtergevel;
- de trap naar de kelder wordt verplaatst;
- de woning wordt heringericht met de leefruimtes op de benedenverdieping, de slaapkamers en badkamers op de verdiepingen en een dakkamer met dakterras op de bovenste verdieping;
- aan de straatzijde op de benedenverdieping wordt een fietsenstalling voorzien;
- de toegangsdeur wordt beperkt naar links verplaatst;
- de voorgevel wordt voorzien in grijze vezelcement leien in combinatie met pvc schrijnwerk (kleur: donkergrijs);
- boven de kroonlijst wordt een transparant veiligheidsglas geplaatst als borstwering voor het dakterras.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
15 februari 2019 |
19 februari 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
15 februari 2019 |
8 april 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:
de Rijke Beukelaarstraat wordt gekenmerkt door historische bebouwing met geprononceerde kroonlijsten als beëindiging van de gevel. Door het supprimeren van de kroonlijst, wordt een atypische gevelbekroning gecreëerd;
- artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:
de kenmerkende gevelafwerking in de straat bestaat uit bepleistering en baksteenmetselwerk. Het gebruik van vezelcement leien als gevelmateriaal is niet in harmonie met het referentiebeeld.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
de voorgevel is oorspronkelijk als bepleisterde gevel opgetrokken. De aanvrager voorziet een nieuwe gevelbekleding in leien, waar de voorschriften opleggen dat er een pleisterafwerking vereist is;
- artikel 12 Levendige plint:
de woning heeft een gevelbreedte van 5,57 meter. Er wordt een fietsenberging aan de straatzijde voorzien, waar een verblijfsruimte aan de straatzijde vereist is.
- artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
de scheidingsmuren van de teruggetrokken daklaag hebben een opstand van 15 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, waar een opstand van minstens 30 cm vereist is;
- artikel 38 Groendaken:
het nieuwe dak boven de dakkamer heeft een oppervlakte van 28 m2 en is niet voorzien van een groendak.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag betreft de herinrichting van een eengezinswoning. Vooraan het gelijkvloers wordt een fietsenberging voorzien. Het gebrek van een verblijfsruimte aan de straatzijde, maakt de aanvraag strijdig met de voorschriften van artikel 12 van de bouwcode. De bouwheer vraagt een afwijking aan en motiveert deze als volgt: door het plaatsen van een binnenraam tussen hal en leefruimte, ontstaat er een ruimtelijke en visuele link met de straat. Bovendien zorgen de grote raampartijen in de voorgevel en de verhoging van het vloerpeil in de leefruimte ervoor dat de relatie met de straat wordt verbeterd.
Er wordt geoordeeld dat de woonkwaliteit in de gelijkvloerse woonruimte voldoende is. Het toevoegen van een kwaliteitsvolle fietsenberging verhoogt bovendien het gebruiksgenot van de eengezinswoning. Door de aanwezigheid van grote ramen in de gelijkvloerse straatgevel en de creatie van een binnenraam tussen de leefruimte en de fietsenberging, blijft het contact tussen de bewoners en de straat gegarandeerd. De afwijking wordt toegestaan op basis van artikel 3 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de verbouwing van een eengezinswoning. De functionele inpasbaarheid in deze woonomgeving is uiteraard aanvaardbaar en blijft ongewijzigd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft onder meer de constructie van een dakverdieping op het bestaande platte dak. De daklaag wordt geplaatst met een set-back ten opzichte van de voorgevellijn, dewelke aangelegd wordt als dakterras. Met een schaduwstudie werd aangetoond dat de volume-uitbreiding geen onaanvaardbare impact heeft op de lichtinval in de aanpalende panden. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de ingreep dan ook aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten - Visueel-vormelijke elementen
Het pand werd in het verleden verbouwd, de trapgevel werd omgevormd naar een lijstgevel waarbij de hoogte van de gevelopeningen gewijzigd werd. In de huidige toestand is de gevel afgewerkt met een beige crepi, er zijn stopprofielen geplaatst rond de vensteropeningen en ter hoogte van de scheiding met de buur links en rechts. De kroonlijst is uitgewerkt in pvc. Tussen niveau 1 en 2 zijn de muurankers nog aanwezig. De gelijkvloerse deuropening is lager uitgevoerd dan voorzien op het plan van de vergunning uit 1995.
Op basis van de aangeleverde snedes kan gesteld worden dat er een oudere kern aanwezig is in het pand (tongewelf). Het pand is door zijn gewijzigde voorgevelarchitectuur enkel beeldondersteunend in deze omgeving.
Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.
In dat kader werd het dossier ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumenten zorg. Deze adviseert de aanvraag ongunstig, voornamelijk omwille van:
Het voorzien van een gevel in gevelcementleien is zeer atypisch in het straatbeeld. Bijkomend worden hierdoor de uitgewerkte muurankers die nog refereren naar de aanwezigheid van een oudere kern bedekt. Een gevel zoals voorgesteld vormt een storende toevoeging in deze historische context. Een meer gepaste afwerking zou zijn om de gevel een gladde afwerking te geven in een lichte kleur. Isoleren aan de binnenzijde van het pand vormt een alternatief.
De huidige deuropening bevindt zich nog op de plaats van de oorspronkelijke opening. De gevelopeningen op de gelijkvloerse verdieping zijn qua plaats nog de oorspronkelijke openingen, de hoogte ervan is helaas gewijzigd, waardoor de verhoudingen in de gevel volledig verstoord zijn. Behoud van de gelijkvloerse openingen is dan ook een voorwaarde om een verdere verstoring van het gevelbeeld te voorkomen.
Het voorzien van een nieuwe trapopening naar de kelder is aanvaardbaar, net zoals herstel van het tongewelf en afbraak van de recente trap. Behoud van de oorspronkelijke trap van uit de kelder naar de koer is wenselijk, aangezien deze deel uitmaakt van de oorspronkelijke bouwfase.
De draagstructuur op de gelijkvloerse verdieping wordt aangepast. Het is niet duidelijk of er nog moerbalken en kinderbalken aanwezig zijn. Volgens het plan van 1954 zouden deze nog aanwezig zijn. Indien deze nog aanwezig zijn, wordt uitgegaan van behoud.
Door de voorgevel op te trekken zonder de bakgoot/kroonlijst te behouden, wordt de gevelgeleding verder verstoord. Er moet naar een oplossing gezocht worden die minder beeldverstorend is.
Ook vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de gevelwijzigingen ongunstig geadviseerd. De gewenste gevelbekleding in gevelcementleien is niet kenmerkend in deze historisch waardevolle omgeving en verstoort het historische straatbeeld aanzienlijk. Het verkleinen van de raam- en deuropeningen (ten opzichte van de laatst vergunde toestand) op het gelijkvloers resulteert geenszins in een verbetering van de woonkwaliteit van het pand draagt niet bij tot een correcte gevelverhouding (open – gesloten delen) of samenhang in de straat. Tenslotte wordt ook het supprimeren van de kroonlijst niet gunstig geadviseerd. De panden in de straat worden gekenmerkt door een geprononceerde kroonlijst als beëindiging van de gevel. Door het supprimeren van de kroonlijst en het optrekken van de gevel wordt een atypische gevelbekroning gecreëerd.
Rekening houdende met het bovenstaande worden volgende gevelwijzigingen uitgelsoten van de vergunning:
- Wijzigingen gevelopeningen gelijkvloers;
- Gevelbekleding;
- Supprimeren kroonlijst en optrekken gevel.
Als voorwaarde wordt opgelegd om de gevel te voorzien van een gladde bepleistering in een lichte kleur (wit of variante van wit). De gelijkvloerse gevelopeningen moeten terug in het oorspronkelijk formaat worden hersteld (zie rode aanduiding op de plannen). Er dient een geprononceerde houten kroonlijst te worden voorzien ter hoogte van de voormalige kroonlijst. De borstwering van het terras dient achter deze kroonlijst (onder 45° vanuit het gevelvlak) geplaatst te worden.
Verder dient de keldertrap naar de voormalige koer behouden te blijven. Indien de moer- en kinderbalkenstructuur nog aanwezig is, moet deze integraal en in situ bewaard blijven.
Archeologie
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied betreft een oppervlakte kleiner dan 300 m² (ca. 100 m²) met een ingreep in de bodem kleiner dan 100 m² (ca. 50 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Het projectgebied bevindt zich echter in de historische binnenstad. Bij eender welke werkzaamheden in de bodem kunnen oudere muurrestanten aan het licht komen. Deze dienen dan verplicht gemeld te worden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen inzake gebruiksgenot en woonkwaliteit.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de nieuwe platte daken zo uit te voeren dat een opstand van minstens 30 cm wordt voorzien, conform artikel 34 van de bouwcode;
2. het nieuwe platte dak boven de dakkamer te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
3. de voorgevel te voorzien van een gladde bepleistering in een lichte kleur (wit of variante van wit). De bestaande muurankers dienen zichtbaar te blijven en gelakt te worden in een zwarte kleur;
4. de gelijkvloerse gevelopeningen moeten terug in het oorspronkelijke formaat te worden hersteld (zie rode aanduiding op de plannen);
5. een geprononceerde kroonlijst te behouden ter hoogte van de voormalige kroonlijst. De borstwering van het terras dient achter deze kroonlijst (onder 45° vanuit het gevelvlak) geplaatst te worden;
6. de keldertrap naar de voormalige koer dient behouden te blijven;
7. indien de moer- en kinderbalkenstructuur nog aanwezig is, moet deze integraal en in situ bewaard blijven;
8. de bouwheer meldt restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
9. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
10. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
11. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
1. geen vergunning wordt verleend voor het verplaatsen van de inkomdeur in de voorgevel;
2. geen vergunning wordt verleend voor het bekleden van de voorgevel met leien;
3. geen vergunning wordt verleend voor het supprimeren van de kroonlijst en het optrekken van de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
15 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
22 februari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
23 maart 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 mei 2019 |
Verslag GOA |
8 mei 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
22 februari 2019 |
23 maart 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de nieuwe platte daken zo uit te voeren dat een opstand van minstens 30 cm wordt voorzien, conform artikel 34 van de bouwcode;
2. het nieuwe platte dak boven de dakkamer te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
3. de voorgevel te voorzien van een gladde bepleistering in een lichte kleur (wit of variante van wit). De bestaande muurankers dienen zichtbaar te blijven en gelakt te worden in een zwarte kleur;
4. de gelijkvloerse gevelopeningen moeten terug in het oorspronkelijke formaat te worden hersteld (zie rode aanduiding op de plannen);
5. een geprononceerde kroonlijst te behouden ter hoogte van de voormalige kroonlijst. De borstwering van het terras dient achter deze kroonlijst (onder 45° vanuit het gevelvlak) geplaatst te worden;
6. de keldertrap naar de voormalige koer dient behouden te blijven;
7. indien de moer- en kinderbalkenstructuur nog aanwezig is, moet deze integraal en in situ bewaard blijven;
8. de bouwheer meldt restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
9. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
10. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
11. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
1. geen vergunning wordt verleend voor het verplaatsen van de inkomdeur in de voorgevel;
2. geen vergunning wordt verleend voor het bekleden van de voorgevel met leien;
3. geen vergunning wordt verleend voor het supprimeren van de kroonlijst en het optrekken van de voorgevel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.