Terug
Gepubliceerd op 08/04/2019

2019_CBS_02533 - Transitiefonds - Stedelijke restmiddelen AG VESPA. Boekjaar 2018 - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02533 - Transitiefonds - Stedelijke restmiddelen AG VESPA. Boekjaar 2018 - Goedkeuring 2019_CBS_02533 - Transitiefonds - Stedelijke restmiddelen AG VESPA. Boekjaar 2018 - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Op basis van de voorlopige cijfers over het boekjaar 2018  blijkt er een voorlopig negatief netto-resultaat ten bedrage van 324.544,66 euro 454.613,51 euro.

Volgens artikel 9§9 van de beheersovereenkomst tussen stad en AG VESPA wordt bij een resultaat lager dan 15.000,00 euro, geen jaarlijkse intresten op de achtergestelde lening aangerekend. Indien er geen interesten worden uitbetaald, bestaat de terugbetaling van de achtergestelde lening voor dat jaar volledig uit kapitaal. Er wordt  geen dividend uitgekeerd aan de stad. 

Op basis van de voorlopige cijfers over het boekjaar 2018 zijn er geen stedelijke restmiddelen.


De overgedragen winst eind 2017 bedraagt 6.481.656,90 euro. De voorlopige cijfers over het boekjaar  2018 zijn nog niet gefinaliseerd en er is ook nog geen inschatting beschikbaar van de overgedragen winst 2018.

De reserves volgens de jaarrekening van het bedrijf op 31 december 2017 bedragen 8.372.318,37 euro. De reserves volgens de voorlopige jaarrekening van het bedrijf op 31 december 2018 bedragen, omwille van een voorlopig negatief resultaat, 8.372.318,37 euro, waarvan 7.118.735,39 euro wettelijke reserves en 1.253.582,98 euro onbeschikbare reserves.

Aanleiding en context

Op 13 maart 2015 (jaarnummer 2125) keurde het college het principe van een transitiefonds goed met het oog op het realiseren van investeringen om exploitatiekosten in de toekomst te kunnen verminderen en dat de gerealiseerde voordelen dankzij de inzet van het transitiefonds (exclusief eventuele verkopen van patrimonium) terugvloeien naar het transitiefonds.

Het college keurde eveneens goed om de toekomstige reële besparingen via een 50/50-regeling te borgen, waarbij 50% wordt gestort in het transitiefonds en 50% mag worden herbesteed binnen dezelfde beleidsdoelstelling.

Op 29 mei 2015 (jaarnummer 4453) keurde het college de verdere uitwerking en principes goed voor het algemeen en de specifieke transitiefondsen. Het college keurde onder andere goed dat de autonome gemeentebedrijven en EVA-vzw's 50% van de restmiddelen kunnen inzetten voor nieuw beleid, mits goedkeuring van de herbestemming door het college. De overige 50% wordt toegevoegd aan het algemeen transitiefonds.

Ook in de beheers- en samenwerkingsovereenkomsten met de stedelijke autonome gemeentebedrijven en EVA-vzw's is opgenomen dat het agentschap elke herbestemming van reserves en overschotten of de terugbetaling van het niet-bestede deel van de stedelijke dotatie voorafgaandelijk ter goedkeuring voorlegt aan het college.

Op 12 juni 2015 gaf het college opdracht aan inspectie financiën (2015061201) om, in verband met het transitiefonds, de restmiddelen van alle betrokken entiteiten jaarlijks objectief te bepalen. Alle betrokken entiteiten dienen daarom jaarlijks hun cijfers zo snel als mogelijk ter beschikking te stellen aan inspectie financiën.

Op 8 januari 2016 (jaarnummer 10593) keurde het college de aanpak, werkwijze en planning goed zoals beschreven in de nota van inspectie financiën met betrekking tot het transitiefonds.

Algemene financiƫle opmerkingen

Op basis van de voorlopige cijfers over het boekjaar 2018  blijkt er een voorlopig negatief netto-resultaat ten bedrage van 324.544,66 euro 454.613,51 euro.

Volgens artikel 9§9 van de beheersovereenkomst tussen stad en AG VESPA wordt bij een resultaat lager dan 15.000,00 euro, geen jaarlijkse intresten op de achtergestelde lening aangerekend. Indien er geen interesten worden uitbetaald, bestaat de terugbetaling van de achtergestelde lening voor dat jaar volledig uit kapitaal.

Er wordt  geen dividend uitgekeerd aan de stad.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis dat er geen stedelijke restmiddelen van AG VESPA met betrekking tot boekjaar 2018 beschikbaar zijn.

Artikel 2

Het college neemt kennis van de overgedragen resultaten en de samenstelling van de reserves van AG VESPA zoals beschreven onder de argumentatie.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.