Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018138580 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA YDBE met als adres Brechtsebaan 83 te 2900 Schoten |
Ligging van het project: |
Italiëlei 157 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5sectie E nr. 1286V5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van meergezinswoning en bouwen van een nieuwe meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/12/1928: vergunning (1928#32106) voor binnenveranderingen;
- 22/03/1929: vergunning (1929#32807) voor binnenveranderingen;
- 09/05/1958: vergunning (18#38074) voor veranderingswerken.
Laatst vergunde toestand
- meergezinswoning met 3 entiteiten in gesloten bebouwing bestaande uit 4 bouwlagen onder hellend dak;
- de bouwdiepte is over alle verdiepingen ca.15m en heeft op het gelijkvloers nog een uitsprong tegen de rechterperceelsgrens tot 21m;
- in de kelder (halfondergronds) werden een garage met 1 staanplaats en technische ruimtes ingericht;
- op het gelijkvloers, 1ste en 2de verdieping is telkens één appartement voorzien;
- de zolder werd niet gedefinieerd.
Bestaande toestand
- het pand werd opgedeeld in verschillende studentenkamers.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van het bestaande pand;
- bouwen van een meergezinswoning (8 appartementen) in gesloten bebouwing;
- het pand bestaat uit 9 bouwlagen plus een terug getrokken daklaag onder plat dak;
- de bouwdiepte op het gelijkvloers en de 1ste verdieping is 18,81 m en vanaf de 2de tot en met de 8ste verdieping 17,93 m;
- de 9de verdieping trekt zich 3,90 m terug ten opzichte van de rooilijn en heeft een bouwdiepte van 11,35 m;
- de kroonlijsthoogte is 28 m en de bouwhoogte 31,49 m, hiermee wordt gerefereerd aan het rechts aanpalende pand;
- Met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woningen zijn volgende gegevens beschikbaar:
- In de nieuwbouw van deze meergezinswoning met 5 of meer woningen is de gemiddelde nettovloeroppervlakte van alle woningen 92.75 m²;
- de gevels bestaan uit grijs beton utgezonderd de 2de tot en met de 8ste verdieping van de achtergevel welke is afgewerkt met grijze gevelsteen;
- alle buitenschrijnwerk is uit natuurkleurig hout;
- de platte daken worden aangelegd als groendak.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
3 januari 2019 |
8 februari 2019 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
1 maart 2019 |
13 maart 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
3 januari 2019 |
22 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
3 januari 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
3 januari 2019 |
3 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
3 januari 2019 |
22 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 3 zone voor centrumfuncties - (ce).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag voldoet niet aan artikel 12 betreffende levendige plint. Zo is de plint uitgewerkt als royale inkomhal over de gehele perceelsbreedte en omvat deze verder geen levendige functie.
Gezien de ligging (aan een drukke gewestweg), de beperkte perceelsbreedte en het feit dat een levendige functie werd uitgewerkt in de verhoogde plint (net boven de inkom), waardoor de levendige plint toch gewaarborgd wordt, kan een afwijking op dit artikel toegestaan worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande nieuwbouw is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorgestelde materiaalgebruik, beton en natuur houten buitenschrijnwerk, past zich in in de omgeving. De regelmatige geveluitwerking en de monoliete behandeling worden geapprecieerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dakterras ter hoogte van de voorgevel zorgt voor privacy hinder voor het linker aanpalend appartement doordat onvoldoende afstand gehouden wordt van de perceelsgrens. Het dakterras ter hoogte van de voorgevel onder voorwaarden vergund, namelijk dat minstens 1,90 m afstand dient gehouden te worden van de perceelsgrenzen. Het is onduidelijk of er een borstwering wordt voorzien bij het dakterras. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd bij de vergunning.
Voor het overige voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot.
De flexibele woontypologieën worden gewaardeerd. Het appartementsgebouw omvat een gezonde mix van verschillende slaapkamerappartementen.
De woningen beschikken over een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen waardoor het wooncomfort gewaarborgd wordt.
Het aantal slaapkamers staat in verhouding met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner.
De geplande nieuwbouw is mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de oppervlakte van de 8 appartementen. 8 appartementen > 90m² bvo met parkeernorm 1.35 8 x 1.35 = 10.8 11 De werkelijke parkeerbehoefte is 11
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 9.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11 Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Het gebouw dat wordt gesloopt is een meergezinswoning met 3 appartementen en garage met 1 staanplaats. De parkeerbehoefte van de laatst vergunde toestand is 3. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 9.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 9 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de appartementen moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
6 appartementen met 2 slaapkamers 6 x 3 = 18
2 appartementen met 3 slaapkamers 2 x 4 = 8
In totaal moeten 26 (18 + 8 = 26) fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht in de kelder en zijn bereikbaar via een rechte trap met fietsgoot.
De deuren naar de fietsenstalling moeten automatisch open gaan.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvalberging dient voorzien te worden van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode;
3. een vrije en vlakke draairuimte in de gemeenschappelijke afvalberging te voorzien conform artikel 12 van de verordening toegankelijk;
4. de plateaulift van het hefplateau dient minstens 100 cm breed en 140 cm diep voorzien te worden conform artikel 21 van de verordening toegankelijk;
5. de toegangsdeuren tot de appartementen en de afvalberging dienen voorzien te worden van een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 85 cm en hun deurvlakken dienen dieper dan 20 cm ten opzichte van het muurvlak te liggen conform artikel 22 van de bouwcode;
6. de deuren naar de fietsenstalling automatisch te laten open gaan;
7. het dakterras uit te voeren zodat minstens 1,90 m afstand van de perceelsgrenzen wordt gehouden en een borstwering te voorzien, zoals in rood aangeduid op het plan;
8. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
9 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
7 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
18 april 2019 |
Verslag GOA |
26 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
9 januari 2019 |
7 februari 2019 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Privacy dakterras: bezwaarindiener merkt op dat vanaf het dakterras, van de te bouwen appartementen Italiëlei 157, op de 9de verdieping er onvoldoende afstand is gehouden van de perceelsgrens in functie van privacy.
Beoordeling:
Het klopt dat het dakterras ter hoogte van de voorgevel onvoldoende afstand houdt van de perceelsgrens in functie van privacy. Er worden aan de vergunning voorwaarden gekoppeld zodat de privacy gegarandeerd wordt. Het bezwaar is gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvalberging dient voorzien te worden van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode;
3. een vrije en vlakke draairuimte in de gemeenschappelijke afvalberging te voorzien conform artikel 12 van de verordening toegankelijk;
4. de plateaulift van het hefplateau dient minstens 100 cm breed en 140 cm diep voorzien te worden conform artikel 21 van de verordening toegankelijk;
5. de toegangsdeuren tot de appartementen en de afvalberging dienen voorzien te worden van een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 85 cm en hun deurvlakken dienen dieper dan 20 cm ten opzichte van het muurvlak te liggen conform artikel 22 van de bouwcode;
6. de deuren naar de fietsenstalling automatisch te laten open gaan;
7. het dakterras uit te voeren zodat minstens 1,90 m afstand van de perceelsgrenzen wordt gehouden en een borstwering te voorzien, zoals in rood aangeduid op het plan;
8. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.