Terug
Gepubliceerd op 08/04/2019

2019_CBS_02689 - Omgevingsvergunning - OMV_2018143808. Fotografielaan 6-10. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02689 - Omgevingsvergunning - OMV_2018143808. Fotografielaan 6-10. District Wilrijk - Goedkeuring 2019_CBS_02689 - Omgevingsvergunning - OMV_2018143808. Fotografielaan 6-10. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

31 december 2018

29 januari 2019

0

0

0

0

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018143808

Gegevens van de aanvrager:

Comm.VA HE-IMMO met als adres Straatsburgdok-Noordkaai 33 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Comm.VA HE-IMMO met als adres Straatsburgdok-Noordkaai 33 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Fotografielaan 6-10 te 2610 Wilrijk-Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 44 sectie D nr. 152M

Inrichtingsnummer:

20181029-0021 (iioa - HE Immo)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

het aanleggen van een verharding voor het tijdelijk stallen van personenwagens en de exploitatie van een tankplaats

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/10/1974: vergunning (222#3879) voor het oprichten van een industrieel complex;

-          27/5/1999: vergunning (222#9602) voor het uitbreiden van kantoren;

-          30/12/2014: vergunning (20142586) voor het rooien van 21 populieren en 1 den;

-          29/06/2018: weigering (2018884) voor het vellen van een aantal bomen op industrieel terrein.

Laatst vergunde toestand

-          vrijstaand bedrijfsgebouw van ca. 7.184 m², met vooraan kantoren en achteraan een loods;

-          op het terrein zijn 2 parkings voorzien met in het totaal 73 parkeerplaatsen;

-          een groot deel van het terrein is onbebouwd;

Bestaande toestand

-          conform de laatst vergunde toestand;

-          het kantoorvolume is op de verdieping kleiner uitgevoerd dan de laatste vergunning;

-          er zijn 46 parkeerplaatsen aanwezig op de 2 parkings;

-          het onbebouwde terrein is begroeid met hoogstammige bomen en struiken.

Inhoud van de aanvraag

-          het vellen van bomen/ontbossen op een onbebouwd terrein in het industrieterrein Terbeke zuid;

-          het aanleggen van 4244 m² niet-waterdoorlatende verharding voor het stockeren van 2de handswagens en directiewagens in open lucht;

-          het aanleggen van een infiltratiegracht in de te behouden groenzone ter hoogte van de perceelgrenzen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Beerens Group vraagt een omgevingsvergunning aan voor het stallen van tweedehandswagens, firmawagens en directiewagens ter hoogte van de Fotografielaan 6-10 te 2610 Wilrijk. Hiervoor wordt een nieuwe opslagzone aangelegd op een onbebouwd gedeelte van het terrein. De overcapaciteit van de stockwagens is onder meer het gevolg van CO2- en dieselfraude.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,019 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

200 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

32 kW

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02)  van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ≥  55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

33,32 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

490 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

21 december 2018

11 januari 2019

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen

21 december 2018

7 februari 2019

Voorwaardelijk gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

21 december 2018

11 februari 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

21 december 2018

21 december 2018

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

21 december 2018

21 december 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

21 december 2018

18 januari 2019

stadsontwikkeling/ ruimte

11 maart 2019

18 maart 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Gezien het risico beperkt is tot het gevraagde project, dient de eigenaar zelf alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele waterschade te voorkomen.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

 Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorzien van grootschalige opslag in industriegebied, is principieel in overeenstemming met deze bestemming van het perceel. In de beschrijvende nota wordt vermeld dat zowel de bestaande loods als de nieuwe verharding zal gebruikt worden voor de opslag van de overcapaciteit van 2de hands- en directiewagens die niet op de verkooplocaties kunnen worden gestockeerd.
Commerciële activiteiten horen niet thuis in industriegebied, het verkopen van wagens op voorliggende locatie zal dan ook worden uitgesloten uit de vergunning.

Gelet op de aard van de aanvraag werd er advies gevraagd aan de dienst ondernemen en stadsmarketing. Het advies luidt als volgt: ‘Het project voorziet in de aanleg van een stockageparking ten behoeve van een autogroep. Dit is noodzakelijk onder meer naar aanleiding van een brand in een grote vestiging van de groep. Voor de realisatie van deze parking moet een beperkte ontbossing voorzien worden. Hiervoor is in het dossier een boscompensatievoorstel opgenomen. Gelet op de beleidsnota industrie kan voor dit dossier gunstig advies gegeven worden.”

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het valt te betreuren dat nog één van de weinige groene en onverharde zones in het industrieterrein Terbekezuid verdwijnt ten voordele van een verharde stockageplaats van meer dan 4000 m² in open lucht. Industriegrond is schaars in het stedelijk gebied. Het potentieel van het perceel wordt sterk onderbenut door de zeer lage bouwdichtheid. Het voorstel voorziet niet in optimaal en duurzaam ruimtegebruik op dit perceel. Terbekezuid kampt bovendien reeds met grote waterproblemen door de doorgedreven verhardingen en bebouwing.

Echter gelet op de ontvangen adviezen, de aanwezigheid van een voldoende grote open waterbuffer en de voorgestelde activiteiten wordt geoordeeld dat het aangevraagde aanvaardbaar is op deze plek, mits wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden.

Er kan worden gesteld dat het voorzien van een niet-waterdoorlatende verharding voor het stockeren van wagens, aangesloten op een voldoende grote infiltratievoorziening meer garantie biedt naar een optimale infiltratie en buffering van regenwater dan dat er continue wagens staan gestockeerd op een niet- waterdoorlatende verharding. Een waterdoorlatende verharding zou bovendien door de vele laad- en losbewegingen snel verdichten.  Door de aanleg van de infiltratievoorziening in huidige fase wordt ook de nodige buffering van regenwater gegarandeerd bij een effectieve uitbreiding op het perceel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gelet op de oppervlakte van de voorziene verharding werd er advies gevraagd aan de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen. Na aanpassing van de dimensionering van de infiltratiegracht brachten zij een voorwaardelijk gunstig advies uit. De aanpassingen voorzien in een grotere oppervlakte aan infiltratie waardoor zowel aan de noordelijke als aan de westelijke perceelgrens een infiltratiegracht wordt voorzien met een breedte van 3,90 meter aan de bovenzijde. De aangepaste plannen zullen worden toegevoegd aan de beslissing van de aanvraag.

 

De aanvraag voorziet in een ontbossing van 3320 m² waartoe een boscompensatievoorstel werd toegevoegd. Dit werd ter advies voorgelegd aan het Agentschap Natuur en Bos.

Het compensatievoorstel werd goedgekeurd, maar aangepast naar een volledige ontbossing met volgende motivatie: “Uit het bebossingsplan dat bij het boscompensatieformulier werd gevoegd concludeert ons Agentschap dat de initiatiefnemer een oppervlakte van 805m² wenst te behouden als bos. Ons Agentschap stelt echter vast (op basis van andere plannen bij deze aanvraag) dat:

- de zone waarin het bos wordt behouden slechts 6m breed is. Dat in die zin eerder een houtkant wordt behouden in plaats van een eigenlijk bos;

- volgens de overige plannen bij deze omgevingsvergunningsaanvraag worden slechts enkele bomen behouden in deze zone. Het overige wordt ingekleurd als ‘groenzone’;

- volgens de overige plannen bij de omgevingsvergunning wordt ook een infiltratiegracht voorzien in de zone die bij het bebossingsplan werd gevoegd. Ook dit impliceert een feitelijke ontbossing.

Bosbehoud impliceert dat de kruid-struik en boomlaag in de volledige zone dient te worden behouden, dat geen constructies mogelijk zijn in deze zone en dat ook geen groenzone/gazon mag worden aangelegd. De voorgenomen plannen lijken strijdig met dit bosbehoud.

In die zin neemt ons Agentschap aan dat een volledige ontbossing zal worden voorzien en werd in die zin het boscompensatieformulier aangepast.”

Gelet op de aanpassingen die werden doorgevoerd aan de infiltratiegracht wordt dus geoordeeld dat er een volledige ontbossing nodig is op het perceel. Zowel het aangepaste boscompensatievoorstel als de voorwaarden vermeld op het definitieve advies van het Agentschap Natuur en Bos zullen integraal worden overgenomen bij het verlenen van de vergunning.

 

De bedrijfseenheid stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende afweging: “Aangezien het om een parking gaat en er geen bebouwing is, wordt er een heraanplant opgelegd van minstens 10 grootkruinige bomen. Deze kunnen ofwel in een bestaande groenzone worden aangeplant ofwel moet er ruimte voorzien worden tussen de parkeerplaatsen.’

Het verdwijnen van bestaand hoogstammig groen heeft een ongunstige impact op het straatbeeld, ook op deze plek in industriegebied. Gelet op bovenstaand advies en met het oog op het voorzien van een kwalitatieve groene buffer tussen de opslagfunctie en het openbaar domein, zal in voorwaarden worden opgelegd dat de bestaande grindverharding naast de parking moet worden ontdaan van verharding en groen en onverhard moet worden aangelegd. Alsook dat in deze zone en de groenzones rond de parking minstens 10 grootkruinige bomen moeten worden aangeplant.

 

De dienst stadsontwikkeling/ruimte adviseert nog volgende in verband met de overloop van de infiltratiegracht: “ Om aan te sluiten op de nieuwe buffergrachten op openbaar domein bevindt het overlooppeil zich best maximaal 25 cm onder maaiveld. Indien diepere ligging (en tot max. 1.25 m diep), moet de overloop voorzien worden van een terugslagklep.”

Gelet op bovenstaande zal in voorwaarden worden opgenomen dat de overloop van de infiltratievoorziening maximaal 25 cm onder het maaiveld moet bevinden of een terugslagklep moet worden voorzien indien de overloop lager wordt voorzien.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

Gelet op de aard van de aanvraag werd er advies gevraagd aan de dienst mobiliteit.

Het volgende werd opgenomen in hun advies: “ De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.De functie zelf (het stockeren van wagens) heeft geen parkeerbehoefte. Er zijn nu aan het gebouw 46 parkeerplaatsen. Deze moeten na afloop van de tijdelijke situatie terug voorzien worden.”

 

Visueel vormelijke elementen

De aanvraag maakt geen melding van wijzigingen aan de bestaande gebouwen en de reeds ingerichte terreinen. Echter kan op basis van de toegevoegde foto’s worden vastgesteld dat er wijzigingen aan de gevels van de bestande gebouwen werden doorgevoerd. Bijgevolg zullen alle handelingen, werken en wijzigingen buiten het aanleggen en exploitatie van de stockageplaats worden uitgesloten van vergunning.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De activiteiten die het bedrijf zal onderbrengen in en rond het gebouw zijn enkel opslag en transport. De voertuigen die er zullen gestald worden zijn geen autowrakken of zwaar beschadigde wagens, noch lichte of grote bestelwagens. Er zal geen onderhoud of reparaties plaatsvinden en er worden ook geen wagens verkocht.

 

Het transport van de wagens gebeurt gegroepeerd  (circa 8 wagens tegelijkertijd) waardoor het aantal vervoersbewegingen beperkt blijven. Op de site zullen ongeveer 400 wagens kunnen gestald worden wat voor 1 à 2 vervoersbewegingen per dag zal zorgen.

De bestaande bebouwing bestaat uit een kantoorgedeelte vooraan, een conciërgewoning en een opslagplaats. Een groot gedeelte van de kantoren en de conciërgewoning zal niet gebruikt worden.

 

Voor de exploitatie van het gebouw worden volgende activiteiten aangevraagd:

-        Lozing van bedrijfsafvalwater (rubriek 3.4.1.a – 0,019 m³/uur);

-        Een verdeelslang (rubriek 6.5.1);

-       Een transformator (rubriek 12.2.1 – 200 kVA);

-       Batterijladers (rubriek 12.3.2 – 4 x 8 kW);

-       Opslag diesel en stookolie (rubriek 17.3.2.1.1.2 – 33,32 ton);

-       Stookinstallaties (rubriek 43.1.1.a – 490 kW).

De opslag van diesel en stookolie gebeurt in 2 ondergrondse, dubbelwandige tanks met overvulbeveiliging en lekdetectiesysteem. De keuringsattesten van beide tanks werden aan het dossier toegevoegd. Er wordt absorptiemateriaal voorzien om mogelijke spillage tijdens het vullen van de tanks in te perken en emissie naar de bodem te vermijden. Ter hoogte van de brandstofverdeelinstallatie is een KWS-afscheider aanwezig. Mogelijks verontreinigd hemelwater ter hoogte van de tankplaats wordt over de KWS-afscheider geleid en geloosd in de openbare riolering.

 

De nieuwe stockageplaats is voorzien in een niet-waterdoorlatende verharding. Regenwater wordt opgevangen in goten en via een nieuwe KWS-afscheider afgevoerd naar een infiltratiegracht.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      te voldoen aan de algemene en specifieke voorwaarden volgens het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen;

3.      de infiltratiegracht te voorzien conform de aangepaste tekeningen die bij de beslissing van de aanvraag worden toegevoegd;

4.      integraal te voldoen aan het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van de voorwaarden op het gebied van compenserende maatregelen;

-          de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-222658;

-          de te ontbossen oppervlakte bedraagt 4123 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

-          de bosbehoudsbijdrage van 22016,82 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt;

5.      de bestaande grindverharding naast de parking groen en onverhard aan te leggen en in deze zone en de andere groenzones rond de parking minstens 10 grootkruinige bomen aan te planten;

6.      de overloop van de infiltratievoorziening maximaal 25 cm onder het maaiveld te voorzien of een terugslagklep te voorzien indien de overloop lager wordt voorzien;

Uitsluitingen

7.      het verkopen van wagens op het voorliggende perceel;

8.      alle handelingen, werken en wijzigingen buiten het aanleggen en exploitatie van de stockageplaats.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlaremwetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,019 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

200 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

32 kW

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02)  van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ≥  55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

33,32 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

490 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 november 2018

Volledig- en ontvankelijk

21 december 2018

Start openbaar onderzoek

31 december 2018

Einde openbaar onderzoek

29 januari 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 april 2019

Verslag GOA

21 maart 2019

naam GOA

Bieke Geypens en Wim Van Roosendael

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie;

2.      te voldoen aan de algemene en specifieke voorwaarden volgens het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen;

3.      de infiltratiegracht te voorzien conform de aangepaste tekeningen die bij de beslissing van de aanvraag worden toegevoegd;

4.      integraal te voldoen aan het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van de voorwaarden op het gebied van compenserende maatregelen;

-          de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-222658;

-          de te ontbossen oppervlakte bedraagt 4123 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

-          de bosbehoudsbijdrage van 22016,82 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt;

5.      de bestaande grindverharding naast de parking groen en onverhard aan te leggen en in deze zone en de andere groenzones rond de parking minstens 10 grootkruinige bomen aan te planten;

6.      de overloop van de infiltratievoorziening maximaal 25 cm onder het maaiveld te voorzien of een terugslagklep te voorzien indien de overloop lager wordt voorzien;

Uitsluitingen

7.      het verkopen van wagens op het voorliggende perceel;

8.      alle handelingen, werken en wijzigingen buiten het aanleggen en exploitatie van de stockageplaats.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,019 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

200 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

32 kW

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02)  van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt ≥  55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

33,32 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

490 kW

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 5 april 2019 voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.