2019_CBS_02667 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2018139134. District Deurne. Schotensesteenweg ZN - Goedkeuring

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

De bezwaren handelen niet over het gedeelte op het grondgebied van de stad Antwerpen en worden hier dus niet behandeld.

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 8858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

• een openbaar onderzoek te houden;
• advies uit te brengen;
• het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen voor beslissing over de zaak van de wegen. 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

• geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.

Laatst vergunde toestand

• geen relevante laatst vergunde toestand.

Bestaande toestand

• rijweg met twee baanvakken (één per richting);
• het fietspad (dubbelrichting) wordt van de rijweg gescheiden door een gracht/groenzone.

Inhoud van de aanvraag

• heraanleg van het stuk Schotensesteenweg, over een lengte van ongeveer 10 meter:
• verplaatsen van het bestaande fietspad;
• openwerken van een onbevaarbare waterloop tussen fietspad en rijweg;
• materialisatie fietspad en rijweg in asfaltverharding;
• de herbouw van de Hoogmolenbrug en verdere wijzigingen van de bestaande weginfrastructuur vallen buiten het grondgebied van stad Antwerpen.

Adviezen 

Interne adviezen

Toetsing voorschriften op het grondgebied van stad Antwerpen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, gedeeltelijk in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, gedeeltelijk in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 32 Antwerp-stadion en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 september 1982. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: openbare weg. 

(Bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.) 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg. Het bijzonder plan van aanleg is van een latere datum dan het gewestplan en wordt dan ook beschouwd als een verfijning van het gewestplan waardoor er geen sprake is van enige tegenstrijdigheid. 

Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer is niet van toepassing. Er worden geen nieuwe voetpaden aangelegd of bestaande voetpaden gewijzigd.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

• Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
  (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
  De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
• Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
  (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
  De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode. 

Sectorale wetgeving

• Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
  (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
  De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
• Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd 
  De archeologienota werd bekrachtigd door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 2 oktober 2018. Het bijhorende programma van maatregelen beval een vervolgonderzoek in de vorm van landschappelijke boringen aangevuld met proefsleuven (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/8751).

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Het betreft een adviesvraag van de hogere overheid over de herbouw van de Hoogmolenbrug en daarmee gepaard de heraanleg van het stuk Schotensesteenweg, voor ongeveer 10 meter gelegen op grondgebied Antwerpen. De herbouw van de Hoogmolenbrug en verdere wijzigingen van de bestaande weginfrastructuur vallen buiten het grondgebied van stad Antwerpen.

Er werden bezwaarschriften ingediend. Deze handelen niet over het gedeelte op grondgebied Antwerpen, en worden dus niet behandeld. Één bezwaarschrift verwijst naar het beschermde landschap Ertbrugge te Deurne. Dit is beschermd bij Decreet, en heeft een hoge waarde op recreatief, landschappelijk en historisch vlak voor zowel Deurne als Antwerpen. Het volledige bezwaarschrift verwijst echter naar het ruimere plaatje, waardoor de stad dit niet kan behandelen. Daarom vraagt de stad aan de hogere overheid om dit bezwaarschrift, met respect voor dit waardevolle gebied, met de nodige omzichtigheid te behandelen.

Stadsontwikkeling/ mobiliteit en stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers geven volgend advies: 

Opmerkingen

• Wat betreft de breedte van het dubbelrichtingsfietspad op de Hoogmolenbrug heeft stad Antwerpen in het verleden reeds aangegeven dat deze niet in verhouding is tot de fietsroutes die over de brug lopen vandaag en in de toekomst. Over de brug lopen enkele lokale routes en de districtenroute, en mogelijks in de toekomst ook nog andere routes. Ook voetgangers maken mee gebruik van de zone.
  Daarom wordt aanbevolen om de breedte van het fietspad op de aanloophellingen te vergroten naar 4.5m. Op de brug zelf is dit niet mogelijk wegens ruimtegebrek, maar op de aanloophellingen kan iets meer comfort gegeven worden door beperkt te verbreden. Fietsen op helling heeft immers meer breedte nodig door de bredere vetergang.
• Het fietspad tussen fietsostrade langs Albertkanaal en de aanloophellingen is 3m breed. Hier wordt aanbevolen om te verbreden tot 3.5m breed analoog aan de fietspadbreedte in de Deurnesteenweg, voor een gelijkaardige fietsverbinding. Deze aansluiting ligt bovendien (deels) in een bocht waardoor er een grotere sleeplijn is.
• Fietsers die vanuit Deurnesteenweg de Merksemsebaan N120 richting oosten uit rijden hebben een kortste route via de lokale Deurnesteenweg (tussen Quick en Desco). Er is echter geen duidelijke keuze gemaakt in het ontwerp hoe deze fietsers zich moeten bewegen. Aan de aansluiting tussen lokale en doorgaande Deurnesteenweg wordt geen verbinding gemaakt met het dubbelrichtingsfietspad aan de noordzijde van de lokale Deurnesteenweg. Aan de aansluiting met de Merksemsebaan N 120 wordt een fietsaansluiting gemaakt met het zuidelijke voetpad dat tot aan de inrit Desco loopt. Er wordt ook een aansluiting gemaakt met het dubbelrichtingsfietspad aan de noordkant van lokale Deurnesteenweg maar dan met een haakse aansluiting zonder bochtstraal. Er moet gekozen worden op welke manier de kortste route door fietsers gemaakt moet worden en de infrastructurele aanleg moet hier consequent op voorzien worden.
  (zie figuur 1 in bijlage toelichting verslag)
• Aansluiting met bestaande toestand Deurnesteenweg: de bestaande rijweg lijkt smaller dan de rijweg in het nieuw aan te leggen gedeelte. Beide moeten (geleidelijk) op elkaar aangesloten worden. Te bespreken met stad Antwerpen.(zie figuur 2 in bijlage toelichting verslag)
• Fietsoversteek over Deurnesteenweg ter hoogte van aansluiting met lokale Deurnesteenweg: De markeringen over de rijbaan kloppen niet. De streeplijn moet aan de kant van het aanrijdend verkeer aangebracht worden in plaats van aan de andere kant. De fietsoversteek zelf moet ook 3.5m breed zijn net zoals het fietspad, nu versmalt deze (naar 3m?).
  (zie figuur 3 in bijlage toelichting verslag)
• Fietstunnel kruising Metropoolstraat: Stad Antwerpen vraagt een minimale vrije hoogte van 2.6m voor fietsers. Het is op het plan niet duidelijk of er een vrije ruimte van 2.6m aanwezig is voor de fietsers aangezien details zoals verlichting (met een mogelijke ruimte inname) niet mee op de plannen staan.
• De bochtstraal voor fietsers die vanaf de fietsostrade langs Albertkanaal (komende uit oosten) richting brug afslaan is slechts drie meter. Graag vergroten naar 5m in functie van comfort en veiligheid.
  (zie figuur 4 in bijlage toelichting verslag)
• In functie van comfort wordt de goot best onderbroken aan alle fietsoversteken. 

Aanbevelingen:

• Stad Antwerpen adviseert om waar mogelijk (ook in functie van verkeersveiligheid en zichtbaarheid) extra groen en bomen toe te voegen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan volgende locaties: langsheen Albertkanaal Metropoolstraat – Hoogmolendijk (boomsoort in afstemming met afspraken tussen Schoten en Antwerpen), langsheen de Merksemsebaan N120, tussen rijweg en fietspad op aanloophellingen Hoogmolenbrug.
• Er zijn geen voetgangersoversteken voorzien op het kruispunt met de Merksemsebaan N120/Deurnesteenweg. Waar moeten voetgangers oversteken? Is het de bedoeling dat deze de fietsoversteken gebruiken? Mogelijks leidt dit tot conflicten.
• Langsheen de zuidkant van de Merksemsebaan N120 is een asfaltzone met schilderingen aangeduid waar niet geparkeerd mag worden. Hier wordt geadviseerd om met een uitstulping te werken. De gewonnen zone kan verhard worden ter hoogte van inritten en zou groen ingevuld kunnen worden in de tussenliggende zone.
  (zie figuur 5 in bijlage toelichting verslag)
• Is er een nieuwe bushalte voorzien ter vervanging van de huidige bushalte op het einde van de Deurnesteenweg? Deze komt in het lokale gedeelte van de Deurnesteenweg te liggen.
• De lokale Deurnesteenweg is ter hoogte van de aansluiting Merksesesteenweg smal (enkelrichtingsaansluiting). Het is niet duidelijk in de aanleg welk gedeelte dan dubbelrichting zal worden. Dit zou infrastructureel best duidelijk zijn in

De opmerking over de aansluiting tussen de bestaande en nieuwe toestand van de Schotensesteenweg-Deurnesteenweg zal worden overgenomen als voorwaarde in dit advies. De andere opmerkingen en aanbevelingen hebben betrekking op de gemeentes Schoten en Wijnegem en worden dan ook als aanbevelingen meegegeven en niet als voorwaarden opgelegd in dit advies.

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied betreft een oppervlakte groter dan 3000 m² (19,25 ha) met een ingreep in de bodem groter dan 1000 m² (16,8 ha) buiten woon- en recreatiegebied gelegen. De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

De archeologienota werd ingediend VEC op 25 september 2018 en door het Agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 2 oktober 2018. Het bijhorende programma van maatregelen beval een vervolgonderzoek in de vorm van landschappelijke boringen aangevuld met proefsleuven (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/8751). Voorwaarden:

• De bouwheer voert het programma van maatregelen voortvloeiend uit de archeologienota met ID 8751 verplicht uit. De bouwheer voert een landschappelijk booronderzoek aangevuld met proefsleuven uit op de geselecteerde zone (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/8751).
• De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be)
• De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

Conclusie
Gelet op bovenstaande geeft de stad voorwaardelijk gunstig advies en doet de stad de suggestie om de bezwaarschriften met de nodige omzichtigheid te behandelen.

Advies van het college

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. de bestaande en de nieuwe toestand Schotensesteenweg - Deurnesteenweg moeten geleidelijk op elkaar aangesloten worden, te bespreken met stad Antwerpen;
2. de bouwheer voert het programma van maatregelen voorvloeiend uit de archeologienota met ID 8751 verplicht uit. De bouwheer voert een landschappelijk booronderzoek aangevuld met proefsleuven uit op de geselecteerde zone (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/8751). De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be). De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
3. de dubbelrichtingsfietspaden te voorzien van een middengeleiding in de vorm van een witte streeplijn (cfr. markeringswijze stad Antwerpen).

Aanbevelingen

1. de breedte van het fietspad op de aanloophellingen vergroten naar 4,50 meter. Op de brug zelf is dit niet mogelijk wegens ruimtegebrek, maar op de aanloophellingen kan iets meer comfort gegeven worden door beperkt te verbreden;
2. het fietspad tussen fietsostrade langs Albertkanaal en de aanloophellingen verbreden naar 3,50 meter breed analoog aan de fietspadbreedte in de Deurnesteenweg, voor een gelijkaardige fietsverbinding;
3. er moet gekozen worden op welke manier de kortste route door fietsers gemaakt moet worden en de infrastructurele aanleg moet hier consequent op voorzien worden;
4. fietsoversteek over Deurnesteenweg ter hoogte van aansluiting met lokale Deurnesteenweg: De markeringen over de rijbaan kloppen niet. De streeplijn moet aan de kant van het aanrijdend verkeer aangebracht worden in plaats van aan de andere kant. De fietsoversteek zelf moet ook 3,50 meter breed zijn net zoals het fietspad;
5. fietstunnel kruising Metropoolstraat: Stad Antwerpen vraagt een minimale vrije hoogte van 2,60 meter voor fietsers;
6. de bochtstraal voor fietsers die vanaf de fietsostrade langs Albertkanaal (komende uit oosten) richting brug afslaan is te vergroten naar 5 meter in functie van comfort en veiligheid;
7. in functie van comfort wordt de goot best onderbroken aan alle fietsoversteken;
8. waar mogelijk (ook in functie van verkeersveiligheid en zichtbaarheid) extra groen en bomen toevoegen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan volgende locaties: langsheen Albertkanaal Metropoolstraat – Hoogmolendijk (boomsoort in afstemming met afspraken tussen Schoten en Antwerpen), langsheen de Merksemsebaan N120, tussen rijweg en fietspad op aanloophellingen Hoogmolenbrug;
9. te verduidelijken: er zijn geen voetgangersoversteken voorzien op het kruispunt met de Merksemsebaan N120/Deurnesteenweg. Waar moeten voetgangers oversteken? Is het de bedoeling dat deze de fietsoversteken gebruiken? Mogelijks leidt dit tot conflicten;
10. langsheen de zuidkant van de Merksemsebaan N120 is een asfaltzone met schilderingen aangeduid waar niet geparkeerd mag worden. Hier wordt geadviseerd om met een uitstulping te werken. De gewonnen zone kan verhard worden ter hoogte van inritten en zou groen ingevuld kunnen worden in de tussenliggende zone;
11. te verduidelijken: is er een nieuwe bushalte voorzien ter vervanging van de huidige bushalte op het einde van de Deurnesteenweg? Deze komt in het lokale gedeelte van de Deurnesteenweg te liggen;
12. te verduidelijken: de lokale Deurnesteenweg is ter hoogte van de aansluiting Merksesesteenweg smal (enkelrichtingsaansluiting). Het is niet duidelijk in de aanleg welk gedeelte dan dubbelrichting zal worden;
13. kruisingen van fietspaden voorzien van de nodige geleidingslijnen, haaientanden en/of stopstrepen;
14. graag geven we mee dat de Vlaamse Waterweg, stad en Schoten in overleg zijn om de Metropoolstraat te vergroenen met nieuwe hoogstammige bomen. Dit valt buiten dit project aangezien de Vlaamse Waterweg de aanplant zal meepakken tijdens de kaaimuurvernieuwing. De combinatie van beide infra projecten zal dus tot een vergroende Metropoolstraat leiden;
15. op verschillende plekken in het ontwerp lijken er zones verhard te zijn die functioneel niet noodzakelijk zijn. Deze ontharden zou dus geen impact hebben op de functionaliteit van het ontwerp, en zullen een groenen aanzicht geven van deze verkeersknoop, en meer waterinfiltratie toelaten en de fractie water in de rioleringen terugdringen.

• op de brughelling (tussen tunnelkoker Van Pelt en boogbrug): links en rechts van het fietspad zijn er stroken verhard. Deze verharding ligt op volle grond en kan dus vergroend worden (cfr. overzijde rijbaan groene corridor) – (idem andere brugkant);
• kruispunt Metropoolstraat brughelling: de middeneilanden zijn voldoende groot om vergroend te worden;
• kruispunt Metropoolstraat/Braamstraat: de middeneilanden zijn zeer groot waardoor vergroening aangewezen is, alsook zou de doorsteek naar toegang houthandel Mertens uitgevoerd kunnen worden in betongrasdallen. Tevens kan het middeneiland voor de fietsoversteek vergroend worden;
• kruispunt Bisschoppenhoflaan/Brughelling: zowel de eindstukken van de middenberm, alsook in de oksels van het kruispunt kunnen bermen vergroend worden;
• kruispunt Deurnsesteenweg/naar Desco: zijbermen en middengeleider kunnen vergroend worden.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.