Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019010765 |
Gegevens van de aanvrager: |
Franciscus Nicolaas Borst met als adres Maurice Dupuislaan 10 te 9000 Gent |
Ligging van het project: |
Schouwvegerstraat 29 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 19sectie B nr. 427H |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning tussen de huisnummers 29 en 31 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/08/2004: vergunning (804#439) voor het uitbreiden van een woning (huisnummer 29).
Laatst vergunde toestand
- niet van toepassing.
Bestaande toestand
- het perceel waarop de nieuwbouw komt behoort op dit moment tot de tuinzone van huisnummer 29.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning tussen de huisnummers 29 en 31;
- de voorgevel sluit aan bij de voorgevellijn van nummer 31;
- de woning heeft 3 slaapkamers op de eerste verdieping en een hobbykamer in het zadeldak;
- de parkeerplaats van de auto wordt ten noorden van de servitutenweg ingepland;
- de bouwdiepte van de woning op het gelijkvloers bedraagt 11,40 meter, op de verdieping 9,20 meter en een dak basis van 7,60 meter;
- de kroonlijsthoogte bedraagt 4,75 meter en de kroonlijsthoogte van de dakkapel bedraagt 6,16 meter;
- de gevels worden opgetrokken in oranje genuanceerde gevelsteen en het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in grijs aluminium;
- het zadeldak wordt bedekt met antracietkleurige betonleien.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
14 februari 2019 |
14 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Bouwcode artikel 6, 36 en 38.6
De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 6 Harmonie en draagkracht, artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren, en artikel 38.6 Groendaken en groengevels.
De harmonie in de omgeving wordt bepaald door een mix van verschillende gabariten.
Het meest voorkomend is de polderarchitectuur. Dit zijn 2 woonlagen in een volume met een plint van 1 à 1.5 rechte bouwlaag, en een bescheiden zadeldak dat als verhoging van de eerste verdieping dient. Een extra zolder komt amper voor.
Amper voorkomend zijn de woningen vanaf de jaren 1950. Dit zijn 3 woonlagen in een volume van 2 rechte bouwlagen met volwaardig zadeldak.
Ook amper voorkomend zijn de fermettes vanaf de jaren 1980. Dit zijn 2 woonlagen in een volume van één rechte bouwlaag met hoog zadeldak. In de nok van het zadeldak zit vaak nog een bijkomende zolder. Deze woningen zijn steeds vrijstaand (villa).
Iets vaker voorkomend vanaf de jaren 2000 zijn de nieuwbouw verkavelingen. Dit zijn 3 woonlagen in een volume van 2 rechte bouwlagen met volwaardig zadeldak. Deze zijn steeds gekoppeld aan de buur (halfopen).
De aangevraagde woning voorziet 3 bouwlagen in een volume van 1.5 rechte bouwlaag met bijkomend zadeldak.
De daklaag dient voor twee volwaardige woonlagen (hobby- en slaapkamers). Meerdere woonlagen in het dak wijken af van de principes van de polderarchitectuur.
Bijkomend steekt de nok 1.5m boven de nok van de rechterburen, wat ook afwijkt van de polderarchitectuur.
Ook is de verhouding tussen plint en dak niet in evenwicht. De hoogte van de plint tot de kroonlijst is 4.80m, de hoogte van de kroonlijst tot de nok is 5.40m. Daardoor ontstaat een onevenwichtige architectuur, waarbij de plint ondergeschikt wordt, en het zadeldak overheerst.
Bovendien is door de hogere nokhoogte de rechtse wachtgevel zichtbaar vanaf de straat. Zichtbare wachtgevels moeten volgens bouwcode artikel 38.6 Groendaken voorzien worden van gevelbegroening. Maar omdat gevelbegroening hier amper uitvoerbaar is, is een afwijking op dit voorschrift aanvaardbaar voor de rechtse wachtgevel.
Bijkomend zijn de zonnepanelen en het voorste dakvlak niet volgens de regels ontworpen. Het is aanvaardbaar dat de zonnepanelen in hetzelfde dakvlak als de rechterbuur liggen. Maar het is onaanvaardbaar dat het dakvlak zelf +/- 0.30m terugtrekt ten opzichte van het dakvlak van de rechterbuur, dit wijkt af van de harmonie met de rechterbuur. Ook is het niet aanvaardbaar dat de zonnepanelen +/- 0.20m boven de nok uitsteken.
Ook de correctheid van de plannen kan in twijfel worden getrokken.
De zonnepanelen ontbreken op het voorgevelplan, maar niet op het bovenaanzicht en de snede.
Daarnaast valt op dat de rechtse woning nummer 33 en de constructie rechts daarnaast fout zijn ingetekend op het inplantingsplan. De nok van nummer 33 is namelijk in bovenaanzicht dieper getekend dan de nok van nummer 31. Echter in realiteit liggen nummer 31 en 33 op dezelfde lijn.
Bijkomend is een dak getekend op de constructie rechts naast nummer 33. Echter in realiteit betreft dit een garage met plat dak.
Het valt ook op dat de foutieve nokken in dezelfde lijn liggen als de nok van nieuwbouw woning.
Om deze redenen wordt als voorwaarde opgelegd dat de dakvorm moet aangepast worden, zoals in rood aangeduid op de plannen:
-De nok moet verlaagd worden tot een binnenhoogte van 2.60m. Zo blijft de hobbykamer bruikbaar als verblijfsruimte conform de vereiste binnenhoogtes voor verblijfsruimtes (2.60m), en wordt de harmonie met de omgeving beter nagestreefd.
-Het voorste dakvlak moet in dezelfde lijn liggen als het dakvlak van de rechterbuur.
-Beide dakvlakken moeten landen op de voorgestelde kroonlijst. De kroonlijst kan dus niet wijzigen, omdat deze in harmonie moet blijven met de rechterburen.
-De zonnepanelen moeten geïntegreerd worden in het dakvlak, mogen de randen van het dakvlak niet overschrijden, en moeten zo dicht mogelijk tegen het dakvlak geïntegreerd worden.
Bouwcode artikel 15 In- en uitsprongen aan daken
De dakkapellen aan de voor- en achterkant doorbreken de kroonlijst, maar deze doorbrekingen zijn wel aanvaardbaar. Woning nummer 33 heeft eenzelfde dakkapel aan de voorkant. En die aan de achterzijde verstoort het straatbeeld niet.
Bouwcode artikel 38.6 Groendaken
Op het gelijkvloers links van de woning wordt een wachtgevel op de perceelsgrens gebouwd. Op deze gevel wordt geen gevelbegroening voorzien, conform bouwcode artikel 38.6. Om het groene karakter van de tuin en het groene zicht vanaf de straat te garanderen, wordt als voorwaarde opgelegd dat deze wachtgevel volledig met inheemse gevelbegroening moet beplant of bekleed worden.
Bouwcode artikel 27 en 30 en servitudeweg
De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 27 Open ruimte en artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen, en wordt de correctheid van de servitudeweg in vraag gesteld.
De aanvraag voorziet een parkeerplaats in openlucht, in het midden van de achtertuin. Hierdoor wordt het groene en open karakter van de achtertuin beperkt. Maar omdat de tuin heel diep is, de parkeerplaats waterdoorlatend wordt gemaakt, en het zicht op de auto beperkt wordt via de bomen en struiken, is deze parking aanvaardbaar. Bovendien verhoogt de levendigheid van de voorgevel doordat geen garagepoort aan de straat wordt voorzien.
Wel zou de parkeerplaats toegankelijk zijn via een servitudeweg achter de woningen. Echter wordt de correctheid van de servitudeplannen in twijfel getrokken.
In de aanvraag werd namelijk een ondertekend plan van een erfdienstbaarheid toegevoegd. Echter ontbreekt de eigendomsakte waardoor de erfdienstbaarheid niet kan geverifieerd worden.
Bijkomend wordt op het nieuwe inplantingsplan de servitudeweg rechtdoor ingetekend, in plaats van met twee bochten zoals op het servitudeplan. Het hertekenen van een servitudeweg is niet mogelijk via een inplantingsplan bij een vergunningsaanvraag.
Echter verwijst een bezwaarindiener naar eigen gebruik van deze weg. Daardoor wordt verondersteld dat de servitudeweg bestaat, en wordt deze aanvaard als toegang tot de parkeerplaats.
Het is echter wel de verantwoordelijkheid van de aanvrager om de servitudeweg correct in te tekenen, te gebruiken, en na te kijken welke inplanting correct is.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft een nieuwbouw eengezinswoning. In de omgeving komen ook voornamelijk eengezinswoningen voor, waardoor deze woonfunctie in de omgeving past.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De gelijkvloerse indeling van de woning is als principe aanvaardbaar: inkomhal, fietsenberging, keuken en leefruimte. De indeling op de eerste verdieping is ook aanvaardbaar: 3 slaapkamers en 2 badkamers met nachthal. De indeling op de tweede verdieping wordt in vraag gesteld, omdat het wenselijk is om de dakhoogte te herbekijken.
Bijkomend wordt opgemerkt dat de aanbouw links op het gelijkvloers niet aansluit op de schuur van de linkse buur. Tussen beide constructies is een klein driehoekig restperceel dat een goede aansluiting verhindert. De zijkant van de nieuwe aanbouw wordt niet afgewerkt. De spie is moeilijk te onderhouden. Restpercelen zijn in principe geen goede ruimtelijke ordening.
Echter bevindt het restperceel zich op het perceel van de buur, en niet van de nieuwbouw. Het is dan ook wenselijk dat de aanvrager en de buur in overleg gaan om een goede aansluiting op de schuur te garanderen
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met oranje bonte baksteen, midgrijs aluminium buitenschrijnwerk, lichtgrijs kunstbeton luifel en antraciet betonleien. Deze materialen passen binnen de omgeving met rood en bruinrode baksteen, en zijn dus aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Voor een eengezinswoning moet één parkeerplaats voorzien worden.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Één parkeerplaats in openlucht wordt voorzien aan de achterzijde van woning, toegankelijk via een servitudeweg.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 . Dit aantal is toereikend.
|
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.
Aan de aanvrager wordt wel aangeraden om de plannen correct in te tekenen, de servitudeweg na te kijken, en de spie grond tussen de schuur en zijn nieuwbouw te bespreken met de eigenaar van de spie.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de dakvorm moet aangepast worden, zoals in rood aangeduid op de plannen:
- De nok moet verlaagd worden tot een binnenhoogte van 2.60m. Zo blijft de hobbykamer bruikbaar als verblijfsruimte conform de vereiste binnenhoogtes voor verblijfsruimtes (2.60m), en wordt de harmonie met de rechterbuur beter nagestreefd;
- Het voorste dakvlak moet in dezelfde lijn liggen als het dakvlak van de rechterbuur;
- Beide dakvlakken moeten landen op de voorgestelde kroonlijst. De kroonlijst kan dus niet wijzigen, omdat deze in harmonie moet blijven met de rechterburen;
- De zonnepanelen moeten geïntegreerd worden in het dakvlak, mogen de randen van het dakvlak niet overschrijden, en moeten zo dicht mogelijk tegen het dakvlak geïntegreerd worden;
2. de wachtgevel van de aanbouw links op het gelijkvloers moet met inheemse gevelbegroening moet beplant of bekleed worden, conform bouwcode artikel 38.6;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
14 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 april 2019 |
Verslag GOA |
28 maart 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Ontbreken van verkavelingsaanvraag: het bezwaar dat geen kennisgeving werd uitgehangen dat een verkavelingsaanvraag plaatsvond;
Beoordeling: Het bezwaar betreft dat noch een verkavelingsvergunning noch enige andere wijze van melding gebeurde om dit perceel te mogen bebouwen. Echter voor het afsplitsen van een gedeelte van een perceel met oog op woningbouw is geen aparte verkavelingsvergunning nodig. Bebouwen kan met een stedenbouwkundige vergunning (omgevingsvergunning).
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
Leegstand: het bezwaar dat de bestaande woning nummer 29 reeds 7 jaar niet bewoond zou zijn, en dus enkel instandhoudingswerken mogen gebeuren;
Beoordeling: Het bezwaar betreft dat de oorspronkelijke woning nummer 29 al 7 jaar zou leegstaan. Dit is de woning waarvan de tuin wordt opgesplitst, en waar deze aanvraag tot bouwen van een woning in deze tuin op van toepassing is.
Volgens de bezwaarindiener zijn aan de woning dan enkel instandhoudingswerken mogelijk. Bijkomend meldt de bezwaarindiener dat aan deze woning een dakkapel zou toegevoegd zijn zonder vergunning.
Echter houdt voorliggende aanvraag geen werken in aan de oorspronkelijke woning nummer 29, maar louter een opsplitsing van de tuin met oog op bebouwen. Bijkomend werd de lijst van leegstand en verwaarlozing nagekeken, deze woning is niet opgenomen in het leegstandsregister.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
Afstand tot de perceelsgrens: het bezwaar dat de nieuwe woning op 2.20m afstand van de perceelsgrens van de bezwaarindiener zou staan, dat geen minimale afstand van 3m wordt gerespecteerd voor instandhoudingswerken aan diens aanpalende schuur, en dat graafwerken niet bevorderlijk zijn voor de structuur van de schuur;
Beoordeling: De afstand van 2.20m is niet duidelijk. De nieuwe woning raakt aan de perceelsgrens, de bestaande schuur staat op enkele centimeters van zijn eigen perceelsgrens en raakt dus niet aan de nieuwe woning. De ruimte van 3 meter is geen stedenbouwkundige vereiste. Wel kunnen beide buren overeenkomen hoe onderhouds- en instandhoudingswerken aan de constructies het meest optimaal kunnen afgesproken worden. Eventuele schade aan de structuur van bestaande gebouwen is geen stedenbouwkundige aangelegenheid en kan niet beoordeeld worden.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
Dakkapel achteraan, inkijk naar de buren: het bezwaar dat de nieuwe dakkapel achteraan inkijk zou veroorzaken naar de buren;
Beoordeling: De afstand van 1.90m conform het Burgerlijk Wetboek artikel 678-680bis wordt gerespecteerd. Van inkijk of privacyschending is dus geen sprake.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
Blokkeren van servitudeweg door bouwwerken: het bezwaar dat de werken de servitudeweg zouden blokkeren, de weg wordt dagelijks gebruikt door de bezwaarindiener;
Beoordeling: Het blokkeren van de servitudeweg tijdens eventuele werken is geen stedenbouwkundige aangelegenheid. Wel kan de bezwaarindiener overeenkomen met de bouwheer hoe de doorgang kan gegarandeerd blijven met oog op dagelijks gebruik.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de dakvorm moet aangepast worden, zoals in rood aangeduid op de plannen:
- De nok moet verlaagd worden tot een binnenhoogte van 2.60m. Zo blijft de hobbykamer bruikbaar als verblijfsruimte conform de vereiste binnenhoogtes voor verblijfsruimtes (2.60m), en wordt de harmonie met de rechterbuur beter nagestreefd;
- Het voorste dakvlak moet in dezelfde lijn liggen als het dakvlak van de rechterbuur;
- Beide dakvlakken moeten landen op de voorgestelde kroonlijst. De kroonlijst kan dus niet wijzigen, omdat deze in harmonie moet blijven met de rechterburen;
- De zonnepanelen moeten geïntegreerd worden in het dakvlak, mogen de randen van het dakvlak niet overschrijden, en moeten zo dicht mogelijk tegen het dakvlak geïntegreerd worden;
2. de wachtgevel van de aanbouw links op het gelijkvloers moet met inheemse gevelbegroening moet beplant of bekleed worden, conform bouwcode artikel 38.6;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.