Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.
Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet werd gewijzigd door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Deze wet trad in werking op 1 januari 2014. Het gewijzigde artikel 119bis bepaalt: de gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 2 §1 van de wet van 24 juni 2013 bepaalt: de gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.
Artikel 6 §1 van deze wet bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.
Artikel 45 van deze wet bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege.
Artikel 4 §5 van deze wet bepaalt: indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen op te leggen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente.
1. Prostitutie (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
De politie stelt vast dat sekswerkers die zich in het concentratiegebied bevinden tikken op het raam en gebaren naar voorbijgangers om de aandacht te trekken.
Dit zorgt voor ordeverstoring en veroorzaakt onenigheid onder sekswerkers in het concentratiegebied. Momenteel is de bepaling uit artikel 515 van de Politiecodex onvoldoende om hierop te kunnen handhaven. De toevoeging in de codex heeft tot doel dit op een gepaste manier te kunnen doen. Een claimeraanpak, naar analogie met §1 van deze bepaling, zal ook gehanteerd worden voor de toegevoegde paragraaf.
Daarnaast wordt artikel 541 aangevuld als volgt: het vitrineraam moet gesloten zijn. Het vitrineraam mag enkel geopend worden om een klant binnen of buiten te laten of om te onderhandelen met een klant die voor het raam staat. Deze toevoeging wordt ingeschreven omwille van de kans op ordeverstoring.
2. Begraafplaatsen, bepalingen rond concessies en graftekens (bedrijfseenheden Maatschappelijke Veiligheid en Stadsbeheer)
Het onderdeel van de codex rond begraafplaatsen, meer bepaald afdeling 8, de bepalingen rond concessies en graftekens, dient te worden aangepast. Enerzijds wordt gestreefd naar een uniforme opbouw van de artikelen, anderzijds wordt vanuit de codex verwezen naar het document ‘afmetingen graftekens’ zodat dit document mee deel uitmaakt van het handhavingskader. Er worden tevens een aantal tekstuele verduidelijkingen doorgevoerd. Voor steenkappers komt er een administratieve vereenvoudiging, zij hoeven de plaatsing van een grafteken niet meer formeel aan te vragen, maar dienen dit enkel nog te melden. Er wordt ook een nieuw artikel toegevoegd met betrekking tot ecologische gedenkplaatsen.
3. Lachgas (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
Lachgas is een kleur – en geurloos gas met als werkzame stof “distikstofmonoxide” (N²0). Het is een verbinding tussen stikstof en zuurstof. We zien het gebruik van het gas vooral in de medische wereld en de voedingsindustrie, doch de laatste jaren kent het product zijn opmars onder jongeren en jongvolwassenen voor recreatief en oneigenlijk gebruik op en/of onderweg naar feestjes, festivals en tal van andere openbare plaatsen. Het gas wordt veelal aangeboden in patronen, maar ook in grote gasflessen. Recreatief en oneigenlijk gebruik van lachgas gebeurt gewoonlijk via een ballon gezien rechtstreekse inname via een spuitbus of gasfles de lippen zou doen bevriezen.
Tussen oktober 2015 en mei 2019 werden er in totaal 34513 kleine lachgascapsules gevonden in Antwerpen en vele tientallen gasflessen werden in beslag genomen door de politie.
Lachgas is populair omdat het gemakkelijk en legaal verkrijgbaar is. Het wordt door gebruikers nauwelijks als ‘drug’ gezien, maar als een relatief onschuldig middel. Waar eerder vooral uitgaande jongeren lachgas gebruikten, wordt het nu ook vaker gezien bij andere groepen, zoals jongeren op straat of rond schoolpleinen. Ook heeft de verkoop van lachgas op (openbare) evenementen en feesten een hoge vlucht genomen. Lachgas wordt gebruikt door een breed en divers publiek.
Ook de grotere bussen lachgas zijn een steeds meer verbreid fenomeen.
Het oneigenlijk gebruik van de slagroomcapsules en de ballonnen zorgen niet alleen voor vervuiling en hinder, maar – door de samenscholing van groepen vooral jonge mensen – ook voor lawaaioverlast.
In de omzendbrief GAS van 22 juli 2014 wordt "handel en bezit van schadelijke middelen zoals lachgas" als een voorbeeld van openbare overlast vermeld.
De huidige bestuurlijke handhavingsmiddelen zijn beperkt.
Momenteel kan er enkel een proces-verbaal opgesteld worden omwille van sluikstort en/of samenscholing, hetgeen het eigenlijke probleem niet aanpakt.
Daarom is het wenselijk dat er een bepaling wordt ingevoerd die het oneigenlijk verkopen, gebruiken en bezit van schadelijke middelen zoals lachgas verbiedt, alsmede het faciliteren hiervan en het voeren van publiciteit hiervoor.
Afgezien van deze openbare overlast, is dergelijke bepaling ook vanuit overwegingen van openbare gezondheid wenselijk. Zo kan door het in- en uitademen in de ballon een tijdelijk zuurstoftekort ontstaan, met misselijkheid, hoofdpijn en duizeligheid als gevolg (zie onder meer het onderzoek gevoerd door Trimbos (Factsheet Lachgas - AF1384 – Trimbos instituut - kennisinstituut voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg).
Bij chronisch gebruik (maanden of jarenlang bijna dagelijks gebruik) kunnen er ook effectenop lange termijn optreden, in het bijzonder een verlaagde vruchtbaarheid en neurologische stoornissen. Dit laatste wordt veroorzaakt door de blokkerende werking van lachgas op de werking van vitamine B12. Symptomen van een tekort aan vitamine B12 zijn tintelingen in tenen en vingers. Daarnaast blokkeert dergelijke langdurige opname van lachgas ook de glutamaat receptor, waardoor hersenschade ontstaat. Ook is het zeer gevaarlijk om lachgas rechtstreeks uit een cilinder te zuigen. Het gas dat in de cilinder zit is dusdanig koud dat de longen spontaan kunnen bevriezen, met mogelijk overlijden tot gevolg.
Buiten deze fysieke effecten wordt er door sommigen gedragsdeskundigen ook gevreesd dat het gebruik van lachgascapsules een trigger kan vormen voor jongeren om te zoeken naar langere momenten om dat gevoel te krijgen, en in die zin een opstap kan zijn voor het latere gebruik van soft- of harddrugs (Kees van Overveld, Gebruik lachgas via slagroompatronen omstap naar softdrugs, Nationale Zorggids).
Ook met betrekking tot het organiseren van evenementen wordt, omwille van bovenstaande redenen, een artikel toegevoegd in de politiecodex.
4. Hygiënevoorschriften (bedrijfseenheden Ondernemen en Stadsmarketing en Maatschappelijke Veiligheid )
Op 7 maart 2018 nam het managementteam van de stad Antwerpen kennis van het project ‘ondernemen volgens minder regels’ (2018_MT_00100). Dit project heeft als doelstelling dat een ondernemer in Antwerpen een veilige en kwalitatieve bedrijfsvestiging in de ruime betekenis gegarandeerd wordt. Regelgevingreductie maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. In dit kader werden de regels omtrent hygiënevoorschriften voor een instelling waar gegiste of sterke dranken aangeboden worden, aangepakt. Het regelgevend kader werd geherformuleerd, het aantal verplichtingen werd ingeperkt en werd naar de ondernemer toe duidelijker gemaakt.
Deze bepalingen treden in werking op 1 januari 2020.
5. Voortbewegingstoestellen (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
Naast fietsen en bromfietsen wordt er in het dagelijks verkeer ook gebruik gemaakt van andere, nieuwe vervoersmiddelen, zoals onder meer al dan niet gemotoriseerde steps, monowheels, segways,… Deze vervoersmiddelen worden net zoals fietsen en bromfietsen achtergelaten en/of hinderlijk gestald, doch vallen thans niet onder het toepassingsgebied van de bepalingen in de Code van politiereglementen. Naar analogie met het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ook gekend als de Wegcode, dient het toepassingsgebied van de Code van politiereglementen eveneens uitgebreid te worden naar deze nieuwe categorie van vervoersmiddelen, genaamd de voortbewegingstoestellen. Zowel gemotoriseerde, als niet gemotoriseerde voortbewegingstoestellen vallen onder deze nieuwe categorie van vervoersmiddelen.
Het bestaande artikel in de Code van politiereglementen wordt in overeenstemming gebracht met deze nieuwe regelgeving op Vlaams niveau.
6. Fietsenstallingen - uitbreiding zones (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
De ondergrondse fietsenstalling Opera-1 (onder de Terniersplaats en het Operaplein) zal geopend worden in het voorjaar van 2020. Er komen driehonderd ondergrondse plaatsen bij, wat ervoor zorgt dat de fietsers hun fiets ofwel bovengronds kunnen plaatsen in één van de daarvoor voorziene stallingen ofwel ondergronds in deze nieuwe fietsenstalling.
Derhalve dient de definitie van artikel 274 van de Politiecodex, waarin de zones worden omschreven met extra fietsbergplaatsen, te worden uitgebreid.
Dit betekent dat fietsen, bromfietsen of voortbewegingstoestellen die niet in de voorziene fietsbergplaatsen zijn gestald, worden aanzien als hinderlijk gestald, op grond van artikel 278 van de Politiecodex, wat maakt dat de zone waarin wordt opgetreden, eveneens uitbreidt.
Deze wijziging treedt in werking vanaf de effectieve opening van deze fietsenstalling.
7. Magneetvissen (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
Op 20 juli 2019 werd ter hoogte van de buitenwal van het Fort van Merksem te 2170 Merksem oude oorlogsmunitie uit het water werd gehaald door middel van magneetvissen.
De Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (hierna DOVO) diende ter plaatse te komen om de oorlogsmunitie onschadelijk te maken.
Op 26 juli 2019 deed DOVO nazicht of er nog bijkomende oorlogsmunitie aanwezig was op dezelfde locatie. In de onmiddellijke omgeving van de locatie werden meerdere projectielen aangetroffen.
DOVO adviseerde tevens aan politie om een verbod af te kondigen op magneetvissen gezien het potentiële risico.
De burgemeester vaardigde daarom op 31 juli 2019 een politieverordening uit die een verbod op magneetvissen inhield, die werd bekrachtigd door de gemeenteraad op 23 september 2019 (2019_GR_00569).
Nader onderzoek van DOVO wees uit dat de projectielen nog gevaarlijk kunnen zijn. Ten einde de veiligheid te kunnen garanderen dient het vissen naar deze munitie door middel van metaaldetectie en/of metaalophaling, het zogeheten magneetvissen, gecontroleerd en onder professionele begeleiding van DOVO te gebeuren.
Naar aanleiding van de informatie die de Politiezone Antwerpen overmaakte, blijkt dat er zich in de wateren op het grondgebied van de stad Antwerpen oorlogsmunitie bevindt die nog steeds gevaarlijk kan zijn.
Aan het Fort van Merksem te 2170 Merksem werd onder meer reeds enkele malen gevaarlijke oorlogsmunitie opgehaald door middel van metaaldetectie en bevindt er zich, zo blijkt uit het onderzoek van DOVO, nog bijkomende oorlogsmunitie die gevaarlijk is.
Ook in de andere wateren op het grondgebied van de stad Antwerpen is de kans zeer reëel dat er nog dergelijke, gevaarlijke oorlogsmunitie aanwezig is. Tijdens en na de twee wereldoorlogen werd er immers veel munitie gedumpt in de bestaande grachten en andere wateren. Net om deze reden geldt reeds voor alle Vlaamse bevaarbare waterwegen een magneetvisverbod.
Het magneetvissen zonder de professionele begeleiding van DOVO brengt de openbare veiligheid ernstig in het gedrang.
Magneetvissen naar archeologische stukken, waaronder oorlogsmunitie, is een vorm van metaaldetectie waarvoor overeenkomstig artikel 3.6.1 van het Decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerende erfgoed, steeds een erkenning, afgeleverd door de Vlaamse Regering, vereist is. De aflevering van de vereiste erkenning als metaaldetectorist is in hoofdzaak bedoeld om het onroerend erfgoed te bewaren, eerder dan te waken over de openbare veiligheid. Het beschikken over de vereiste erkenning als metaaldetectorist om te magneetvissen naar oorlogsmunitie volstaat niet om de openbare veiligheid te garanderen, als dit niet gepaard gaat met een correcte professionele begeleiding
Een algeheel verbod om zonder begeleiding van DOVO activiteiten van metaaldetectie en/of metaalophaling uit te voeren in de wateren op het grondgebied van de stad Antwerpen, is dus noodzakelijk. Te meer daar veel van de forten of wateren frequent gebruikt worden als recreatiegebied.
Gezien het duidelijk gaat om een algemene problematiek, is het aangewezen om een artikel in de politiecodex op te nemen waarin dit verbod wordt opgenomen. Dit met het oog op coherentie in het handhavingsbeleid, waarbij de code van politiereglementen de relevante teksten bundelt.
8. Bedrijfsafval (bedrijfseenheden Stadsbeheer en Maatschappelijke Veiligheid)
De containers om vergelijkbaar bedrijfsafval op te halen als afzonderlijk recipiënt worden geschrapt uit de codex.
Onderscheid tussen restafval voor particulieren en voor bedrijven zit hem in het gegeven van de betaalsticker en dit wordt uitvoerig toegelicht in het retributiereglement afval.
Deze wijziging gaat in op 1 januari 2020.
9. Inkijk in publiek toegankelijke inrichtingen (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
Bij het uniformiseren van een aantal bestaande politiereglementen, kwam een anomalie tot uiting in dit artikel. Het is aangewezen dat ook in seksinrichtingen geen inkijk mogelijk is, wat een uitzondering is op het algemeen geldende principe..
10. Toelating afwijking sluitingsuur - verval van rechtswege (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)
Bij het opmaken van het gecoördineerde uitbatingsreglement voor bepaalde inrichtingen, bleek dat de termijn voor verval van rechtswege van een toelating of vergunning niet altijd gelijkloopt. Het is daarom aangewezen om de termijn eenvormig op drie maanden te brengen. Daartoe dient een bestaand artikel in de politiecodex te worden aangepast.
Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:
Op 17 mei 2005 (jaarnummer 1202) keurde de gemeenteraad de code van gemeentelijke politiereglementen van de stad Antwerpen goed. Inbreuken op de code van gemeentelijke politiereglementen kunnen sindsdien gesanctioneerd worden met administratieve sancties waaronder een administratieve geldboete.
Deze code van politiereglementen werd later nog verscheidene keren gewijzigd. De nieuwe gecoördineerde versie werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 (jaarnummer 753). De laatste wijziging werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 oktober 2019 (jaarnummer 600).
Met betrekking tot de wijziging inzake prostitutie:
De jeugdraad van Borgerhout adviseert negatief: " De jeugdraad vindt dat tikken tegen het raam niet als provocerend gedrag aanzien mag worden. De jeugdraad vindt dat in een liberaal land zoals België ieder mens het recht zou moeten hebben om zijn werk, ongeacht welk werk, zorgvuldig uit te oefenen met de daarbij horende handelingen. Bovendien zouden in de omgeving van de prostitutiewijk enkel voorbijgangers komen dieals doel hebben om zich in de wijk te bevinden. De omgeving zou volgens de jeugdraad zodus geen last mogen ondervinden."
Antwoord:
De stad Antwerpen neemt reeds een liberaal standpunt in met betrekking tot de materie prostitutie. Dit blijkt onder meer uit de codexwijziging van juni 2019 waarbij de term prostituee vervangen werd door het begrip sekswerk. Deze term wordt internationaal gebruikt.
In Antwerpen is een concentratiegebied afgebakend waar raamprostitutie gedoogd wordt. Om ordeverstoring en onenigheid onder sekswerkers in het concentratiegebied tegen te gaan, zijn duidelijke afspraken en voorschriften noodzakelijk. Deze afspraken en voorschriften hebben geen uitstaans met het recht om het werk uit te voeren.
Het tikken e.a. tegen de ramen van de prostitutiepanden zorgen voor onrust en onvrede tussen collega-sekswerkers, zodat er vijandigheid en overlast ontstaat.
Dit storende gedrag gaat bovendien vaak gepaard met het andere overlastgevende gedrag van sekswerkers die in de deuropening op straat klanten naar binnen roepen. Dergelijk gedrag dient te worden gekwalificeerd als tippelgedrag en zorgt voor overlast op de straat. Het is correct dat die openbare weg vooral wordt gebruikt door klanten of voorbijgangers met interesse in de doelgroep en dat zij dus niet gechoqueerd zullen worden. Maar we willen hier niet de burger beschermen maar wel de sekswerkers die zich bedreigd voelen door hun agressieve collega’s. Het storende tikken of schoppen met de voet tegen het vitrineraam zijn niet meteen gedragingen die bij het beroep horen, en er zijn voldoende andere manieren om klanten te overhalen om van hun diensten gebruik te maken.
Tegen dit verstorend gedrag kan tot dusver niet gehandhaafd worden omdat de overlast gepleegd wordt vanuit het pand en dus niet op de openbare weg. Maar het gevolg is wel hetzelfde. De politiediensten stellen zich in deze situaties steeds bemiddeld op, maar moet als laatste remedie een mogelijkheid hebben tot handhaving en die is er momenteel nog niet. Vandaar dat aanpassingen van de politiecodex zich opdringen.
Met betrekking tot het inschrijven van een verbod op oneigenlijk gebruik van lachgas:
De jeugdraad van Antwerpen stelt het volgende: "Niet in nachtwinkels, enkel in supermarkten en/of vanaf een bepaalde leeftijd.
- Enkel te kopen in (grote) supermarkten waar ook slagroomprodcuten verkocht worden waar zo'n capsules voor nodig zijn.
- Leeftijd: aangezien dit als drug wordt gebruikt, wijzen op het gevaar en er een minimumleeftijd bij geven."
Antwoord: De capusules op zich zijn, voor eigenlijk gebruik, geen verboden product. Het beginsel van vrijheid van handel en nijverheid dient aldus gerespecteerd te worden. Een algemeen verbieden of beperken van de beschikbaarheid van lachgas heeft ook een impact op de reguliere voedingsindustrie, aangezien dit gas als een goedgekeurd voedingsadditief wordt gebruikt. Vandaar dat de stad een verbod invoert om lachgas met het oog op oneigenlijk gebruik te verhandelen, te bezitten en te gebruiken. Oneigenlijk gebruik mag evenmin vergemakkelijkt worden, noch mag er reclame voor gemaakt worden. Dit verbod geldt voor elk soort handelzaak en voor eenieder, ongeacht de leeftijd.
Met betrekking tot de fietsenstallingen - uitbreiding zones:
De jeugdraad van Antwerpen stelt het volgende: " Een uitbreiding van 300 plaatsen op zo'n groot station lijkt nogal klein."
Antwoord: Het aantal plaatsen waarmee de ondergrondse fietsenstalling wordt uitgebreid, is niet het voorwerp van de wijziging van de politiecodex. De politiecodex voegt enkel deze bijkomende zones toe in artikel 274, zodat ze mee worden opgenomen in het handhavingskader.
De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a, Vlaams Belang, CD&V, Open VLD en raadsleden Mohamed Chebaa Amimou en Khadija Chennouf.
Stemden nee: PVDA.
Hebben zich onthouden: Groen.
De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de code van politiereglementen goed.