Terug
Gepubliceerd op 17/12/2019

2019_GR_00774 - Politiereglement - Uitbatingsvergunning. Wijziging - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 16/12/2019 - 19:30 Bernarduscentrum
Ingetrokken
Dit besluit werd ingetrokken

Deze beslissing werd ingetrokken met het gemeenteraadsbesluit van 20 september 2021 (jaarnummer 473) voor zover het politiereglement betrekking heeft op de wedkantoren (kansspelinrichtingen klasse IV) .

 

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Nahima Lanjri, raadslid; André Gantman, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Mie Branders, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Peggy Pooters, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Yasmia Setta, raadslid; Kristel Somers, raadslid; Ilse van Dienderen, raadslid; Nordine Saidi Mazarou, raadslid; Mark Tijsmans, raadslid; Sevilay Altintas, raadslid; Omar Fathi, raadslid; Sanne Descamps, raadslid; Elisabeth van Doesburg, raadslid; Koenraad De Vylder, raadslid; Manuëla Van Werde, raadslid; Nathalie van Baren, raadslid; Patrick Van den Abbeele, raadslid; Peter Wouters, raadslid; Hicham El Mzairh, raadslid; Khadija Chennouf, raadslid; Sam Van Rooy, raadslid; Sam Voeten, raadslid; Erica Caluwaerts, raadslid; Tatjana Scheck, raadslid; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jan Penris, raadslid; Freya Piryns, raadslid; Güler Turan, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Serge Muyters, korpschef; Glenn Verspeet, korpschef ad interim

Verontschuldigd

Gerolf Annemans, raadslid; Karen Maes, raadslid

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2019_GR_00774 - Politiereglement - Uitbatingsvergunning. Wijziging - Goedkeuring 2019_GR_00774 - Politiereglement - Uitbatingsvergunning. Wijziging - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.

Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet werd gewijzigd door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Deze wet trad in werking op 1 januari 2014.

Het gewijzigde artikel 119bis bepaalt: de gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Artikel 2 §1 van de wet van 24 juni 2013 bepaalt: de gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.

Artikel 4 §5 van deze wet bepaalt: indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente.

Artikel 6 §1 van deze wet bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

Artikel 45 van deze wet bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege.

Argumentatie

1.

Sedert 2006 werden door de gemeenteraad van de stad Antwerpen drie politiereglementen goedgekeurd die een vestigingstoelating, vestigingsvergunning en/of uitbatingsvergunning invoerden voor uitbatingen die een risico op overlast en ordeverstoring vormen. Vaak ging deze overlast en ordeverstoring gepaard met de niet-naleving van bovenlokale en lokale regelgeving door de uitbaters van deze inrichtingen, met een strafrechtelijk verleden van de bestuursorganen van de uitbaters, met de veelvuldige wijzigingen van de bestuursorganen en met misbruik van de rechtspersoonsstructuur. Het gaat om het uitbatingsreglement voor bepaalde inrichtingen, goedgekeurd door gemeenteraad op 26 juni 2006 (jaarnummer 1528) en eventuele latere wijzigingen, het politiereglement vestigingstoelating handcarwashes, goedgekeurd op 26 maart 2012 (jaarnummer 310) en eventuele latere wijzigingen en het politiereglement vestigingstoelating voor massagesalons, goedgekeurd op 26 september 2016 (jaarnummer 586) en eventuele latere wijzigingen.

2.

Het voorliggend reglement betreft in eerste instantie een coördinatie en eenmaking van de drie voormelde politiereglementen. De verschillende politiereglementen zijn in grote mate gestoeld op dezelfde finaliteit en bevatten gelijkaardige bepalingen. Door ze te coördineren en samen te voegen in één politiereglement wordt gestreefd naar vereenvoudiging, overzichtelijkheid en uniformiteit. Waar mogelijk is onverkort verwezen naar hogere regelgeving door middel van een hyperlink. Overbodige bepalingen zijn geschrapt en bestaande definities zijn accurater geformuleerd om het toepassingsgebied duidelijker te maken.

a.

Alle inrichtingen die onder het toepassingsgebied vallen zijn omschreven als 'publiek toegankelijke inrichtingen waar andere personen dan de exploitant toegang tot kunnen hebben ook al is dit slechts eenmalig of sporadisch'.

Ook handcarwashes zijn publiek toegankelijke inrichtingen, zelfs al worden klanten uit de wasruimtes geweerd of is de toegang slechts eenmalig of sporadisch. Enkel uitbatingen die handcarwash als hoofdactiviteit uitoefenen worden gevat door het uitbatingsreglement. Hierdoor vallen de (hand)carwashes in taxibedrijven, in bedrijven voor handel (verhuur, verkoop) in of onderhoud/reparatie van motorvoertuigen of onderdelen ervan, die feitelijk als nevenactiviteit voertuigen in eigen beheer wassen of poetsen, buiten het toepassingsgebied.
De definitie van seksinrichtingen waar pornografische vertoningen plaatsvinden is vereenvoudigd maar omvat nog steeds seksbioscopen, sekstheaters, peepshows, erotische en paaldansvertoningen.

De definitie van drankgelegenheid is aangepast zodat daaronder publiek toegankelijke inrichtingen vallen die ofwel permanent ingericht zijn om dranken te verkopen ofwel uitgebaat worden als inrichting die volgens de wetten op de sterke en gegiste dranken een drankvergunning nodig hebben. Hierdoor zijn occasionele drankgelegenheden waar dranken worden verkocht vrijgesteld van een uitbatingsvergunning, voor zover ze niet permanent ingericht zijn om gewoonlijk dranken te verkopen of voor zover ze vrijgesteld zijn van de drankvergunning volgens de wetten op de sterke en gegiste dranken.
Voor de definitie van wedkantoren en nachtwinkels wordt verwezen naar de hogere regelgeving. Zo vallen mobiele wedkantoren buiten het toepassingsgebied.

b.

De maatschappelijk veranderde context heeft ervoor gezorgd dat de videotheken in Antwerpen quasi verdwenen zijn. Daarom werden ze geschrapt uit het toepassingsgebied van het gecoördineerde politiereglement.

Het toepassingsgebied is wel uitgebreid naar een nieuwe categorie van publiek toegankelijke inrichtingen: de CBD-winkel. Dit is een winkel die producten op basis van cannabis verkoopt. Momenteel blijkt uit het straatbeeld dat de verkoop van CBD-producten ook in bestaande handelszaken toeneemt, hetgeen door de politiezone Antwerpen bevestigd wordt. Recente vaststellingen van politie tonen aan dat deze sector het niet altijd nauw neemt met de wettelijke voorschriften, onder meer inzake de maximum toegelaten hoeveelheid (0,2 %) Tetrahydrocannabinol (THC), het bestanddeel van cannabis met psychoactieve werking. Er is nog grote onduidelijkheid over de gevolgen voor de gezondheid verbonden aan het gebruik van CBD. Het grootste gezondheidsrisico hangt samen met het inhaleren van de cannabisrook. Die bevat meer kankerverwekkende stoffen dan een sigaret en kan ook aanleiding geven tot hart- en longziekten. Sommige uitbaters zijn bovendien gekend voor drugsfeiten. Daarnaast is vastgesteld dat de informatie over de verkochte producten niet altijd accuraat is en dat deze producten ook bij minderjarigen gegeerd zijn. Cannabis maakt immers meer en meer deel uit van de leefwereld van een aanzienlijk deel van de jeugd. De subjectieve beschikbaarheid van cannabis blijft hoog bij de leerlingen van het secundair onderwijs. 24,6% van deze leerlingen geeft aan makkelijk aan cannabis te geraken. 26,0% van de leerlingen is niet of slechts gedeeltelijk op de hoogte van de wetgeving betreffende cannabis (Bron: Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs). CBD-winkels vergroten de zichtbaarheid van cannabis. Ze geven bovendien een modieus imago aan de legale vorm van cannabis. CBD-winkels geven ook tegenstrijdige boodschappen over wat ze juist verkopen en waarvoor dit gebruikt mag worden (als medicijn, als cosmetisch product, als voedingssupplement, enzovoort). Het openlijk afficheren van het gebruik van cannabisproducten op uitstalramen draagt hier kennelijk ook toe bij. Het is dan ook aangewezen om deze sector aan een lokale vergunning en uitbatingsvoorwaarden te onderwerpen, zodat controle en handhaving op lokaal niveau mogelijk worden.

c.

De bestaande vrijstellingen en afwijkingen werden grondig herbekeken.
De mogelijkheid om afwijkingen te vragen voor club-vzw’s wordt opgeheven. Voor club-vzw’s werd de afwijkmogelijkheid opgevangen door de vrijstelling voorzien in geval de vzw bepaalde subsidies ontvangt.

Door definities scherper te formuleren is de expliciete vermelding van een aantal uitbatingen die geen uitbatingsvergunning nodig hebben in een aantal gevallen overbodig.

Andere vrijstellingen zijn gebundeld en van toepassing op alle soorten inrichtingen. Onder de vrijstelling voor ambulante activiteiten vallen de vrijstellingen die voorzien zijn in de afzonderlijke politiereglementen voor de tijdelijke, mobiele, verplaatsbare uitbatingen en uitbatingen op tentoonstellingen en jaarbeurzen. De vrijstelling geldt enkel op voorwaarde dat de lokale en bovenlokale reglementering gerespecteerd wordt, zoals de vereiste toelating voor ambulante handel.

De bestaande vrijstelling voor massagesalons waar alle werkzame masseuses aangesloten zijn bij bepaalde beroepsverenigingen wordt als gevolg van de afschaffing van de vestigingswet sinds 1 januari 2019 aangepast. Bij de invoering van het massagereglement konden ook schoonheidsspecialisten, voetverzorgers en kappers die over een vestigingsattest beschikten, zich beroepen op een vrijstelling van de uitbatingsvergunning. De invoering van een vrijstelling is dan ook gepast voor leden van de Belgische Beauty Federatie (BBF) die schoonheidsspecialisten, gespecialiseerde voetverzorgers, grimeurs, visagisten, make-up artiesten, haarstylisten en nagelstylisten verenigen. Net zoals de Belgische Massage Federatie (BMF) en de Beroepsvereniging van Reflexologisten België (BeVo), is de BBF lid van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO. Het is gebleken dat een moraliteitsonderzoek van de exploitant van de uitbating waar alle masseuses lid zijn van een beroepsvereniging, noodzakelijk is. Het loutere lidmaatschap van de masseuses bij een beroepsvereniging garandeert geen gunstige moraliteit. Een gunstig moraliteitsonderzoek is gekoppeld aan het lidmaatschap van alle masseuses bij een bepaalde beroepsvereniging.

d.

De procedure is voor alle inrichtingen dezelfde. Er is in de eerste plaats een onderscheid tussen ontvankelijkheidsvoorwaarden en voorwaarden ten gronde.
Een aanvraag is ontvankelijk als de vereiste documenten bij de aanvraag zijn gevoegd.
Afhankelijk van het type uitbating worden extra documenten gevraagd. 
Daarnaast moet de locatie voldoen aan de afstandsregeling en moet de functie stedenbouwkundig vergund zijn. Het is weinig zinvol een aanvraag voor een uitbatingsvergunning te behandelen als op de betrokken locatie de gevraagde uitbating überhaupt op dat ogenblik niet mogelijk is.

De afstandsregeling is vereenvoudigd en voor alle uitbatingen vastgesteld op 250 meter. Alleen voor de handcarwashes blijft de vereiste afstand 500  meter. Wedkantoren zijn aan een wettelijke afstandsregeling van 1000 meter onderworpen. CBD-winkels en wedkantoren kunnen zich bovendien enkel vestigen op 250 meter afstand van bepaalde inrichtingen waar kwetsbare personen vertoeven zoals scholen, ziekenhuizen of lokalen van jeugdverenigingen.

e.

De controles van de vergunningsvoorwaarden geven aanleiding tot de toekenning of weigering van een uitbatingsvergunning. De coördinatie van de algemene vergunningsvoorwaarden vergemakkelijkt de controles en het toezicht op de naleving ervan. Dit belet niet dat specifieke vergunningsvoorwaarden voor de massagesalons van toepassing blijven.

f.

Daarnaast zijn uitbatingsvoorwaarden voorzien die van toepassing zijn op alle inrichtingen. Ze werden overgenomen uit de bestaande politiereglementen en gecoördineerd. Er blijven specifieke uitbatingsvoorwaarden van toepassing op massagesalons en shishabars. Voor CBD-winkels zijn een aantal verplichtingen ingevoerd, zoals de verplichting om correcte informatie te verschaffen over de aangeboden producten. Ook de verkoop aan minderjarigen van producten op basis van cannabis is verboden, zowel in de CBD-winkel als via automaten. Uit visuele reclame mag enkel blijken dat het om de wettelijk toegelaten producten op basis van cannabis gaat. 

g.

De weigeringsgronden, de redenen van verval van rechtswege en de administratieve sancties blijven grotendeels ongewijzigd maar zijn samengevoegd en eenvormig gemaakt.

Het reglement treedt in werking op 1 januari 2020, maar er is een overgangsregeling voorzien voor lopende aanvragen volgens de oude politiereglementen.


Juridische grond

Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:

  1. Alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken, voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel.
  2. Het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren. 
  3. Het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en openbare plaatsen.
  4. Het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren. 
  5. Het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.
  6. Het verhelpen van hinderlijk voorvallen waartoe rondzwervende kwaadaardige of woeste dieren aanleiding kunnen geven.
  7. Het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.

Aanleiding en context

Het politiereglement 'Uitbatingsreglement voor bepaalde inrichtingen' werd door de gemeenteraad op 26 juni 2006 (jaarnummer 1528) initiëel goedgekeurd. Dit reglement werd later diverse keren gewijzigd, zoals hieronder aangegeven: 

  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 23 april 2007 (jaarnummer 996);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2007 (jaarnummer 2219);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2008 (jaarnummer 1030 en 1079);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 23 maart 2009 (jaarnummer 512);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2010 (jaarnummer 1342);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 20 december 2010 ( jaarnummer 1739);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 28 maart 2011 (jaarnummer 368);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 (jaarnummer 933);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 september 2012 (jaarnummer 1055);
  • gewijzigd en hernummerd bij gemeenteraadsbesluit van 16 december 2013 (jaarnummer 755);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbeluit van 22 september 2014 (jaarnummer 709);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 22 november 2016 (jaarnummer 735);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2017 (jaarnummer 44);
  • gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019 (jaarnummer 320).

Het politiereglement 'Vestigingstoelating voor massagesalons' werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 september 2016 (jaarnummer 586) en werd eenmalig gewijzigd op 2 mei 2018 (jaarnummer 252).

Het politiereglement 'Vestigingstoelating voor handcarwashes' werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 maart 2012 (jaarnummer 310) en werd eenmalig gewijzigd op 16 december 2013 (jaarnummer 756).

Beleidsdoelstellingen

2 - Veilige stad
De zonale veiligheidspartners maken maximaal gebruik van hun bevoegdheden om, samen met andere partners, de openbare orde te waarborgen en overlast te voorkomen, te verminderen of te bestrijden
De zonale veiligheidspartners zetten repressieve acties op om overlast te beheersen
Het plegen van inbreuken op de openbare orde en het veroorzaken van overlast wordt ontraden door snel en systematisch te bestraffen

Besluit

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a, Vlaams Belang, CD&V, Open VLD en raadsleden Mohamed Chebaa Amimou en Khadija Chennouf. 
Stemden nee: PVDA. 
Hebben zich onthouden: Groen.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het politiereglement 'Uitbatingsvergunning' goed. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.