Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019015853 |
Gegevens van de aanvrager: |
Indra en Lisa Aubroeck - Develtere met als adres Walenstraat 18 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Walenstraat 18 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5sectie E nr. 490S27 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15 juli 1908: vergunning (1908#1104) voor hofmuren;
- 15 december 2017: vergunning (20172152) voor het verbouwen van een eengezinswoning.
Laatste vergunning
- verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
- de bestaande achterbouw wordt afgebroken en de gelijkvloerse bouwdiepte wordt uitgebreid, even diep als bij de buren, alsook op de 1ste verdieping;
- op de zolderverdieping achteraan wordt een dakkapel voorzien;
- intern wordt het pand gerenoveerd en aangepast aan bewoning voor mindervaliden;
- de bergruimte achteraan in de tuin blijft behouden, deze tuinberging werd uitgesloten uit de vergunning;
- de voorgevel bestaat uit witte baksteen en buitenschrijnwerk in pvc.
Bestaande toestand
- de laatste vergunning, 20172152, werd nog niet uitgevoerd;
- keuken werd naar rechts uitgebreid tegenover de laatst uitgevoerde vergunning;
- er werd een tuinberging geplaatst achteraan de tuin.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande constructie tot hoofdbouw woning met bouwdiepte 8m;
- aanbouwen van een nieuw volume met totale bouwdiepte tot 12,75m en binnenhoogte van 5m;
- het nieuwe volume wordt verlengd met afdak tot 15,5m en volledig voorzien van intensief groendak;
- de scheimuur met de rechterbuur wordt plaatselijk verhoogt;
- regulariseren van de tuinberging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
5 maart 2019 |
8 maart 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
de maximale bouwdiepte wordt vastgelegd op 5 meter van de achterste perceelsgrens, deze wordt gevrijwaard van constructies en is bestemd als tuinzone. Er werd een depot geplaatst in de achterste 5m van het perceel;
de open ruimte wordt kleiner.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is niet in overeenstemming met twee artikels van het geldend RUP 2060. Ten eerste stelt artikel 1.2.1 met betrekking tot de bouwdiepte dat de maximale bouwdiepte wordt vastgelegd op 5m afstand van de achterste perceelsgrens. Deze 5m wordt gevrijwaard van constructies en is bestemd als tuinzone. Achteraan het perceel werd een berging/depot gebouwd met afmetingen 5,60 x 6,87m. De berging werd niet ingetekend in de tuinzone op de vergunde toestand met datum 8 juli 1908. Er werd advies gevraagd aan geacht vergund. Het advies luidt als volgt: ‘Het huidige volume in de tuinzone dateert niet van voor 1979 in zijn huidige vorm.
Het dak werd volledig vernieuwd, waardoor het volume in praktijk (tijdelijk) niet bestaan heeft.
Het huidige dak is hoger dan het oorspronkelijke (dat een plat dak was), waardoor niet gesproken kan worden van een bestaande constructie van voor 1979.’ In de laatst vergunde toestand, met datum van 15/12/2017, werd deze berging/ depot uitgesloten uit de vergunning. Doordat de berging strijdig is met artikel 1.2.1 wordt deze ook in voorliggende aanvraag uitgesloten uit de vergunning. Ten tweede is de aanvraag strijdig met artikel 1.7.1 waarin wordt vermeld dat de open ruimte van de schaarse aanwezige binnenplaatsen en tuinen zorgvuldig bewaard moet blijven. Bij verbouwingen of uitbreidingen moet het percentage open ruimte/ bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. De geplande werken zorgen voor het verkleinen van de bestaande open ruimte waardoor de aanvraag strijdig is. Doordat de open ruimte nog steeds een oppervlakte heeft van 99m² tegenover een perceelsoppervlakte van circa 233m² (= 42% open ruimte ) blijft de open ruimte voldoende groot voor een optimaal gebruik en is een kwalitatieve tuininrichting mogelijk. Een afwijking op artikel 1.7.1 kan worden toegestaan vanwege de grote oppervlakte (42%) open ruimte die na uitvoering van de werken beschikbaar blijft.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het slopen van de achterbouw om zo een nieuwe aanbouw te plaatsen met een bouwhoogte van 5,60 m en voorzien van een afdak naar achteren toe. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Walenstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De uitbreiding achteraan wordt gerealiseerd met een bouwhoogte van 5,60 m en een interne vrije hoogte van 5 m. Inclusief overkapping bedraagt de bouwdiepte 15,52 m. Aan de rechterzijde dient de scheidingsmuur beperkt te worden opgehoogd om zo de achterbouw te kunnen realiseren. Er werden geen bezwaren ingediend omtrent het verhogen van de rechterscheidingsmuur. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met het volume zoals voorgesteld. Er worden geen storende factoren verwacht inzake schaal en ruimtegebruik.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel van het pand wijzigt enkel door een dakraam te plaatsen in het dakvolume. Dit heeft geen negatieve invloed op het straatbeeld en kan worden aanvaard. De achtergevel wordt op de 1ste verdieping uitgevoerd met wit geschilderde gevelcementering en buitenschrijnwerk in vernist grenenhout. Het gelijkvloers wordt voorzien van een gelamelleerde grenen houten ligger en een groot raamoppervlak met vernist en wit grenen hout. De gewenste materialen zijn voldoende duurzaam en worden als niet storend ervaren in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Tegenover de bestaande toestand wordt het gelijkvloers als een open verblijfruimte ingericht, waar de keuken, eetruimte en zitruimte in elkaar overvloeien. Door een open ruimte te creëren verhoogt de woonkwaliteit van het pand. De grote en hoge ramen achteraan in het gevelvlak zorgen voor voldoende natuurlijk daglicht in de verblijfsruimte en verbeteren het contact met de achtergelegen tuin. Het voorzien van een zowel een overdekt als niet-overdekte terraszone zorgt voor een vloeiende overgang van woning naar tuin. De nieuwe uitbreiding heeft ter hoogte van de leefruimte een vrije hoogte van 5 m, wat de woonkwaliteit versterkt en het gebruiksgenot verhoogt. De aanvraag voldoet aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid en veiligheid in het algemeen en betreft een verbetering tegenover de bestaande toestand.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
De berging/ het depot achteraan het perceel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
11 februari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
13 maart 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
11 april 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
18 juni 2019 |
Verslag GOA |
27 mei 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
13 maart 2019 |
11 april 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
De berging/ het depot achteraan het perceel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.