Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punte,:
- 1. Algemene voorschriften
1.7.1 Open ruimte, tuinen en terrassen: na de verbouwing is er geen open ruimte meer op het perceel.
- 2. Bijzondere voorschriften
1.1 Bestemming: Garage werkplaats is geen toegelaten (neven)functie.
1.2.1 Bouwdiepte: Een bouwdiepte over de volledige diepte én breedte van het perceel, op de eerste verdieping, is niet
kenmerkend. De vergunde aanbouw op de eerste verdieping is kenmerkend.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
-Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het regulariseren van verbouwingswerken na het opstellen van een proces verbaal met datum van 19/07/2018. De regularisatie omvat onder meer het omvormen van de winkel naar garage, het dichtbouwen van de koer op het gelijkvloers, het toevoegen van een badkamer op de 1ste verdieping en interne wijzigingen.
Achter de garage op het gelijkvloers wordt een functiewijziging doorgevoerd van verblijfsruimten (open koer en keuken) naar een werkplaats, wat in combinatie met de garage als bedrijvigheid kan worden beschouwd. Een garage werkplaats is niet opgenomen als toegelaten (neven)functie in het geldende uitvoeringsplan ‘2060’. Omwille van het bovenstaande kan de functiewijziging naar een garage werkplaats stedenbouwkundig niet worden aanvaard en vormt het een grond voor een ongunstig stedenbouwkundig advies.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In de laatst vergunde toestand is er aan de linker zijde achteraan op het gelijkvloers een open koer gesitueerd met een breedte van 1,57m. De gewenste toestand voorziet een werkplaats achteraan op het gelijkvloers waardoor de koer dichtbebouwd wordt. Bovenop de dichtbebouwde koer werd achteraan een badkamer voorzien. Het dichtbouwen van de koer is strijdig met het geldende uitvoeringsplan en de bouwcode. Open binnengebieden zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, zij zorgen ook voor speelruimte, voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht in tegenstelling tot bebouwde oppervlakten en wegen. Het dichtbouwen van de open koer aan de linker achterzijde van het perceel en het bouwen van een badkamer op de dichtbebouwde koer kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet worden aanvaard en vormt een grond voor een ongunstig stedenbouwkundig advies.
Visueel-vormelijke elementen
Tegenover de laatst vergunde toestand wijzigen de gevels op visueel een vormelijk vlak. De aangeleverde plannen beschikken over onvoldoende informatie om een correcte visuele en vormelijke beoordeling mogelijk te maken. De raamopeningen worden gewijzigd, het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in een onbekend materiaal, het gevelmateriaal is onbekend, de plint wordt verwijderd, de horizontale ritmering verdwijnt,… en dit zonder enige verduidelijking van de gewenste toestand qua materiaal en uitvoering. Het visuele en vormelijke aspect van voorliggende aanvraag kan bijgevolg stedenbouwkundig niet correct worden beoordeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de gewenste toestand wordt op de 1ste verdieping een schuifdeur geplaatst naar het platte dak, gesitueerd tussen de gewenste badkamer en de gewenste leefruimte. Het dak wordt daardoor toegankelijk. Het dak is in de laatst vergunde toestand niet aanwezig, want bevindt zich op de dichtbebouwde koer. Het platte dak op de 1ste verdieping is dus nooit vergund als dakterras en kan hiervoor ook niet worden gebruikt, aangezien de hinder inzake privacy voor de buren als groot beschouwd wordt. Het platte dak heeft namelijk rechtstreeks zicht op de tuin van de buren (nr. 261). Dit rechtstreeks zicht toelaten zou het gebruiksgenot en de woonkwaliteit van de buren schaden en zou een inbreuk op de privacy betekenen.
Afgaande op bestaand fotomateriaal werd een deur toegevoegd in de achtergevel van de 2de verdieping (badkamer). Deze deur beidt toegang tot het ‘platform’ op het platte dak van de 1ste verdieping en is niet opgetekend in de gewenste toestand. Dit platte dak kan omwille van dezelfde bovenstaande redenen, namelijk rechtstreekse zichten op zowat alle huizen rondom, niet als dakterras worden gebruikt. Een deur plaatsen, die zo het platte dak vlot toegankelijk maakt, kan niet worden toegestaan. De achtergevel van de gewenste toestand dient in dit opzicht gevolgd te worden, namelijk met twee raamopeningen op de 2de verdieping.
Inzake daglicht en lucht is het dichtbouwen van de open koer en het voorzien van een werkplaats achteraan niet wenselijk. Door het dichtbouwen van het gelijkvloers ontvangt de werkplaats geen enkele vorm van daglicht en lucht, waardoor een minimale kwaliteit van de werkplaats niet kan worden gegarandeerd. Het dichtbouwen van de koer en het voorzien van een werkplaats op deze plek kan ook hierom niet worden toegelaten.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt ongunstig geadviseerd voor de gewenste toestand in de voorliggende aanvraag.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van gegronde bezwaren en onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Fasering
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
28 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
18 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
26 april 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
25 mei 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
1 augustus 2019 |
Verslag GOA |
3 juli 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
26 april 2019 |
25 mei 2019 |
3 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden 3 bezwaarschriften ingediend.
De bezwaren laten zich als volgt samenvatten:
Beoordeling:
Het klopt dat er onaanvaardbare privacy hinder is vanop de, in het bezwaar vermeldde, plekken. Het klopt dat de aanvrager een schuifdeur voorziet op de eerste verdieping.
Op basis van de ingediende documenten in voorliggende aanvraag klopt het echter niet dat het ‘platform’ op de 2de verdieping toegankelijk gemaakt zou worden met een deur.
Het bezwaar is deels gegrond.
2. Scheidingsgrens: de bezwaarindiener merkt op dat de bouwwerken bijzonder dicht staan op de afscheidingsgrens:
Beoordeling:
De aanvrager bouwt tot op eigen perceel. De perceelgrenzen worden niet overschreden in een voorliggende vergunningsaanvraag, echter de voorgestelde volumeuitbreiding op de eerste verdieping tot op de perceelgrens links en achter is stedenbouwkundig onaanvaardbaar gelet op dat deze volumeuitbreiding niet kenmerkend is en er geen rekening gehouden wordt met een optimale bezonning en daglichttoetreding in het gebouw, in de tuinen en in de omgeving.
Het bezwaar is gegrond.
3. Afwerking: de werken die alreeds werden uitgevoerd zijn volgens de bezwaarindiener van bedenkelijke kwaliteit. Snelbouwstenen opgespoten met schuim, gaten toegepropt met isolatiepanelen en dit zonder enige afwerking:
Beoordeling:
Het klopt dat enkelvoudige scheidingsmuren dienen uitgevoerd te worden in massief, ongeperforeerd materiaal. Scheidingsmuren met een grotere diktedan 18cm mogen constructieonderdelen dragen voor zover ze de perceelsgrens niet overschrijden en er een minimale dikte van 0,18 overblijft.
Het bezwaar is gegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019041968 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Sergin Hyussein met als adres Dambruggestraat 263 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Dambruggestraat 263 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5 sectie E nr. 205S12 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/8/1935: toelating (18#3416) voor gevel- en binnenveranderingen;
- 6/7/1951: toelating (18#28314) voor verbouwingswerken;
- 1/10/1965: vergunning (18#48083) voor voorgevelverbouwing;
- 19/7/2018: proces-verbaal (11002_2018 _7156_VPV) voor wijzigen van de functie, wijzigen van het aantal woongelegenheden en werken uitvoeren.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak;
- hoofdvolume van 5,4 meter breed op 8,5 meter lang;
- aanbouw schuin rechts over 2 bouwlagen;
- open koer links achteraan van 1,57 meter breed op 5,2 meter lang;
- septische put;
- garage links in de voorgevel;
- de vergunde eengezinswoning heeft een bruto-oppervlakte van 167,78 m².
Huidige toestand
- open koer dichtgebouwd;
- binnenmuren gelijkvloerse verdieping gesloopt (met uitzondering van gang) voor creatie open ruimte garage en annex werkruimte achteraan;
- 1ste verdieping is over het hele perceel dichtgebouwd;
Gewenste toestand
- gedeeltelijk openmaken open ruimte 1ste verdieping;
- 1ste verdieping heeft badkamer achteraan links tegen perceelgrens;
- plaatsing schuifdeuren in muur parallel met linkerperceelgrens naar open ruimte;
- open ruimte tussen badkamer en hoofdvolume van 1,90 meter breed op 3,05 meter lang.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de wijzigingen aan het bouwvolume;
- uitbreiden van de oppervlakte van het woongebouw op de gelijkvloerse verdieping over het volledige perceel;
- toevoegen badkamer achteraan op het perceel op de eerste verdieping.
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.