Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij |
12 april 2019 |
18 april 2019 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
12 april 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
12 april 2019 |
15 april 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
12 april 2019 |
21 mei 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
12 april 2019 |
25 april 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Ruggeveld-Silsburg, goedgekeurd op 26 maart 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor groen-art. 2-park met recreatief medegebruik en zone voor maatschappelijke functies-art. 3.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan:
- 2.2.2 Integraal waterbeheer:
er wordt meer dan 1000 m² oppervlakte verhard waar slechts een beperkte noodzakelijke verharding is toegelaten en deze verplicht waterdoorlatend dient te zijn.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
er wordt geen infiltratievoorziening voorzien, terwijl er een gebouw groter dan 40 m² wordt opgericht en het goed groter is dan 250 m².
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 2.2.2 ‘Integraal waterbeheer’ van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Er wordt meer dan 1000 m² oppervlakte verhard waar slechts een beperkte noodzakelijke verharding is toegelaten en deze verplicht waterdoorlatend dient te zijn. Deze verharding infiltreert echter in de bodem naast de verharding op eigen terrein, waardoor eenzelfde effect wordt bekomen als de vooropgestelde waterdoorlatende verharding in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Voor de aanleg van Park Groot Schijn werd een opslagruimte met een oppervlakte van 8.400m² aan de oostkant afgestaan. Verschillende grondfracties en afvalcontainers die daar vroeger gestockeerd werden, verhuizen naar de loskade van het dienstgebouw. Hierdoor is het noodzakelijk om een bijkomende oppervlakte te verharden en nieuwe keerwanden te bouwen op de kade om de verschillende grondfracties te sorteren. Deze bijkomende verharde oppervlakte genereert de opportuniteit om een rechtstreekse verbinding te maken tussen de loskade en de begraafplaats wat een verbetering inhoudt voor de werking van de stadsdiensten. Men kan de verharding dus als noodzakelijk beschouwen voor de goede werking en het onderhoud van het Park Groot Schijn en de begraafplaats.
In toepassing van artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan bijgevolg een afwijking worden toegestaan op de voorliggende verharde oppervlakte van de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van artikel 10 van de verordening hemelwater; er wordt geen infiltratievoorziening voorzien, terwijl de nieuwe carport groter is dan 40 m² en het goed groter is dan 250 m². Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig in deze afwijking als volgt:
“De bestaande infiltratieput voor regenwater wordt uitgebreid met regenwaterputten met een capaciteit van 40m³ die het regenwater van de loods en carport opvangt. Dit regenwater zal worden gebruikt om planten en bomen te gieten op de begraafplaats. Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (GSV).”
Dit advies wordt bijgetreden. Er kan een afwijking worden toegestaan op de verplichte plaatsing van een infiltratievoorziening.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van een terrein met maatschappelijke functies bij een begraafplaats blijft behouden en is daarmee in harmonie met de omgeving en de bestemmingsvoorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wordt een bestaande berging op de begraafplaats gesloopt en wordt een nieuw carport gebouwd tegen een bestaande loods. De werken respecteren zowel schaal als ruimtegebruik, zijn passend in de omgeving en getuigen van een goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de nieuwe carport zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert voorwaardelijk gunstig met betrekking tot de pesticidentoets, daarom wordt als voorwaarde opgelegd dat dit advies strikt na te leven is.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarde voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
15 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
12 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
22 april 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
21 mei 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
26 juli 2019 |
Verslag GOA |
3 juli 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
22 april 2019 |
21 mei 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019004626 |
Gegevens van de aanvrager: |
Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
August Van de Wielelei 220 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31 sectie B nrs. 130D, 131L en 131K |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een opslagplaats en slopen van een berging op de begraafplaats |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 7/12/2012:vergunning (20127008) voor het vellen van een chinese treurwilg (begraafplaats Ruggeveld).
- 25/10/2007: vergunning (20071644) voor het oprichten van een loods voor het stallen van dienstvoertuigen.
- 13/09/2000: vergunning (629#3958) voor het oprichten van een dienstgebouw na afbraak oud.
- 30/04/1992: vergunning (1254#498) voor een verkoopslokaal begraafplaats Ruggeveld.
Vergunde en bestaande toestand
- begraafplaats;
- berging ter hoogte van de tuinen van de woningen in de August van de Wielelei;
- dienstgebouw en garage/magazijn grenzen aan de straatzijde.
Gewenste toestand
- carport aansluitend aan garage/magazijn;
- betonplaten aansluitend aan de gebouwen aan de straatzijde.
Inhoud van de aanvraag
- afbreken van een berging;
- plaatsen van een carport naast de garage/magazijn;
- aanleggen van een verharde oppervlakte in betonplaten van 1.148 m².
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het bijgevoegde voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Milieumaatschappij is strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.