Terug
Gepubliceerd op 15/07/2019

2019_CBS_05759 - Omgevingsvergunning - OMV_2019053069. Fonteinstraat 66. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 10/07/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2019_CBS_05759 - Omgevingsvergunning - OMV_2019053069. Fonteinstraat 66. District Borgerhout - Goedkeuring 2019_CBS_05759 - Omgevingsvergunning - OMV_2019053069. Fonteinstraat 66. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Er werden geen adviezen gevraagd. 

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-       Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-       Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de nieuwe uitbouw op de eerste verdieping heeft slechts een vrije hoogte van 2,30 meter;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: op de ingediende bouwplannen is niet duidelijk afleesbaar of de scheidingsmuur op de rechtse perceelgrens, na voltooiing van de werken, ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak een minimale opstand van 0,30 meter bezit.

Sectorale wetgeving

-       MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-       Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 -        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-        Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

-       artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de nieuwe uitbouw op de eerste verdieping heeft slechts een vrije hoogte van 2,30 meter. Aangezien deze uitbouw voor 2/3de uit een vide bestaat die zorgt voor extra lichtinval naar het gelijkvloers en de rest van de oppervlakte een overloop omvat om het groendak te kunnen betreden voor onderhoud, wordt hier een afwijking toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode;

-       artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: op de ingediende bouwplannen is niet duidelijk afleesbaar of de scheidingsmuur op de rechtse perceelgrens (Fonteinstraat 64), na voltooiing van de werken, ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak een minimale opstand van 0,30 meter bezit. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarde is de aanvraag in overeenstemming met de geldende voorschriften.

 Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijzigingen. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfunctie van de omgeving. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bouwblok waarin de woning wordt gesitueerd wordt gekenmerkt eengezinswonigen in een gesloten bebouwingspatroon. De woningen zijn opgebouwd uit een hoofdvolume met 2 tot3 bouwlagen en een zadeldak. Het gelijkvloers en de eerste verdieping zijn overwegend uitgebouwd. De geplande werken betreffen het vervangen van de uitbouw waarbij de gelijkvloerse verdieping beperkt wordt uitbreid ten opzichte van de laatste vergunde toestand. De uitbouw blijft echter binnen het gabarit van de aanpalende woningen. Enkel de scheidingsmuur wordt opgehoogd met 48 centimeter om te voldoen aan de geldende voorschriften inzake brandveiligheid en woonkwaliteit. De aanvraag is bijgevolg verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe uitbouw wordt voorzien van grote raampartijen met schrijnwerk in zwart aluminium. De gevels worden bekleed met hout. Het voorgestelde materiaalgebruik past zich in in de omgeving. De uitbouwen kennen namelijk een grote verscheidenheid wat afwerkingsmateriaal van de gevels betreft. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De indeling van de woning wordt gereorganiseerd en de achtergevel wordt voorzien van grote raampartijen waardoor de relatie tussen de leefruimten en de stadstuin wordt verbeterd. De geplande werken optimaliseren het wooncomfort van de bestaande woning. 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
  2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 april 2019

Volledig- en ontvankelijk

20 mei 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 juli 2019

Verslag GOA

2 juli 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer:

OMV_2019053069

Gegevens van de aanvrager:

Daisy en Pieter Braem - Praats met als contactadres Fonteinstraat 66 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Fonteinstraat 66 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 24 sectie A nr. 295N13

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 Relevante voorgeschiedenis

-       17/10/1983: vergunning(179#8488) voor het verbouwen achtergevel en slopen achterbouw.

Vergunde/vergund geachte toestand

-       eengezinswoning opgetrokken over drie volwaardige bouwlagen en een dakverdieping;

-       het hoofdvolume staat in een gesloten bebouwing en is afgewerkt met een zadeldak;

-       de nok van het zadeldak loopt evenwijdig met de voorgevel;

-       achter dit hoofdgebouw is een achterbouw met gelijkvloers met plat dak en een eerste verdieping met licht hellend dak;

-       het gelijkvloers is dieper dan de eerste verdieping waardoor er een terras is op de eerste verdieping;

-       de vergunde eengezinswoning heeft een bruto-oppervlakte van circa 192 m².

Huidige toestand

-       ten opzichte van de laatst vergunde toestand is het hoofdvolume ongewijzigd gebleven;

-       de gelijkvloerse indeling van het pand werd aangepast;

-       achteraan het gelijkvloers werd de buitentrap verwijderd en werd er op deze locatie een gelijkvloerse uitbreiding voorzien;

-       op de eerste verdieping werd het terras doorgetrokken tot op het dak van de nieuwe gelijkvloerse uitbreiding;

-       tijdens de uitvoering van deze werken werden de scheidingsmuren gewijzigd.

Gewenste toestand

-       eengezinswoning opgetrokken over drie volwaardige bouwlagen en een dakverdieping;

-       het hoofdvolume staat in een gesloten bebouwing en is afgewerkt met een zadeldak;

-       de nok van het zadeldak loopt evenwijdig met de voorgevel;

-       de nieuwe uitbouw op het gelijkvloers is dieper dan de nieuwe uitbouw op de eerste verdieping;

-       de uitbouw heeft op beide niveaus een plat dak dat voorzien wordt van een groendak;

-       het gelijkvloers en de eerste verdieping zullen open gewerkt -zodat er een vide ontstaat- en heringedeeld worden;

-       de eerste U-vormige trap tussen gelijkvloers en eerste verdieping wordt aangepast tot een rechte trap die uitkomt in de nieuwe uitbouw;

-       de twee bovenste verdiepingen blijven ongewijzigd.

Inhoud van de aanvraag

-       verbouwingswerken aan een eengezinswoning;

-       het afbreken van de verouderde uitbouw achteraan de woning;

-       optrekken van een nieuwe uitbouw over twee bouwlagen;

-       het intern verbouwen van de woning;

-       openwerken en opnieuw afwerken van de nieuwe achtergevel;

de interne indeling van de 2 bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van deze vergunning.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
  2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.