Overeenkomstig artikel 56, §3, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur is het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
De stad heeft de ambitie een ontmoetingsplek te creëren gericht op beleving van maritiem erfgoed, havenerfgoed en de havengemeenschap met als voornaamste doelen behoud van erfgoed en kennisoverdracht. Naast stadsdiensten zal er op de site ruimte zijn voor (erfgoed)partners met een overeenkomende doelstelling/missie.
Pomphuis 1
In het collegebesluit 2019_CBS_04337 werd de mogelijke bestemming van het historische Pomphuis 1 buiten beschouwing gelaten. Pomphuis 1, ontworpen in 1895 op oudere fundering is uitgevoerd in een verfijnde architectuur, met mozaïekwanden van gekleurde baksteen binnen een staalskelet. Ook de hoge binnenruimte met de iets verdiept liggende werkvloer boven de pompput is zorgvuldig vormgegeven. Als oudste en een van de belangrijkste gebouwen op de Droogdokkensite heeft Pomphuis 1, met een hoge monumentwaarde, een beschermde status. Om het Pomphuis voor de toekomst te behouden en om te ontsluiten voor het publiek is een restauratie nodig.
De ambitie is het Pomphuis te restaureren zodat het ingezet kan worden binnen de context van de Droogdokkensite als toon- en ontmoetingsplek.
De vzw de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum gaf aan geïnteresseerd te zijn in een ingebruikname van het Pomphuis. De vzw engageert zich om de nodige middelen te voorzien voor de restauratie van dit beschermde erfgoed. De stad wil graag een duurzaam partnerschap aangaan met de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum en is bereid hen een gebruikrecht toe te kennen voor restauratie en ingebruikname van het Pomphuis. De juiste vorm en modaliteiten waaronder dit kan gebeuren, dient nog verder bepaald.
Op 3 april 2015 (jaarnummer 02740) keurde het college de indiening van de weerhouden voorstellen tot project- en conceptsubsidie goed, waaronder die voor het Maritiem Park.
Op 10 juni 2016 (jaarnummer 05094) keurde het college de overdracht van de Droogdokkensite van het Havenbedrijf Antwerpen naar de stad Antwerpen goed.
Op 1 juli 2016 (jaarnummer 05813) keurde het college de uitgangspunten voor het museumconcept en de projectstructuur van de Droogdokkensite goed.
Op 12 mei 2017 (jaarnummer 04301) keurde het college de principes voor de invulling van de Droogdokkensite goed.
Op 30 maart 2018 (jaarnummer 02835) keurde het college de voorgestelde alternatieve opzet van samenwerking met de provincie voor het Havenbelevingscentrum, en de daarbij geformuleerde randvoorwaarden, goed.
Op 15 juni 2018 (jaarnummer 05519) nam het college kennis van de beslissing van het directiecomité van AG VESPA om de volledige studieopdracht voor de herbestemming en uitbreiding van de voormalige gebouwen van het Algemeen Werkhuis Noord (AWN 1 en 2) inclusief beschermd Pomphuis tot een nieuw Maritiem Museum te gunnen aan Atelier Kempe Thill architects and planners onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van de nodige financiële middelen in de stadsbegroting voor deze studieopdracht.
Op 24 mei 2019 (jaarnummer 04337) keurde het college goed dat het alternatieve scenario van een Maritieme site in de bestaande AWN-gebouwen met de functies maritiem depot, werkplaats erfgoed, kantoorfunctie, jeugd en Havenbelevingscentrum, onderzocht wordt, met name de piste om het Havenbelevingscentrum onder te brengen in AWN 2 en keurde het college het voorgestelde collectieprofiel goed.
Naar aanleiding van resolutie 478 van het bestuursakkoord wordt een alternatief scenario ontwikkeld voor de invulling van de droogdokkensite als Maritieme site. In dit alternatief scenario komt er geen nieuw te bouwen Maritiem Museum op de site. Het zuidelijk deel van de site, tot en met droogdok 6, krijgt een inhoudelijke invulling gericht op maritiem erfgoed, havenerfgoed en de havengemeenschap.
Hiertoe wordt ter plekke een mix aan deze functies gefaciliteerd:
Om de zorg voor het maritieme erfgoed in bezit van de stad, voor de toekomst te waarborgen is het noodzakelijk een keuze te maken voor een duidelijk collectieprofiel. Voor de schepen binnen het voorgestelde collectieprofiel is plaats voorzien binnen het voorgestelde scenario.
In functie van toegankelijkheid publieksfuncties Havenbelevingscentrum en veiligheid site blijft heraanleg van de buitenruimte op basis van een geïntegreerd plan voor gans de site noodzakelijk. Dat plan kan gefaseerd gerealiseerd worden.
Het voorgestelde alternatieve scenario gaat er vanuit dat AWN 1 wordt gebruikt door de stad in functie van maritiem erfgoed (beleving) en AWN 2 gedeeltelijk ter beschikking wordt gesteld als locatie voor het Havenbelevingscentrum en verder door de stad wordt ingezet voor maritiem erfgoed (beleving).
AG Vespa en Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving kregen de opdracht het scenario verder uit te werken.
Het college keurt goed dat beschermd Pomphuis 1 ter beschikking gesteld wordt aan de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum, onder de opschortende voorwaarde dat de vzw de nodige middelen voorziet voor een restauratie van het Pomphuis die desgevallend in overleg met de stad vormgegeven zal worden.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
Beheerder van de site, Arne Van Staeyen | Opvolgen van het dossier Droogdokkensite; |
AG VESPA | Verder uitwerken van de juridische modaliteiten van de terbeschikkingstelling. |