Conform artikel 98 van het omgevingsvergunningenbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project waartoe de ingedeelde inrichting of activiteit behoort na verandering conform artikel 15 van het omgevingsvergunningendecreet.
Het college zal als gevolg van de melding, vermeld in het eerste lid, het vergunningsbesluit actualiseren.
Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting en/of activiteit werd op 28 juli 2016 verleend door de deputatie met referentie MLAV1-2016-0112, met als eindtermijn 28 juli 2036.
Het college actualiseert hierna de vergunning als gevolg van de melding van gedeeltelijke stopzetting.
De gedeeltelijke stopzetting heeft betrekking op een LPG-verdeelpomp met één verdeelslang en op de opslag van 9.000 liter LPG.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.
De melding van gedeeltelijke stopzetting wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde wetgeving:
Op 21 oktober 2019 meldde EG Retail (Belgium) bvba, Kapelsesteenweg 71, 2180 Antwerpen, de gedeeltelijke stopzetting van een vergunning voor een tankstation, gelegen te Noorderlaan 173, 2030 Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 15 sectie A perceelnummer 223D4.
Het college actualiseert het vergunningsbesluit met referentie MLAV1-2016-0112 als gevolg van de melding van gedeeltelijke stopzetting en brengt de melder hiervan op de hoogte:
Dossiernummer: OMV_2019131197
Melder: Geoffrey Gobraiville namens EG RETAIL (BELGIUM) BVBA
Inrichtingsnummer: 20191014-0034 (Antwerpen Noorderlaan)
Omschrijving: stopzetting LPG-installatie
Locatie: Noorderlaan 173 te 2030 Antwerpen
Datum ontvangst: 21 oktober 2019
Gecoördineerde rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,42 m³/uur |
6.5.2° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen; |
16 verdeelslangen |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
160 kVA |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
16 voertuigen |
16.3.2°a) |
Koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
43 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
1.000 liter |
17.3.2.1.1.2° |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; |
76,50 ton |
17.3.2.2.2°a) |
opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; |
29,75 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
2.000 liter |
Het college wijst erop dat de vergunning geldt tot 28 juli 2036, de einddatum van de lopende vergunning.
Het college wijst erop dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de Vlaremrubrieken, van toepassing zijn.
Het college wijst erop dat de bijzondere voorwaarden opgelegd in de milieuvergunning met referentie MLAV1-2016-0112 van toepassing blijven:
Het college wijst er op dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn: