Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019070254 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
AQUAFIN NV met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: |
Kraaienberg, Steenovenstraat zn te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 19 sectie C nrs. 271D, 271B, 273B, 281/2 G, 282D, 284A, 284D en 284H |
Inrichtingsnummer: |
20190104-0046 (RI3BZ011) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
aanleggen van een DWA-stelsel en de exploitatie van een bronbemaling |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- ca. 1840: buurtweg nr. 19 - Steenovenstraat;
- ca. 1840: voetweg nr. 35 – zuidelijke zijstraat Kraaienberg;
- 11/09/2017: aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor het uitvoeren van weg- en rioleringswerken in een deel van de Steenovenstraat en in de Kraaienberg (ingetrokken);
- 23/11/2018: bekrachtigde archeologienota (9261) voor een vooronderzoek van de Steenovenstraat, Konijnendreef en Kraaienberg te Berendrecht;
- 11/01/2019: aanvraag omgevingsvergunning voor het aanleggen van een DWA-stelsel en de exploitatie van een bronbemaling (ingetrokken).
Bestaande toestand
- Steenovenstraat
- Kraaienberg
Inhoud van de aanvraag
- aanleggen van een DWA-stelsel en de exploitatie van een bronbemaling voor de Steenovenstraat en Kraaienberg:
- openbreken van de bestaande wegenis en het heraanleggen van de weg naar bestaande toestand na de werkzaamheden.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 11 januari 2019 werd een nieuw dossier ingediend voor het aanleggen van rioleringen en de uitbating van een grondwaterwinning (OMV_2019000804). De aanvraag werd op 27 mei 2019 door de exploitant ingetrokken.
Inhoud van de aanvraag
De exploitant wenst een vergunning voor een bronbemaling voor de aanleg van de riolering.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
53.2.1°b) |
bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen. |
1.920,00 m³/dag |
De gemeenteraad besliste in zitting van 21 oktober 2019 (jaarnummer 593) om zijn goedkeuring te hechten aan de aanleg van riolering in Kraaienberg en Steenovenstraat onder volgende voorwaarden:
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer meldt restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
17 juli 2019 |
23 juli 2019 |
Geen advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 juli 2019 |
14 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
17 juli 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos |
17 juli 2019 |
25 juli 2019 |
Gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
2 augustus 2019 |
24 oktober 2019 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
17 juli 2019 |
26 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 juli 2019 |
18 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
17 juli 2019 |
5 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
17 juli 2019 |
1 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor verblijfrecreatie. Deze gebieden zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accommodatie alsmede de verblijfsaccommodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendsverblijfparken.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in bosgebied met ecologisch belang. Dit zijn gebieden die omwille van de belangrijkheid van de fauna en flora die zij herbergen of omwille van hun invloed op de aanpalende groengebieden een uitgesproken ecologische waarde hebben. Alleen die werken en handelingen mogen er worden uitgevoerd die het specifiek milieu van planten en dieren en de landschappelijke waarde niet schaden.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Kraaienberg, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 19 maart 1981. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: openbare weg-niet verharde wegen.
(Bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. De aangevraagde handelingen voor het aanleggen van riolering zijn namelijk niet verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften in agrarische gebieden, gebieden voor verblijfs- en dagrecreatie en bosgebieden met ecologisch belang.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van bijzonder plan van aanleg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.
De archeologienota werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 23/11/2018.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling stedenbouwkundige voorschriften
Gewestplan
De gevraagde rioleringswerken en het herstel van de wegenis naar de oorspronkelijke staat te Steenovenstraat en Kraaienberg zijn volgens het Gewestplan gelegen in agrarisch gebied, gebied voor verblijfs- en dagrecreatie, en bosgebied met ecologisch belang. Het pompstation (oostelijk uiteinde) ligt volledig in agrarisch gebied.
De werken zijn in principe strijdig met de voorschriften van deze bestemmingen.
Echter conform artikel 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag in een vergunning voor “handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben” afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. Volgens het Besluit van werken van algemeen belang, artikel 3 §1, vallen deze werken onder handelingen van algemeen belang, ttz. 9° de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse leidingen die voor het openbaar net bedoeld zijn, en voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals controlepunten, pomp- en overslagstations.
Daardoor is een afwijking voor deze werken aanvaardbaar.
BPA Kraaienberg (weekendverblijven)
Het gedeelte Kraaienberg ligt gedeeltelijk binnen de contouren van het BPA Kraaienberg. Het BPA legt geen specifieke voorschriften voor wegenis op. Enkel op het grafisch plan staat “niet verharde wegen”. Vanuit het BPA is bebouwing toegestaan. Vanuit ruimtelijk standpunt is het dan ook wenselijk om het afvalwater van deze bebouwing op een aanvaardbare manier te kunnen lozen. Zodoende zijn de rioleringsaanleg en het herstel van de wegenis naar de oorspronkelijke staat aanvaardbaar.
Functionele inpasbaarheid
De functie van deze gemeentewegen wijzigt niet.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid – visueel-vormelijke aspecten
Het aanleggen van een nieuw DWA-stelsel met bijhorende leidingen en putten, en de exploitatie van een bronbemaling op het einde van Kraaienberg, zijn aanvaardbaar. Het RWA-water blijft via de bermen en de grachten afwateren, zoals in bestaande toestand.
Na de werken wordt de bestaande weg opnieuw aangelegd zoals de bestaande toestand. Het nieuwe pompstation wordt aangelegd met een klinkerverharding van 90m².
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De adviezen van de interne stedelijke afdelingen Groen en Begraafplaatsen, Mobiliteit en Monumentenzorg uiten geen bezwaren of voorwaarden.
De adviezen van de externe adviesinstanties Agentschap Wegen en Verkeer, de Vlaamse Milieumaatschappij, en het Agentschap Natuur en Bos uiten geen bezwaren of voorwaarden.
De voorwaarden bij het advies van de Brandweer worden als voorwaarde bij de vergunning opgelegd (zie bijlage).
De voorwaarden bij het advies van de stedelijke afdeling Archeologie worden als voorwaarde bij de vergunning opgelegd:
- Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied betreft een lijninfrastructuur boven 1 km (ca. 2 km) met een ingreep in de bodem buiten gabarit groter dan 1000 m² (1.36 hectare). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
- De archeologienota werd ingediend door Abo op 15/11/2018 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 23/11/2018. Het bijhorende programma van maatregelen geeft het terrein vrij (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9261).
Voorwaarden:
- De bouwheer meldt restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be)
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De woningen in de Steenovenstraat en de Kraaienberg zijn nog niet aangesloten op een openbare riolering. Het gemengde afvalwater wordt geloosd in de grachten. Voorliggend project heeft betrekking op de aanleg van een droogweerafvoer-stelsel (DWA) in de Steenovenstraat en de Kraaienberg. Om het afvalwater te kunnen aansluiten op het afwaartse stelsel, zal het verpompt worden. Hiervoor wordt ter hoogte van de Kraaienberg een pompstation gebouwd dat het water via een persleiding van 1.595 meter zal verpompen naar een afvoercollector. Het regenwater blijft via de bermen en de langsgrachten afwateren. De werken in de Steenovenstraat situeren zich volledig op openbaar domein. Het pompstation wordt gebouwd op privéterrein in (toekomstig) eigendom van Aquafin. De werken zullen ongeveer één jaar in beslag nemen. Rekening houdend met eventuele stilstand en vertragingen, wordt een periode van twee jaar aangevraagd voor wat de ingedeelde inrichtingen en activiteiten betreft.
Voor het plaatsen van de rioleringen en de constructie van de pompput zal plaatselijk en tijdelijk een verlaging van de grondwatertafel nodig zijn. Het grondwaterpeil bevindt zich op ongeveer 1 m-mv. Het traject wordt opgedeeld in negen deeltrajecten (tussen 100 en 240 meter lang), waarbij nooit meer dan twee strengen gelijktijdig bemaald zullen worden. De grondwaterverlaging in het lijntraject gaat van minder dan een meter tot bijna drie meter. Voor het pompstation wordt plaatselijk een verlaging met 4,50 tot 5,43 m-mv gerealiseerd. De invloedstraal van deze bemaling strekt zich uit tot 133 meter. Voor de bemalingen voor het lijntraject bedraagt deze tot 60 meter. Het maximale debiet dat per dag opgepompt wordt bedraagt 1.920 m³. Voor het hele project zal maximaal 130.000 m³ opgepompt worden. Afhankelijk van de voortgang en de planning zal dit debiet gespreid worden over een periode van één tot maximaal twee jaar. Het opgepompte water wordt geloosd in de baangrachten langsheen de A12 en de Konijnendreef. De juiste lozingspunten zijn nog niet gekend, en zijn afhankelijk van de werkplanning en –organisatie van de aannemer.
De verticale filters worden aangesloten op een gemeenschappelijke zuigleiding en zuigerpomp. Het geluid van de bemalingspompen en het bijhorende aggregaat voor stroomvoorziening kan vooral ’s nachts voor overlast zorgen. Bij de opstelling van de installatie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met omwonenden om eventuele hinder te beperken. De hinder is tijdelijk en relatief kortstondig (circa drie maanden per streng). Het aantal woongelegenheden is er beperkt dus er wordt geen onredelijke overlast verwacht.
Het oostelijke deel is gelegen in gebied voor dagrecreatie. Het grootste deel is echter ingekleurd als bosgebied met ecologisch belang. Langsheen het traject bevinden zich een aantal biologisch waardevolle percelen met onder andere oude zuur minnende eikenbossen. Alleen werken en handelingen mogen worden uitgevoerd die het specifiek milieu van planten en dieren en de landschappelijke waarde niet schaden. Rioleringswerken zijn in principe in tegenspraak met de bestemmingsvoorschriften. Hiervoor wordt een afwijking gevraagd (zie onderdeel SH). De vegetaties zijn volgens de aanvrager niet grondwatergevoelig. De lozing in het grachtenstelsel, met een infiltratie als gevolg, verlaagt ook de impact van de grondwaterdaling.
De invloed van de bemaling is tijdelijk en lokaal. In haar advies geeft het Agentschap Natuur en Bos aan dat de vegetaties zich situeren in de droge sfeer (naaldbos, zomereikbos en droge heide – niet grondwatergevoelige vegetaties) en dat de impact van de bemaling beperkt wordt door het teruglozen van het opgepompte water in de baangrachten in de onmiddellijke omgeving. Indien tijdens de uitvoering van de bemaling blijkt dat de vegetatie nadelig beïnvloed wordt door de verlaging van de grondwatertafel, dient Aquafin maximale inspanningen te leveren om blijvende schade te vermijden.
Het westelijke deel van de Steenovenstraat ligt in agrarisch gebied, met een reservatiestrook voor een duwvaartkanaal. Het pompstation is volledig gelegen in agrarisch gebied.
In haar advies oordeelt het departement Landbouw en Visserij dat de impact op de landbouw beperkt is en er geen overwegende bezwaren zijn voor inname van de landbouwgrond.
In de ruime omgeving zijn geen verontreinigingen van de bodem gekend. Het risico op het aantrekken van een bodem- of grondwaterverontreiniging is beperkt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer meldt restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be );
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, worden de risico’s en gevolgen voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten wordt vanuit milieutechnisch oogpunt positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van twee jaar die aanvangt bij de start van de werken.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
53.2.1°b) |
bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen. |
1.920,00 m³/dag |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Indien tijdens de uitvoering van de bemaling blijkt dat de vegetatie nadelig beïnvloed wordt door de verlaging van de grondwatertafel, dient Aquafin – in samenspraak met de eigenaar/beheerder -maximale inspanningen te leveren om blijvende schade te vermijden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
25 juli 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
23 augustus 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
21 oktober 2019 |
Uiterste beslissingsdatum |
7 december 2019 |
Verslag GOA |
24 september 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens en Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
25 juli 2019 |
23 augustus 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer meldt restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be );
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Indien tijdens de uitvoering van de bemaling blijkt dat de vegetatie nadelig beïnvloed wordt door de verlaging van de grondwatertafel, dient Aquafin – in samenspraak met de eigenaar/beheerder -maximale inspanningen te leveren om blijvende schade te vermijden. |
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
53.2.1°b) |
bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen. |
1.920,00 m³/dag |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten geldig is voor een periode van 2 jaar, ingaande vanaf de start van de werken.