Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019083626 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Dominique Maria Vanopstal met als adres Maaldersstraat 34 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Sint-Amandusstraat 15 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5sectie E nr. 212V7 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een eengezinswoning met dakverdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/11/1969: vergunning (18#80605) verbouwen.
Vergunde toestand
- 1-slaapkamer eengezinswoning van 3 bouwlagen in gesloten bebouwing onder plat dak;
- de voorgevel is afgewerkt met grijze bezetting en voorzien van houten ramen;
- vergunde garage op het gelijkvloers met metalen poort;
- het perceel van circa 38 m2 is volledig dichtgebouwd.
Huidige toestand
- de voorgevel op het gelijkvloers is afgewerkt met natuursteen.
Gewenste toestand
- van 3 naar 4 bouwlagen met buitenruimte en extra slaap- en badkamer op de bovenste verdieping;
- voorgevel die is afgewerkt in:
- inpandig terras van 4,5 m2 op 3de verdieping.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van extra bouwlaag op een bestaande eengezinswoning;
- met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woning zijn volgende gegevens beschikbaar:
- buitenruimte: inpandig terras van 4,5 m2;
- de voorgevel voorzien van natuursteen op het gelijkvloers en witte crepi op de verdiepen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan en wijkt af op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
bij elke nieuwe ruimte dienen verblijfsruimtes een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 m. De vrije hoogte in slaapkamer 2 is slechts 2,50 m;
het gedeelte van de scheidingsmuren heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De opstand is slechts 0,11 m.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 1.7.1 en artikel 1.2.1 van het geldende RUP 2060.
Bij uitbreiding of toevoeging dient de open ruimte/ bebouwde ruimte per perceel te vergroten of gelijk te blijven. De vergunningverlenende overheid kan een afwijking hierop toestaan, indien de perceelsdiepte afwijkt van de courante maat en voor zover zij de draagkracht van het gebied respecteert. Verder geldt er een minimale en maximale bouwdiepte. De minimale bouwdiepte bedraagt 8 m en de maximale bouwdiepte wordt vastgelegd op 5 m afstand van de achterste perceelsgrens.
Het perceel heeft een diepte van slechts 6,58 m waardoor gesteld kan worden dat de perceelsdiepte afwijkt van de courante maat en dat er niet voldaan kan worden aan de opgelegde minimale en maximale bouwdiepte, wegens de beperkte diepte van het perceel.
De draagkracht van het gebied wordt gerespecteerd. Een afwijking op artikel 1.7.1 en artikel 1.2.1 kan worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het toevoegen van een extra bouwlaag bovenop de bestaande drie bouwlagen. De voorgevel wordt gerenoveerd. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Sint-Amandusstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Op het bestaande pand wordt een extra bouwlaag met plat dak toegevoegd. Het pand heeft daardoor vier bouwlagen en heeft daardoor een gelijkaardige bouwhoogte met zowel het linker- als rechterpand. Voor de nieuwe bouwlaag werd dezelfde bouwdiepte toegepast als de onderliggende bouwlagen. Het bouwvolume van de bestaande 2de verdieping wordt uitgebreid door de inham aan de linkerkant te bebouwen. De bouwdiepte van de onderliggende lagen wordt daardoor gevolgd. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met het gewenste bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt voorzien in witte crepi. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt een witte kleurstelling positief beoordeeld omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde op voorwaarde dat de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar worden uitgevoerd en de totale afwerking niet voor de rooilijn wordt voorzien.
Verder wordt het buitenschrijnwerk voorzien in aluminium met aluminium dorpels.
Het toepassen van aluminium dorpels leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd de ramen in de voorgevel te voorzien van dorpels in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
Ook het toepassen van een aluminium kroonlijst is een verlies van detaillering. Deze kroonlijst wordt daarenboven onderbroken ter hoogte van de insprong met terras. Het onderbreken van de kroonlijst is niet kenmerkend in het straatbeeld. Het is van belang dat de kroonlijst doorloopt over het gehele gevelbeeld van de woning. In voorwaarden wordt opgelegd om de kroonlijst te laten doorlopen in het gevelbeeld en uit te voeren gelijkaardig aan de bestaande kroonlijst. Deze voorwaarde werd in rood opgetekend op de plannen.
Ook het voorzien van verschillende borstweringen in dezelfde voorgevel wordt als arbitrair beschouwd en niet afgestemd op de architectuur van het geheel. Bijgevolg zal ook in voorwaarde worden opgelegd alle balustrades in staal uit te voeren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het toevoegen van een terras heeft een positief effect op de algemene woonkwaliteit van het pand. De gelijkvloerse badkamer, die aan de garage gelegen is, wordt vervangen door een berging. De slaapkamers op de 2de en 3de verdieping krijgen elk een afzonderlijke badkamer, wat het gebruiksgenot verhoogt.
Er werd geen opstand van 0.30 m voorzien aan de perceelgrenzen van het nieuwe dakvolume. Dit gedeelte van de scheidingsmuren dient ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak een opstand van minimaal 0,30 meter te hebben. Deze opstand is echter niet vereist indien aan de volgende voorwaarden voldaan is: er ligt een groendak en tussen de scheidingswand en de vegetatie is een niet- brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig.
De nieuwe daklaag heeft een vrije hoogte van slechts 2,50 m waar een minimum vrije hoogte van 2,60 m geldt. Aan deze afwijking kan worden voldaan door het dakprofiel minder dik uit te voeren, waardoor een vrije hoogte van 2,60 m voorzien kan worden. Dit wordt dan ook in voorwaarden opgenomen.
Mits voldaan aan de opgestelde voorwaarden voldoet voorliggende aanvraag aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het afwerkingsmateriaal van de voorgevel niet voor de rooilijn uit te voeren;
2. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
3. de ramen in de voorgevel te voorzien van dorpels in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;
4. de kroonlijst voorzien met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;
5. de kroonlijst over de volledige voorgevelbreedte te voorzien, zoals in rood aangeduid op de plannen;
6. de opening in de voorgevel ter hoogte van het terras te voorzien zoals in rood aangeduid op de plannen;
7. alle balustrades in de voorgevel in staal uit te voeren;
8. het platte dak dient voorzien te worden met een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
9. de vrije hoogte van de bovenste daklaag 2,60 m te voorzien, conform artikel 21;
10. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 juli 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
2 augustus 2019 |
Start openbaar onderzoek |
12 augustus 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
10 september 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 november 2019 |
Verslag GOA |
28 oktober 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
12 augustus 2019 |
10 september 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het afwerkingsmateriaal van de voorgevel niet voor de rooilijn uit te voeren;
2. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
3. de ramen in de voorgevel te voorzien van dorpels in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;
4. de kroonlijst voorzien met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;
5. de kroonlijst over de volledige voorgevelbreedte te voorzien, zoals in rood aangeduid op de plannen;
6. de opening in de voorgevel ter hoogte van het terras te voorzien zoals in rood aangeduid op de plannen;
7. alle balustrades in de voorgevel in staal uit te voeren;
8. het platte dak dient voorzien te worden met een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
9. de vrije hoogte van de bovenste daklaag 2,60 m te voorzien, conform artikel 21;
10. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.