Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019108903 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer roger rutsaert met als contactadres Markgravelei 159 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Markgravelei 159 te 2018 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 1871R3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/06/1933: vergunning (1933#44059) voor het bouwen van 5 huizen;
- 14/09/2009: inventarisatie van vijf burgerhuizen in beaux-arts- en art-decostijl (7248);
- 12/05/2010: weigering deputatie (20096074) voor het verbouwen van een rijwoning;
- 15/03/2012: weigering deputatie (20114945) verbouwen van een rijwoning;
- 01/02/2018: weigering deputatie (20171682) voor het verbouwen van een rijwoning;
- 20/12/2018: vergunning deputatie (20181862) voor het verbouwen van een eengezinswoning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder mansardedak waarbij zich centraal, aan de linkerzijde van het pand, een lichtkoker bevindt;
- maximale bouwhoogte ca. 13,85 meter;
- gevelopbouw:
Huidige toestand
- conform laatste vergunning.
Gewenste toestand
- het dichtmaken van de centrale lichtkoker en creëren van extra ruimtes;
- rechttrekken van de achtergevel ter hoogte van de 3de verdieping tot tegen de perceelsgrens.
Inhoud van de aanvraag
- dichtmaken van de centrale lichtkoker en creëren van extra ruimtes;
- uitvoeren van enkele constructieve interne werken voor de verbinding met het nieuwe volume;
- rechttrekken van de achtergevel ter hoogte van de 3de verdieping tot tegen de perceelsgrens.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
20 september 2019 |
18 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
het gedeelte van de scheidingsmuur heeft geen opstand van 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de optimalisatie van een bestaande eengezinswoning met praktijkruimte. De functie blijft ongewijzigd waardoor ze dan ook inpasbaar is in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid:
De bestaande lichtschacht situeert zich op slechts 5 meter afstand achter de voorgevellijn van het pand en voorziet in een bouwdiepte van 5,16 meter.
De uitbreiding bevindt zich tussen het volume centraal rechts op eigen perceel en tegen de hoger opgaande scheimuur links. De beoogde uitbreiding is niet storend voor de omgeving en vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
De panden van nummer 159 tot 163a vormen samen met het achterliggende pand Korte Lozanastraat 28 een geheel van vijf burgerhuizen in beaux-arts- en art-decostijl, gebouwd in opdracht van de kinderen Charles Hertoghe-Belpaire, naar een ontwerp door de architect Jan De Vroey uit 1933.
Met een gevelbreedte van gemiddeld drie traveeën, tellen de rijwoningen vier bouwlagen onder een plat dak. De woningen in beaux-artsstijl die beide uiterste panden van het gevelfront in de Markgravelei vormen (nummers 159 en 165), hebben een sterk verwante gevelopstand waarbij het linker pand wat breder is dan het rechter. De twee middelste panden in art-decostijl zijn volkomen identiek, geschakeld volgens repeterend schema (nummers 161-163).
Behalve hun traditionele opbouw, materiaalgebruik en decor, onderscheiden beide beaux-artspanden zich door de behandeling van de bovenste verdieping als pseudo-mansarde (leien). De gevels zijn opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, ruim verwerkt met natuursteen voor de pui, bow-window, vensteromlijstingen, hoekkettingen, en de dakkapel, op een arduinen plint. Boven de gedrukte pui legt de compositie de klemtoon op de middenas, die wordt gemarkeerd door de bow-window met rondboogdrielicht en door de dakkapel met voluten en pseudo-fronton. In nummer 159 is de in koper afgedekte bow-window met de bovenliggende vensters tot een oplopend risaliet vervat, daar waar de bow-window in nummer 165 wordt bekroond door een balkon met smeedijzeren neorégenceborstwering. De spaarzame ornamentatie, met typische acanthus- of schijfmotieven, chutes en medaillons, is ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Beide smeedijzeren inkomdeuren en het houten vensterschrijnwerk van nummer 165 zijn bewaard.
De plattegronden beantwoorden aan het type van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centrale traphal met bovenlicht. De indeling is voor de vijf panden quasi identiek, met slechts minieme verschuivingen in de twee uiterste panden van de Markgravelei, te wijten aan de afwijkende perceelsvorm. Volgens de bouwplannen biedt de lage begane grond vooraan ruimte aan de inkom en de (spreek)kamer, en achteraan aan de keuken met office en keukenlift. Op de bel-etage neemt het salon over de volledige breedte de straatzijde in, en de eetkamer met office en terras de tuinzijde.
De panden hebben een beeldbepalende erfgoedwaarde en stadslandschappelijke waarde voor de Markgravelei en bij uitbreiding het Leikwartier.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Aan de beschrijvende nota werd geen cultuurhistorische nota toegevoegd.
Men wil de indeling wijzigen. De belangrijkste ingreep is het dichtbouwen van de lichtschacht, grenzend aan het pand op nummer 157 met boven elkaar geplaatste keuken en badkamers.
Deze ingreep verhoogt het comfort en zorgt voor een inrichting aangepast aan hedendaagse woongebruiken. De typerende basisindeling van de belle-etagewoning blijft daarbij behouden. Op basis van deze argumentering adviseert de stedelijke dienst monumentenzorg dan ook gunstig. Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De lichtschacht wordt gesupprimeerd ten gunste van de inrichting van een keuken en sanitair. Hierdoor verdwijnt een rechtstreekse lichttoetreding in het midden van het gebouw. ter plaatse van de lichtschacht wordt zeker een stuk natuurlijke lichtinval verwijderd uit het gebouw. De nieuwe invulling voorziet in een verbeterd comfort voor sanitair en keuken naar hedendaagse normen. Door de uitwerking met glazen wanden en deuren wordt voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot verzekerd in deze inpandige ruimten.
Het gedeelte van de scheidingsmuur heeft geen opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, wat strijdig is met artikel 34 van de bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. een minimale opstand van 30 centimeter van de scheidingsmuur ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak is niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
2 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 september 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
19 november 2019 |
Verslag GOA |
28 oktober 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. een minimale opstand van 30 centimeter van de scheidingsmuur ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak is niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.