Terug
Gepubliceerd op 12/11/2019

2019_CBS_09068 - Omgevingsvergunning. Meldingen - lijst meldingen van 08/11/2019 - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 08/11/2019 - 09:00 Hofstraat
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_09068 - Omgevingsvergunning. Meldingen - lijst meldingen van 08/11/2019 - Kennisneming 2019_CBS_09068 - Omgevingsvergunning. Meldingen - lijst meldingen van 08/11/2019 - Kennisneming

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 en 107 van het omgevingsvergunningendecreet neemt het college akte van de meldingen op zijn ambtsgebied.

Argumentatie

Het college heeft deze meldingen onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de uitvoeringsbesluiten. Het college kan in de meldingsakte voorwaarden opleggen. Het college neemt hierna al dan niet akte van de ontvangen meldingen.

Lijst van de meldingen werd opgenomen in het besluit.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Aanleiding en context

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt in artikel 4.2.2 en 4.2.4 respectievelijk de stedenbouwkundige handelingen waarin de vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding. Het decreet houdende algemeen bepalingen inzake milieubeleid bepaalt in artikel 5.2.1 de ingedeelde inrichtingen en activiteiten waarvoor een meldingsakte vereist is.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt akte van volgende meldingen die bij beveiligde zending werden ontvangen. De toetsing aan de bestaande regelgeving geeft aanleiding tot het opleggen van voorwaarden. De melder wordt hiervan op de hoogte gesteld:

Dossiernummer: OMV_2019132084
Melder: Lies Mertens namens BREBUILD ALGEMEEN BOUWBEDRIJF NV
Inrichtingsnummer: 20191021-0064 (Pientere Piste)
Omschrijving: een bemaling
Locatie: Ruggeveldlaan 371 - 471, De Vrestraat 31 te 2100 Antwerpen
Datum ontvangst: 21 oktober 2019
Rubrieken: 53.2.2°a)

Motivatie bijzondere milieuvoorwaarden:

Voor de uitvoering van een technische kelder binnen het project ‘basisschool de Pientere Piste’ moet een tijdelijke grondwaterverlaging gerealiseerd worden. Gemiddeld zal het grondwater verlaagd moeten worden tot 3,7 m-mv, met plaatselijk ter hoogte van de liftputten een verlaging tot 5 m-mv. Het grondwaterniveau bevindt zich tussen 2,50 m-mv en 3,00 m-mv. Afhankelijk van de grondwaterstand, zal de invloedstraal van de bemaling maximaal 266 meter of 238 meter zijn. In het bemalingsvoorstel wordt hierbij geen invloed verwacht op de vijvers in het nabijgelegen Park Rivierenhof.

De verlaging wordt bereikt met verticale filters met een maximale tussenafstand van 5 meter en een filterlengte van 9 meter. In eerste instantie zal een dagdebiet nodig zijn van 540 m³/dag. Na een 7-tal dagen kan overgeschakeld worden naar een stationair debiet van ca. 450 m³/dag. De bouwput zal na een bemalingsperiode van maximaal vier dagen droog zijn. De kelder is in ontwerp voorzien van een paalfundering met verankeringsbewapening, zodat de bemaling gestopt kan worden na de uitvoering van de funderingsplaat en de kelderwanden. De bemaling zal nodig zijn gedurende een periode van maximaal 49 dagen, waarbij tot 24.000 m³ opgepompt zal worden.

Aangezien het grondwater niet verontreinigd zal zijn, kan het vrij geloosd worden of in de ondergrond geretourneerd worden. Het opgepompte water kan via de bestaande RWA-leiding in de Ruggeveldlaan afgevoerd worden naar het “Groot Schijn” (waterloop 2de categorie). Een deel van het water zal ook geretourneerd worden. In samenspraak met de parkbeheerder werden de retourpunten bepaald, waarbij maximaal vermeden werd dat ijzerhoudend water naar de parkwaters zou stromen. Via volgende retourpunten zal tot 144 m³/dag van het opgepompte grondwater teruggebracht worden:

-        Retourpunt ten noorden van het project – 40 m³/dag;

-        Lijnbevloeiing bomenrij Parkweg, lengte van 320 meter – 24 m³/dag;

-        Twee punten met oppervlakkige bevloeiing ten zuiden van het project (buffergracht naast parking) – 2 x 40 m³/dag.

In de bemalingsstudie laat de deskundige het retourneren van het opgepompte grondwater afhangen van de grondwaterstand. Aangezien het retourneren van het opgepompte grondwater steeds een wettelijk verplichting wanneer dit technisch mogelijk is, beslist het college in dit project steeds maximaal te retourneren of herinfiltratie te voorzien.

Conclusie

Om de negatieve invloed van de bemaling te beperken stelt de exploitant voor een deel van het opgepompte water te retourneren. De voorgestelde retourbemaling is in het bijzonder belangrijk door de onmiddellijke aanwezigheid van het Rivierenhof. Er bestaat aanleiding de door de bodemdeskundige voorgestelde milderende maatregelen op te nemen als bijzondere milieuvoorwaarden bij het project.

Bijzondere milieuvoorwaarden:

  1. Ongeacht de grondwaterstand bij de start van het bemalingsproject, wordt de retourbemaling minimaal uitgevoerd zoals voorgesteld in de bemalingsnota bij het meldingsdossier;;
  2. Ten laatste een week voor de start van de bemaling wordt het college op de hoogte gebracht van de start van de bemaling (p/a milieuvergunningen@antwerpen.be, m.v.v. OMV_2019122084).

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.