Terug
Gepubliceerd op 13/11/2019

2019_CBS_08823 - Omgevingsvergunning - OMV_2019105133. Scheldevrijstraat 93. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/11/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_08823 - Omgevingsvergunning - OMV_2019105133. Scheldevrijstraat 93. District Hoboken - Goedkeuring 2019_CBS_08823 - Omgevingsvergunning - OMV_2019105133. Scheldevrijstraat 93. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019105133

Gegevens van de aanvrager:

Theodora Rodyns met als adres Scheldevrijstraat 93 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Scheldevrijstraat 93 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 37sectie C nr. 242F11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

isoleren en bepleisteren van de voorgevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/01/1928: vergunning (1006#14473) voor het bouwen van 50 huizen;

-          29/03/2019: vaststelling (120668) als bouwkundig erfgoed “tuinwijk Moretusburg”.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          ééngezinswoning in vereenvoudigde, regionalistische stijl met 2 bouwlagen onder hellend dak;

-          onderdeel van gekoppelde bebouwing in tuinwijk Moretusburg;

-          voorgevel in baksteen op het gelijkvloers en gecementeerd op de verdieping;

-          plint in arduin.

Huidige toestand

-          beschilderde voorgevel werd in donkergrijze kleurstelling

-          plint in arduin – wit geschilderd.

Gewenste toestand

-          geïsoleerde en bepleisterde voorgevel (14cm) beschilderd in lichtgrijze kleurstelling

-          plint in bepleistering in donkergrijs kleurstelling.

Inhoud van de aanvraag

-          isoleren en bepleisteren van de voorgevel.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

11 september 2019

27 september 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:
    voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud;
  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    bij het schilderen of pleisteren van een voorgevel dienen elementen en decoraties die niet bedoeld waren om beschilderd of bepleisterd, zoals de typerende latei en de stenen plint en dorpels, onbepleisterd en onbeschilderd te blijven. Ook het veranderen van het buitenschrijnwerk mag de historische beeldwaarde van de gevels niet verstoren door zijn materiaalgebruik, maatvoering en/of indeling. De gevel maakt bovendien deel uit van een uniforme koppelbebouwing.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de omgeving die gekenmerkt wordt door hoofdzakelijk eengezinswoningen.

 

Cultuurhistorische aspecten

De woning is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud.  Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.

De aanvraag werd voorgelegd aan de stedelijke dienst voor monumentenzorg. Zij geven volgend advies:

“De aanvraag heeft betrekking op een pand in een tuinwijk naar ontwerp van Frans Van Rompaey gelegen tussen de spoorweg en het industriegebied. De straten van de wijk werden geopend vanaf 1901 door de vereniging "Le progrès industriel et commercial". De tuinwijk is genoemd naar het nabij gelegen doch in 1979 gesloopte kasteel Moretusburg van 1825. De tuinwijk werd opgericht om de werknemers van de groeiende industrie te voorzien van woningen en een zekere infrastructuur. De kerk werd opgericht in 1911-1913, met de bouw van de scholen in de Maalbootstraat werd gestart in 1912, beiden eveneens naar ontwerp van F. Van Rompaey. De huizen werden opgericht in drie bouwfases vanaf 1921 tot circa 1950 in opdracht van de Maatschappij voor Goedkope Woningen. Meer recent (tot 1965) werd de tuinwijk nog uitgebreid, onder meer met 8 meergezinswoningen.

De oudste bebouwing uit 1921 is te vinden in het noordoostelijk deel van de wijk. Een deel van de Scheldevrijstraat werd reeds in deze eerste fase bebouwd. De bebouwing in een vereenvoudigde regionalistische stijl bestaat uit gegroepeerde ééngezinswoningen van twee traveeën en één (breedhuizen) of twee (diephuizen) bouwlagen met omhaagde, omheinde of ommuurde voortuintjes. Bakstenen enkelhuizen met een doorgaans symmetrisch opgestelde afwisseling van lijst- en afgeschuinde puntgevels onder pannen mansardedaken, laatst genoemde soms overkragend bij het diephuistype (onder meer Scheldevrijstraat). Rechthoekige muuropeningen met beschilderde en geprofileerde cementlateien.

Vanaf de Scheldevrijstraat 75 vinden we panden uit de tweede bouwfase terug (1928/1929). De woning op nummer 93 was oorspronkelijke een tussenwoning op rechthoekig grondplan opgebouwd uit twee traveeën en twee bouwlagen onder een houten geprofileerde kroonlijst met een pannen zadeldak. Gecombineerd voorgevelparement op blauwe hardstenen plint, bestaande uit een eerste bouwlaag in baksteen (klampsteen met licht verdiepte open voeg) door een licht geprononceerde bepleisterde waterlijst gescheiden van de tweede bouwlaag die volledig bepleisterd en geschilderd is in een witte kleur. Vandaag is de baksteen op de eerste bouwlaag en het pleisterwerk op de tweede bouwlaag overschilderd in een grijze kleur. Ook het oorspronkelijk houten geschilderd schrijnwerk met kleinhoutverdeling werd vervangen door nieuw houten schrijnwerk. 

Het pand is beeldbepalend in deze omgeving door zijn volume, de schaal, de korrel en de architectuur en maakt deel uit van een bouwkundig geheel. 

Men wenst de voorgevel te isoleren en te bepleisteren. Vanuit oogpunt monumentenzorg is het isoleren en bepleisteren van de voorgevel is niet wenselijk. Het betekent een vervlakking en een banalisering van de voorgevel doordat het gecombineerde parement bestaande uit baksteen en pleister van elkaar gescheiden door een geprononceerde waterlijst verdwijnt. Deze specifieke tuinwijkarchitectuur benadrukt de eenheid van deze wijk en is een belangrijk erfgoedkenmerk. Het voorzien van isolatie en bepleistering over het volledige parement betekent zowel voor het pand op zich als voor de samenhang van tuinwijk Moretusburg een niet wenselijke verarming van de beeldwaarde, de uniformiteit en de erfgoedwaarde van dit waardevolle ensemble. Recent werd een zeer uitgebreide studie gemaakt over de tuinwijk Moretusburg die het waardevolle en gave karakter van de wijk bevestigt.”

Dit advies wordt vanuit ruimtelijk standpunt bijgetreden. Het isoleren en bepleisteren tast het beeldbepalend karakter van de gevel en de samenhang met de tuinwijk aan. Bijgevolg dient de aanvraag ongunstig te worden beoordeeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van de onverenigbaarheid met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijke ordening.

Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het isoleren van de voorgevel kan leiden tot vervlakking en verlies van beeld- en erfgoedkwaliteit, zoals duidelijk te zien is bij de linkerbuur (betreft een niet vergunde gevelwijziging).
Verregaande energie-renovatiemaatregelen zijn echter ook niet meer weg te denken uit de huidige klimaatdoelstellingen, en moeten maximaal gefaciliteerd worden. Het is in deze aanvraag mogelijk om de gevel te isoleren en af te werken met behoud van de erfgoedkenmerken, dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 




Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 augustus 2019

Volledig- en ontvankelijk

11 september 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 november 2019

Verslag GOA

22 oktober 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale en exacte dikte van 14 centimeter;
2. omwille van het homogene straatbeeld de afwerking te voorzien als volgt:
    2.1. geprononceerde druiplijst boven het gelijkvloers terug te voorzien na isolatie volgens dezelfde afmetingen en af te werken met lichtgrijze crepi zoals de rechterbuur;
    2.2. het 1ste verdiep af te werken in lichtgrijze crepi zoals de rechterbuur;
    2.3. het gelijkvloers af te werken in roodbruine steenstrips zoals de rechterbuur;
3. de bestaande dorpels te behouden of te vervangen door nieuwe arduin naar oorspronkelijk model;
4. het uitzicht van de bestaande kroonlijst terug te brengen naar de oorspronkelijke toestand in hout, zoals nog terug te vinden bij authentieke kroonlijsten in de omgeving;
5. de bestaande plint te behouden door deze te verplaatsen en na uitvoering van de werken de plint voorbij het gevelmateriaal te laten uitsteken;
6. eventuele hoekprofielen onzichtbaar uit te voeren;
7. wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

 

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.