Terug
Gepubliceerd op 12/11/2019

2019_CBS_09044 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019112301. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/11/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_09044 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019112301. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_09044 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019112301. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019112301

Gegevens van de aanvrager:

NV AIR LIQUIDE LARGE INDUSTRY met als contactadres Bourgetlaan 44 te 1130 Brussel

Gegevens van de exploitant:

NV AIR LIQUIDE LARGE INDUSTRY met als contactadres Bourgetlaan 44 te 1130 Brussel

Ligging van het project:

Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 16 sectie F nr. 241E3

Inrichtingsnummer:

20180412-0064 (Air Liquide Large Industry)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

chemisch bedrijf: verandering door uitbreiding

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 9 november 1995 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1995/B/0800) voor het uitbreiden van een fabriek, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen.

-        Op 29 mei 2002 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2002/B/0021) voor het slopen van productie-installaties en gebouwen, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen.

-        Op 14 maart 2014 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20136309) voor het bouwen van een 6kv-station, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen.

-        Op 19 februari 2016 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20152817) voor de verlenging van sporen, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen;

-        Op 29 november 2018 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2018094821) voor het bouwen en exploiteren van een nieuwe waterstoffabriek, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen;

-        Op 29 mei 2019 verleende de Vlaamse overheid een omgevingsvergunning (OMV_2018153710) voor de aanleg van een waterstof-, stikstof- en aardgasleiding alsook de nodige bemalingswerken tijdens de aanlegfase, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen. Het college adviseerde deze aanvraag op 22 maart 2019 voorwaardelijk gunstig.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

- het bouwen van een nieuwe waterstofproductieinstallatie;

- het bouwen van een bijhorende controlegebouw;

- het aanleggen van verhardingen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 29 november 2018 een omgevingsvergunning voor een chemisch bedrijf, voor een termijn van onbepaalde duur.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de verandering van een waterstoffabriek.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.5.

Ontspanningsstations voor gassen, met een maximumdebiet van meer dan 20.000 Nm³/h.

30.000 Nm³/uur

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen - milieu

1 oktober 2019

24 oktober 2019

Gunstig 

 

 

 

 



Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels gelden hier de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B1 – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan ten westen van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Aan de overzijde van de Scheldelaan geldt voor de Scheldedijk het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. Over de Scheldedijk loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

 

Ten westen van de Scheldedijk is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande waterweg, Natuurgebied (N) en Bijzonder natuurgebied (NH).

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat op de installatie en de verhardingen valt, kan op natuurlijk wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren daar de verharding waterdoorlatend, in gravel, wordt voorzien. Het hemelwater dat op de horizontale dakoppervlakte van het nieuwe gebouw valt, wordt opgevangen in een hemelwaterput. Er wordt een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 10.000 liter zoals bepaald door de verordening. Het opgevangen hemelwater zal hergebruikt worden voor het spoelen van drie toiletten. De overloop van de hemelwaterput, alsook het hemelwater dat valt op de horizontale dakoppervlakte van de nieuwe constructies, wordt verder afgevoerd naar infiltratiekratten met een totale oppervlakte van 19 m² en een inhoud van 11.000 liter. De aanvraag voldoet aan de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag daar het gebouw niet publiek toegankelijk is.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft een wijziging van de voorgaande aanvraag waarvoor de vergunning werd verleend op 29 november 2018 (OMV_2018094821). Voorliggende aanvraag vertoont slechts beperkte verschillen met de vergunde toestand en dan vooral wat betreft de inplanting van de controlekamer en de hoogte van de schouw.

 

In het zuiden van een grootschalige industriële bedrijfssite, gelegen tussen de Schelde en het Kanaaldok B1, wordt op een braakliggend blokveld een nieuwe waterstoffabriek gebouwd in uitvoering van de vergunning van 29 november 2018.

De constructie van het productiegedeelte bestaat uit een netwerk van industriële leidingen met diverse platformen, een reactor, een fakkel en een schouw. Deze installatie heeft een totale grondoppervlakte van circa 5.200 m² en een variërende hoogte tot circa 27 meter, met uitzondering van de schouw, die in deze aanvraag wordt verlaagd ten opzichte van de eerder vergunde situatie (van 58 meter) naar 35 meter, en de fakkel (60 meter).

 

Ten westen van de installatie wordt een gebouw voorzien met een oppervlakte van circa 140 m² (voorheen 200 m²) en een maximale hoogte van circa 3 m². Het nieuwe gebouw zal worden ingericht met een controlekamer, ondersteunende burelen (werkkamers en process technoloog), een kantine, sanitaire voorzieningen en kleedruimtes. Het gebouw en de voorziene parking voor personenwagens wordt 10 meter in noordelijke richting opgeschoven en op die manier meer naar achteren geplaatst ten opzichte van de grens van het blokveld in vergelijking met de vorige aanvraag.

 

Rondom en tussen de constructies worden verhardingen aangelegd met een totale oppervlakte van circa 2.140 m². Deze verhardingen verlenen toegang tot het gebouw en tot de installaties voor onder andere onderhoud en calamiteiten en omvatten ook een kleinschalig parkeerterrein voor personenwagens.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

Ten oosten van de controlekamer wordt een aparte in- en uitrit met 12 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien. Daarnaast zal er tijdens de tijdelijke aanleg- en

bouwwerkzaamheden beperkt werfverkeer zijn. Het aantal transportbewegingen is volgens de aanvrager beperkt ten opzichte van reeds bestaande transportbewegingen op de locatie en in de omgeving. Verder genereert de aanvraag geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag kadert in de verdere ontwikkeling van een industrieterrein. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel – vormelijke elementen

De gevels van het controlegebouw worden afgewerkt in lichtkleurig gevelmetselwerk met aluminium schrijnwerk in een donkere kleur. De nieuwe verharding wordt aangelegd in gravel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voor opvang van het sanitair afvalwater wordt een septische put voorzien met aansluiting van de overloop naar de afvalwaterzuivering van Covestro.

Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van Brandweer/ Risicobeheer/ Preventie.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In 2018 verkreeg Air Liquide een omgevingsvergunning voor een nieuwe waterstoffabriek op de terreinen van Covestro. Er wordt een maximale productie van 120,8 ton per dag (56.000 Nm³/h – 45.000 ton/jaar) voorzien. Een groot deel van de geproduceerde waterstof zal worden aangewend door Covestro. De oude waterstofproductie-eenheid van Covestro zal gesloten worden zodra de nieuwe installatie van Air Liquide in gebruik is.

 

De productie van waterstof gebeurt door de omzetting (‘reformen’) onder hoge druk van aardgas door middel van stoom en bestaat uit volgende stappen:

1. Voorverwarming, hydrogenatie en ontzwaveling van aardgas;

2. Verdere voorverwarming en pre-reforming van het aardgas/stoom-mengsel;

3. Reforming van het mengsel om synthesegas te produceren;

4. Warmte-recuperatie en stoomproductie;

5. Omvorming van CO met stoom naar H2 en CO2 (Water Gas Shift reactor);

6. Koeling en zuivering van H2 in de PSA (Pressure Swing Adsorber);

7. Compressie van H2 en op het leidingnet plaatsen.

 

Met onderhavige aanvraag wenst Air Liquide te voorzien in een ontspanningsstation voor waterstof waarin de druk van het waterstof wordt herleid van 100 bar in het netwerk naar 26 bar voor de belevering ervan aan Covestro. Het waterstofontspanningsstation zal een maximumdebiet van 30.000 Nm³/uur hebben (indelingsrubriek 16.5) en zal gemonitord worden vanuit de controlekamer. De installaties worden voorzien van de benodigde noodstopsystemen en blusmiddelen. Tevens zullen deze installaties opgenomen worden in het periodiek controle- en onderhoudsprogramma.

 

Verder heeft het aanvraagdossier betrekking op de verlaging van de schouw en het plaatsen van een SCR (selectieve katalytische reductie). De schouwhoogte zal 35 meter bedragen in plaats van de vergunde hoogte van 58 meter.

 

Het aanvraagdossier bevat een studie opgesteld door een erkend MER-deskundige lucht waarin het effect van de lagere schouwhoogte en SCR op gebied van NOx wordt onderzocht. De NOx-emissie zal significant dalen en bedraagt maximaal 71,4 ton/jaar in de beoogde situatie, ten opzichte van 210 ton/jaar in de vergunde situatie. Rekening houdend met de achtergrondconcentraties wordt een hoogste jaargemiddelde NO2-concentratie berekend van 36,5 µg/m³ ten noordoosten van de site, gelegen binnen het havengebied. Er is dus geen overschrijding van jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m³. De impact is lager dan in de vergunde situatie (schouwhoogte 58 meter, geen SCR) waarbij een maximale concentratie werd berekend van 37,1 µg/m³ ten noordoosten van de site.

In kader van de vorige vergunningsaanvraag werd de impact ter hoogte van de meest nabijgelegen woningen berekend. De berekende jaargemiddelde impactbijdrage van Air Liquide bedroeg er maximaal 0,3 µg/m³ en werd als verwaarloosbaar gekwalificeerd. Door een verlaging van de schouwhoogte en installatie van de SCR wordt verwacht dat de maximale jaargemiddelde impactbijdrage ter hoogte van de meest nabijgelegen woningen nog vermindert.

 

Met de installatie van de SCR daalt de NOx-emissie significant, maar ontstaat er wel een relevante NH3-emissie van 24,5 ton/jaar. Aangezien ammoniak een andere depositiesnelheid heeft dan NO2 en gelet op de afname in hoogte van het emissiepunt, zal de immissie en de depositie wijzigen. Het aanvraagdossier bevat een studie naar de impact van stikstofdeposities, opgesteld door een erkend MER-deskundige biodiversiteit.

 

Een klein oppervlak van het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’ valt volgens de online voortoets binnen de contour van de nuleffectwaarde (vermesting: 1 kg N per ha per jaar, verzuring: 71,45 Zeq per ha per jaar). Binnen de nuleffectwaarde liggen ook enkele aangemelde habitattypes en zoekzones voor het ontwikkelen van habitattypes. Met behulp van het IMPACT-model werd ter hoogte van de invloedzone, de Sigmadijk, een depositie van maximaal 0,1 kg N per ha per jaar berekend. Dit is minder dan 1 % van de kritische depositiewaarde voor het meest gevoelige habitattype, zijnde buitendijkse schorren met riet of zeebies. Er wordt in de studie gesteld dat het vermestende effect op de schorren langs de Schelde het behalen van de instandhoudingsdoelen voor estuariene habitatten niet zal hypothekeren. De beperkte bijdrage aan de maximale verzurende depositie zal het behalen van de instandhoudingsdoelen evenmin hypothekeren.

 

De stikstofdepositie in het Nederlandse habitatrichtlijngebied ‘Brabantse Wal’ zal volgens de studie maximaal 5,36 mol per ha per jaar bedragen. De hoogste bijdrage aan de kritische depositiewaarde bedraagt 0,94 %, meer bepaald voor het habitattype zwak gebufferde vennen. Volgens het Vlaams beoordelingskader betreft het een beperkt negatief effect en is een vergunning mogelijk.

 

Volgens het Nederlands beoordelingskader is er sprake van een overschrijding van de kritische drempelwaarde en is er geen vrije milieugebruiksruimte. De stikstofdepositie voor het gebied Brabantse Wal zal tussen 2014 en 2030 afnemen met 246 mol N per ha per jaar. In 2030 zal nog steeds de kritische drempelwaarde voor stikstofdepositie in de volledige oppervlakte van het Natura 2000-gebied Brabantse Wal overschreden worden. De voorziene afname van de stikstofdepositie zal met 3,57 à 5,36 mol per ha per jaar verminderd worden bij uitvoering van het voorziene project. De termijn waarop er een evenwichtsstatus in de depositie bereikt wordt (geen overschrijding van de kritische drempelwaarde meer), zal hierdoor met circa 6 maanden toenemen. In de studie wordt gesteld dat de milderende maatregelen, zoals opgenomen in het beheerplan van het gebied om de effecten van de hoge stikstofdepositie te mitigeren, nodig blijven, mogelijk zelfs met een iets hogere frequentie. Er wordt verwacht dat de extra depositie van Air Liquide niet zal resulteren in een belangrijke achteruitgang van de habitatkwaliteit in het habitatrichtlijngebied. Er wordt geconcludeerd dat er geen aanzienlijk effect is op de Brabantse Wal. Bovendien zal er restwarmte aan onder meer Covestro geleverd worden, waardoor dat bedrijf een stookinstallatie uit dienst zal nemen. De toename in depositie zal dus lager zijn dan berekend werd.

 

Verder wenst de exploitant de omschrijving van de vergunde indelingsrubrieken 43.1.3, 43.3.2 en 43.4 (‘een stookinstallatie (fornuis/steam reformer) met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 80.000 kW’) te wijzigen. Om mogelijke verwarring inzake de van toepassing zijnde voorwaarden uit te sluiten wenst men de term ‘stookinstallatie’ te vervangen door ‘reactor’. Volgens artikel 5.43.1.2 van titel II van het VLAREM zijn de voorwaarden van hoofdstuk 5.43 immers niet van toepassing op reactoren die gebruikt worden in de chemische industrie.

 

In het gunstig subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen van 24 oktober 2019 wordt opgemerkt dat het project plaatsvindt op een braakliggend terrein dat op basis van het aanwezige habitattype mogelijk beschermde soorten uit het Soortenbeschermingsbesluit bevat. Indien er beschermde soorten voorkomen op het terrein kan er hiervoor een afwijking worden aangevraagd in het kader van het Soortenbeschermingsprogramma (SBP) Antwerpse Haven.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.5.

Ontspanningsstations voor gassen, met een maximumdebiet van meer dan 20.000 Nm³/h.

30.000 Nm³/uur

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

26 september 2019

Start openbaar onderzoek

4 oktober 2019

Einde openbaar onderzoek

2 november 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

15 november 2019

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 oktober 2019

2 november 2019

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.