Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019055663 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Peter BECUWE met als adres Ieperlaan 41 te 1000 Brussel en CVBA Vlaams Woningfonds met als adres Ieperlaan 41 te 1000 Brussel |
Ligging van het project: |
Werkstraat 18 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1319C10 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/02/2016: vergunning (20152822) voor het verbouwen van een woning;
- 19/03/2019: proces-verbaal (11002_2019_87107_VPV) voor het uitvoeren van werken in strijd met de op 19 februari 2016 verleende stedenbouwkundige vergunning met referentie AN2/B/20152822 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
Vergunde toestand
- rijwoning in gesloten bebouwing met twee bouwlagen onder traditioneel vormgegeven mansardedak;
- eengezinswoning;
- gevel in rood metselwerk met zwarte banden en arduinen plint en buitenschrijnwerk in pvc;
- mansardedak in zwarte leien.
Huidige toestand
- de kopse kanten van de scheidsmuren werden links en rechts bekleed met isolatie en leien in tegenstelling tot de afwerking die voorzien is op de plannen van de stedenbouwkundige vergunning;
- de ramen aan de voorzijde, de bakgoot en de kroonlijst van de dakverdieping zijn proportioneel niet in overeenstemming met de getekende plannen van de stedenbouwkundige vergunning:
Gewenste toestand
- gevelafwerking: conform bestaande toestand.
Inhoud van de aanvraag
- gewijzigde uitvoering van het mansardedak.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag betreft een regularisatie van verbouwingswerken aan de daklaag. In 2006 werd een vergunning verleend voor de verbouwing van deze woning. Volgens de toenmalige aanvraagplannen werd de originele mansardedaklaag geheel behouden met enkel vervanging van de leien aan de voorgevel. Nu blijkt dat wegens de ongezonde balkenstructuur, de gehele dakconstructie werd vernieuwd en dat bij de uitvoering de gehele vormgeving ingrijpend werd aangepast.
Bij de nieuw aangevraagde uitvoering wordt de centrale raamerker, oorspronkelijk uitstekend uit het hellende dakvlak, vervangen door een aanzienlijk lager raam zonder het historisch kenmerkend uitspringende raamkader. Deze nieuwe uitvoering wijkt af van de typische vormgeving van een raam in een mansardedak. Door het verdwijnen van de royale verhouding van de raamerker en het verlies aan detaillering en dieptewerking is het resultaat een povere versie van een typisch kenmerk van de historische, stedelijke omgeving. Er is hierdoor een duidelijk verlies aan beeldkwaliteit voor het gebouw en de omgeving.
De oorspronkelijke witte houten geprofileerde kroonlijsten worden vervangen door donkergrijze bakken in plaatmateriaal met opvallend grotere dikte. Terwijl de aanpassing van de kroonlijst van de ondergevel door de nieuwe dimensies reeds in het oog springt maar nog visueel kan aanvaard worden, is de vervanging van de bovenste kleinere houten kroonlijst dermate afwijkend dat dit het straatbeeld verstoort. De subtiele oorspronkelijke bekroning van de daklaag wordt hier vervangen door een prominent zichtbare uitspringende bak van bijna 50cm hoog. Deze uitzonderlijk dikke bakgoot houdt geen rekening met een kenmerkende afwerking voor dit soort daken en kan visueel-vormelijk niet aanvaard worden.
Naast de wijzigingen aan de voorgevel werden ook de blinde wachtgevels aan weerszijden van de daklaag voorzien van een nieuwe afwerking in gevelleien. De hoekaansluiting met het voorgevelvlak leidt tot een onwenselijke doorbreking van de terugkerende verticale voegen tussen de rijwoningen in het straatbeeld. Het is sterk aangewezen om de zijgevelafwerking (de 19cm afwerking op het terrein van de buren) terug te laten springen ten opzichte van het voorgevelvlak, zodat dit visueel ondergeschikt blijft aan de voorgevel.
Tot slot moet opgemerkt worden dat de aangevraagde geveltekening, snede en plan onmiskenbaar afwijken van de reële uitvoering zoals zichtbaar op de foto’s bij de aanvraag. De aangevraagde geveltekening minimaliseert de afwijkende verhoudingen en op plan en snede wordt niet aangegeven dat de dakafwerking en de bakgoot uitspringen uit het gevelvlak. Om een correcte beoordeling te maken is het noodzakelijk dat de plannen correct worden opgesteld.
Gelet op de bovenstaande argumenten, zijn ingrijpende aanpassingen aan het voorgevelontwerp noodzakelijk en kan geen vergunning verleend worden voor de aangevraagde uitvoering.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Zoals hierboven beschreven wijkt de vormgeving van de daklaag af van de gebruikelijke kenmerken van zulke daklagen in de omgeving. Dit is een afwijking op artikel 6 van de bouwcode inzake de harmonie. Zonder aanpassingen kan geen afwijking op dit artikel gemotiveerd worden.
Omdat het dakgebinte compleet vernieuwd werd, moet volgens artikel 34 van de bouwcode ter hoogte van de perceelsgrens een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak voorzien worden. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. Hiervoor moet de dakbekleding minstens onder brandklasse reactie BROOF (t1) vallen of opgenomen zijn in de lijst dakbedekkingen met het juiste prestatiecriterium.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het moet opgemerkt worden dat een bouwvergunning geen rechten verleent om te bouwen op de percelen van de buren. Wanneer op de gemene muur meer isolatie wordt geplaatst dan de minimale afwerking voor waterdichting, is hiervoor instemming nodig van de betreffende eigenaar.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening en een onzorgvuldig opgesteld aanvraagdossier.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
9 december 2019 |
Verslag GOA |
4 november 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.