Terug
Gepubliceerd op 12/11/2019

2019_CBS_09049 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019108893. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/11/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_09049 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019108893. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_09049 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019108893. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019108893

Gegevens van de aanvrager:

NV LBC-CEPSA Tank Terminals Antwerpen met als adres Schaliënhoevedreef 20E te 2800 Mechelen

Ligging van het project:

Scheldelaan 420 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 16 sectie F nrs. 241S2 en 241T2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

rooien van een bos

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 21 maart 2014 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20143) voor het oprichten van drie tanks voor de opslag van vloeibare chemische producten, uitbreiding van piperack, marinelaadarm met uitbreiding van inkuiping, twee brandblusmonitoren met camera en de verlenging van voedingsleidingen.


Inhoud van de aanvraag

-        Ontbossen van een terrein

 

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

In het uiterste noorden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.

Hier geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het Kanaaldok B1 ten oosten van de aanvraag is bestemd als Gebied voor Waterweginfrastructuur. De Scheldelaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de westzijde van deze weg loopt tevens een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Hier bevindt zich ook de bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.

 

Op circa 440 m ten westen van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemming Bijzondere natuurgebieden.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving

Archeologiewetgeving: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota gevoegd.

Het geplande bouwproject valt onder de drempelwaarden voor de verplichte opmaak en melding van een archeologienota volgens art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013: de totale oppervlakte van de bodemingreep op gronden gelegen buiten woon- of recreatiegebied bedraagt meer dan 5000m². Er werd op 18/10/2019 een bewijs van aanmelding van archeologienota gevoegd bij de aanvraag. De archeologienota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

Soortenbeschermingsbesluit: Het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15 mei 2009.

Wegens aanwezigheid van een beschermde soort dient een afwijking op het Soortenbesluit aangevraagd te worden. Het Agentschap Natuur en Bos is bevoegd om deze afwijking toe te staan.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een terrein ten westen van het Kanaaldok B1 wenst men voorbereidende werken te treffen voor het bouwrijp maken van een terrein voor de uitbreiding van industriële activiteiten. Deze laatste, meer bepaald de bouw van een tankenpark, maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag en zal het voorwerp uitmaken van een aparte omgevingsvergunningsaanvraag, gepland in te dienen eerste kwartaal van 2020, met het oog op een operationele expansie tegen het einde van 2021.

De werken omvatten het rooien van een bos en diverse solitaire bomen. De te rooien oppervlakte bedraagt circa 20.240 m² en bestaat uit schietwilg en ruwe berk. De aanvrager heeft een boscompensatievoorstel toegevoegd aan de aanvraag. Het Agentschap Natuur en Bos is bevoegd om hierover te beslissen.

Omwille van timingsaspecten wordt ervoor geopteerd de ontbossing als een afzonderlijk voorafgaand deelproject aan te vragen. Dit laat ook toe rekening te kunnen houden met het broedseizoen.

De realisatie van de industriële bestemming van het terrein is niet of alleszins niet volledig mogelijk zonder het rooien van het bos.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

In de aanvraag ontbreekt het aan informatie over hoe de gekapte bomen zullen worden weggevoerd. Transport over water geniet de voorkeur.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het terrein is gelegen tussen de Scheldelaan, ontwikkelde bedrijventerreinen van grootschalige petrochemische industrie en het Kanaaldok B1. De aanvraag vormt een voorbereidende stap voor een verdere invulling en inbreiding van de industriële cluster binnen het afgebakende zeehavengebied Antwerpen.

 

Visueel-vormelijke elementen

Momenteel bestaat het projectgebied uit braakliggende grond met berken- en wilgenbossen. Na de werken zijn deze structuurbepalende elementen volledig verdwenen en is het terrein omgevormd tot een open zone omgeven door industriegebied. Het opzet is dat dit slechts een tijdelijk gegeven betreft, hoewel de toekomstige beoogde industriële ontwikkeling van het

gebied geen deel uitmaakt van voorliggende aanvraag.

 

Biodiversiteit

Met het oog op het beperken van de effecten op biodiversiteit geeft de aanvraag aan dat de werken tot het rooien van het bos en de solitaire bomen buiten het broedseizoen, met name nog voor het broedseizoen van 2020, gepland zijn.

Tijdens een plaatsbezoek in opdracht van de aanvrager werd vastgesteld dat er in het bos een buizerdnest aanwezig is. Daarom wordt tevens een afwijking op het Soortenbesluit aangevraagd. Het Agentschap Natuur en Bos is bevoegd om hierover te beslissen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De activiteiten tijdens de voorbereidende werken (aan- en afrijden, laden en lossen van materiaal, grondwerkzaamheden) kunnen, vooral bij droog en warm weer, stofemissies veroorzaken. Stofemissies zijn ook mogelijk nadien, aangezien het terrein mogelijkerwijze een tijd braak zal blijven liggen. Uit de aanvraag blijkt niet welke maatregelen er eventueel genomen worden ter voorkoming van stofhinder. Als voorwaarde wordt opgelegd dat er maatregelen genomen dienen te worden zoals het nat houden van gronden, gronden fixeren door bijvoorbeeld begroeiing, beperken van de snelheid van het werfverkeer, … tijdens de uitvoering van de werken. Ook na de uitvoering van de werken zijn verder gepaste maatregelen te treffen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

- Zowel tijdens de aanlegfase, als nadien, zijn maatregelen ter voorkoming van stofhinder te nemen, zoals het nat houden van gronden of het fixeren van gronden door bijvoorbeeld begroeiing; tijdens de aanlegfase zijn ook de snelheid van het werfverkeer te beperken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

18 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

17 november 2019

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.


Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden:

- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

- Zowel tijdens de aanlegfase, als nadien, zijn maatregelen ter voorkoming van stofhinder te nemen, zoals het nat houden van gronden of het fixeren van gronden door bijvoorbeeld begroeiing; tijdens de aanlegfase zijn ook de snelheid van het werfverkeer te beperken.


Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies te bezorgen aan de instantie die het advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.