Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019087085 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA ABIES met als contactadres Herentalsebaan 556 te 2100 Deurne (Antwerpen), ABIES namens de heer Jozef Roothoofd met als adres Herentalsebaan 556 te 2100 Deurne (Antwerpen) en BVBA Livingstone Architects met als adres Van Putlei 4 te 2018 Antwerpen (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Herentalsebaan 546 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nrs. 427D15, 427C13, 427B13, 427Z14, 427R13, 427H14, 427C14, 427Y14 en 427S13 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren en aanleggen van een openlucht parking bij een tuincentrum |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 3/2/2017: proces verbaal (11002_2017_3313) voor het uitvoeren van werken niet conform de vergunningen uit 2009 en 2010;
- 20/5/2016: vergunning (2016316) voor het slopen van een woning;
- 21/5/2010: vergunning (20101385) voor het uitbreiden van een winkel met serre;
- 19/3/2009: niet uitgevoerde vergunning door de bestendige deputatie (2008618) voor het bouwen van 2 appartementsgebouwen met handelspand na het slopen van de bestaande bebouwing;
- 9/5/2008: weigering (2008473) voor het regulariseren van 3 tijdelijke tentconstructies;
- 11/1/2008: weigering (20074069) voor het oprichten van 3 tijdelijke tentconstructies;
- 20/1/2005: proces verbaal (AN.66.LB.00768/2005) voor het aanleggen van een parking na afbraak woning en bijgebouwen.
Vergunde toestand
- braakliggende terreinen rond een bestaande constructie.
Huidige toestand
- grotendeels verharde braakliggende terreinen rond een bestaande constructie;
- de terreinen worden deels als parking gebruikt en achteraan zijn een garagebox en een stockageruimte voor bloemen en planten geplaatst.
Gewenste toestand
- parking bij het tuincentrum ABIES.
Inhoud van de aanvraag
- aanleg van een parkeerruimte bij het aanpalende tuincentrum ABIES;
- er worden 43 parkeerplaatsen ingericht plus fietsstallingen en enkele groenzones;
- de parking beschikt over 2 toegangen via de Kerkhofweg;
- er wordt een boom op het openbaar domein gekapt in functie van een inrit;
- de garagebox en de stockageruimte voor bloemen en planten achteraan blijven behouden.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
2 augustus 2019 |
29 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV |
2 augustus 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
2 augustus 2019 |
29 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
2 augustus 2019 |
8 augustus 2019 |
Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
2 augustus 2019 |
2 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
2 augustus 2019 |
21 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een aanzienlijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat een positieve uitspraak mogelijk is wanneer voldaan is aan de hemelwaterverordening.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op 03/02/2017 werd een proces-verbaal opgesteld voor het uitbreiden van het tuincentrum Abies gelegen aan de Herentalsebaan en het verharden van de naastliggende tuinzone om als parking te gebruiken voor de winkel. Voorliggende aanvraag betreft echter enkel het aanleggen van de parking naast en achter het tuincentrum. De gebouwen op het perceel maken geen deel uit van de aanvraag. Gelet op het feit dat de parkeerplaatsen in functie van het winkelpand voorzien worden, is het aanleggen van de parking functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
Parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beleidskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
De aanleg van de parking zelf heeft geen parkeerbehoefte. De parkeerplaatsen worden voorzien voor het tuincentrum. Hiervoor wordt later een andere vergunningsaanvraag ingediend. Er dient dan een afstemming te gebeuren in functie van het aantal parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 43 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
De aanleg van de parking heeft zelf geen fietsparkeerbehoefte. Er worden echter wel fietsstalplaatsen voorzien op het terrein, aan de zijde van de Herentalsebaan en aan de achterzijde van het gebouw.
De fietsers kunnen vanaf de Herentalsebaan rechtstreeks de fietsenstalling bereiken. Echter door de inplanting van de 3 aangepaste parkeerplaatsen voor personen met een beperking en de stalplaats voor winkelwagens, zijn de fietsstalplaatsen niet rechtstreeks vanop eigen terrein bereikbaar via de inkom tegenover de inrit van de parking. In de voorwaarden wordt opgelegd de aangepaste parkeerplaats te verplaatsen, zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan. Ook wordt opgelegd de voortuinstrook groen aan te leggen met behoud van een padje naar de Herentalsebaan en de fietsstalplaatsen naast de stalplaats voor winkelwagens te voorzien.
De fietsenstallingen aan de achterzijde van de winkel staan aanrijgevoelig. Deze dienen beter beschermd te worden door de zone fysiek af te bakenen. In de voorwaarden wordt eveneens opgelegd paaltjes te voorzien op de hoeken achter de stalling.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Er worden geen volumes opgetrokken op dit deel van de site waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.
Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte materialen voor de verharding zijn stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. Er is onvoldoenden aandacht voor groenaanleg en spontane waterinfiltratie.
De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. Tuinen en onbebouwde delen dienen zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht te worden en als groene ruimte aangeplant. Dit is nodig om een aangenamer uitzicht in de straat te krijgen en de leefkwaliteit van omwonenden te bevorderen. De onbebouwde delen van het perceel worden in de aanvraag voor de aanleg van de parking bijna volledig verhard, zonder kwalitatief groen te voorzien. Tijdens de besprekingen in het voortraject van de aanvraag werd eveneens herhaaldelijk gevraagd om het groenaanleg te maximaliseren, temeer daar de aanvraag in functie van een tuincentrum staat. In de voorwaarden wordt daarom opgelegd meer bomen en groenzones aan te leggen, zoals op het inplantingsplan in het rood aangeduid.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de beschrijvende nota en op het hemelwaterformulier wordt aangegeven dat het regenwater, dat op de verharde oppervlakken terechtkomt, als ‘vuil’ water of afvalwater moet worden beschouwd. Het afvalwater mag dan ook niet op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren en dient afgevoerd te worden naar de openbare riolering. Het klopt inderdaad dat afvalwater omwille van milieuhygiëne niet in de bodem mag infiltreren. Echter wordt het hemelwater dat terechtkomt op een parking met autostalplaatsen niet beschouwd als afvalwater en zal dit op natuurlijke wijze moeten infiltreren in de bodem. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd de verhardingen in een waterdoorlatend materiaal te voorzien en de parkeerplaatsen met grasdallen aan te leggen. Zo wordt voldaan aan de bepalingen van de hemelwaterverordening.
In de aanvraag werd advies gevraagd aan de stedelijke groendienst. In het advies werden voorwaarden opgenomen voor de optimale bescherming van de bestaande straatbomen tijdens de werken, zowel boven- als ondergronds. Deze voorwaarden worden integraal mee opgenomen in de voorwaarden van de omgevingsvergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. groenaanleg voorzien zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan;
3. alle verhardingen in waterdoorlatend materiaal voorzien en de parkeerplaatsen met grasdallen aanleggen;
4. de aangepaste parkeerplaatsen verplaatsen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;
5. de voortuinstrook groen aanleggen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;
6. de fietsstalplaatsen vooraan de parking te voorzien naast de stalplaats voor winkelwagens;
7. de fietsstallingen aan het achterste deel van de parking fysiek af te bakenen met paaltjes;
8. het advies van Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven;
9. In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de bomen op openbaar domein onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
- graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
- de boom drastisch te snoeien. (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);
10. Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst worden die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek. Als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m; In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….);
- Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt;
- Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
- Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
- Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Infiltratie en groen zijn belangrijke duurzaamheidsprincipes. Wat de verhardingen betreft, stelt het college wel vast dat ca. de helft van de verharding een bestaande betonverharding betreft. Zowel ecologisch als economisch weegt een opbraak en heraanleg hiervan niet op tegen het behoud ervan, tenminste zolang er wordt voldaan aan de hemelwaterverordening. Na de KWS-filter zal dus een bijkomende infiltratievoorziening moeten geplaatst worden. De voorwaarden worden in die zin aangepast.
Tevens stelt het college vast dat de opgelegde vergroening (4 bomen) ten koste gaat van 4 parkeerplaatsen. Het volstaat om 2 boomvakken te voorzien met een breedte van 1.5m, hierdoor gaat slechts 1 parkeerplaats verloren. Een derde boom kan ingeplant worden rechts van de nieuwe parkeerplaatsen in de groenstrook achteraan het perceel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 juli 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
2 augustus 2019 |
Start openbaar onderzoek |
12 augustus 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
10 september 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 november 2019 |
Verslag GOA |
4 november 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
12 augustus 2019 |
10 september 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. 3 bomen aan te planten in de zone met nieuwe parkeerplaasten (zone achterperceelgrens), waarvan 2 bomen in boomvakken met een breedte van 1.5m die moeten voorzien worden tussen de parkeervakken op evenredig verdeelde afstand van de Kerkhofweg, en 1 boom achteraan in de groenzone;
3. de nieuwe parkeerplaatsen met grasdallen aan te leggen;
4. de aangepaste parkeerplaatsen verplaatsen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;
5. de voortuinstrook groen aanleggen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;
6. de fietsstalplaatsen vooraan de parking te voorzien naast de stalplaats voor winkelwagens;
7. de fietsstallingen aan het achterste deel van de parking fysiek af te bakenen met paaltjes;
8. het advies van Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven;
9. In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de bomen op openbaar domein onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
- graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
- de boom drastisch te snoeien. (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);
10. Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst worden die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek. Als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m; In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….);
- Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt;
- Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
- Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
- Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.