Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019027488 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Samber College bvba, Burchtstraat(HRT) 7 bus B te 2200 Herentals |
Ligging van het project: |
Samberstraat 63-65 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nrs. 293Z2 en 293C2 |
Inrichtingsnummer: |
20190301-0016 (Samber College) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
een bemaling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een bemaling in het kader van bouwwerken gelegen Samberstraat 63-65 te 2060 Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
7 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
31.000 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Van af te wijken voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
Voorgestelde afwijking: Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie Bijlage R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1.
Daarnaast zal de kwaliteit van het geloosde afvalwater bepaald kunnen worden aan de hand van staalnames, met behulp van een aftapkraan. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
19 maart 2019 |
10 april 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
19 maart 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een Omgevingsvergunning voor de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling voor verwezenlijking van bouwkundige werken.
De aanvraag is gesitueerd aan de Samberstraat. De omgeving heeft een deels residentieel karakter met zowel een- als meergezinswoningen in gesloten bebouwing als de aanwezigheid van industriële panden.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Ter hoogte van de Samberstraat 63-65 te 2060 Antwerpen worden er studentenkamers aangelegd met een ondergrondse verdieping. Voor de technische realisatie van deze ondergrondse verdieping is een bemaling noodzakelijk.
De resultaten van de sonderingen geven aan dat er zich tot een diepte van 6 à 7 meter een laag slappe klei en veen bevindt. Er zal bemaald worden in het zandpakket onder deze laag (-7 m). Er wordt uitgegaan van leemhoudend zand met een doorlatendheid van 10-5 m/s.
De bouwput is maximaal te bemalen tot 5,5 m-mv. De grondwaterstand in rust bevindt zich op -1.5 meter ten opzichte van de nulpas. Om de invloed van de bemaling op de omgeving te verminderen zal de bouwput omgeven worden door een secanspalenwand tot 10 meter diepte. Volgens een bemalingsstudie beperkt de effectieve verlaging van de watertafel buiten de bouwput zich tot 1 meter.
Het maximaal berekende debiet bedraagt 7 m³/uur en zal voor een bemalingsduur van 6 maanden een totaal debiet van 31.000 m³ geven. De berekende invloedstraal bij een doorlatendheid van 10-5 m/s en de aanwezigheid van de secanswand bedraagt 10 meter. Voor de berekening van de invloedstraal werd gebruik gemaakt van de formule van Sichardt. Deze formule kan enkel gebruikt worden voor de berekening van de initiële invloedstraal maar geeft een onderschatting van de invloedstraal in stationaire toestand.
De theoretische zettingen bij de 3 sonderingen zijn zeer groot bij een onbeperkte verlaging van het grondwater. Door de plaatsing van de palenwand zal de bemaling buiten de bouwput beperkt blijven tot ongeveer 1 meter. Aangezien de zettingen in klei sterk overschat worden in deze berekeningsmethode, kan gesteld worden dat ongeveer 10 mm zetting te verwachten is.
Behalve klei is er ook veen, dat zettingsgevoelig is, aanwezig in de bovenste grondlaag. Het is dan ook aan te raden de zettingen goed te monitoren door middel van zettingsbakens.
De exploitant vraagt de lozing van het bemalingswater via een waterzuivering aan met maximaal debiet van 7 m³/uur om nadien te lozen in de gemengde openbare riolering van de Samberstraat. In de omgeving zijn er verschillende BBO en OBO uitgevoerd. Aan de hand van beschikbare gegevens werd een inschatting gemaakt van de grondwaterkwaliteit. Naar aanleiding daarvan vraagt de exploitant aangepaste lozingsnormen voor de parameters arseen, zink, koper, lood, minerale olie, tetrachlooretheen en trichlooretheen aan.
De verontreiniging met zware metalen is volgens een OVAM-dossier (30529) afkomstig van het opvullen van het Schijn begin 1900. Rekening houdend met het feit dat er daardoor zware metalen in het grondwater in deze omgeving voorkomen wordt er veiligheidshalve een lozingsnorm van (10 * IC) gevraagd.
Uit het OVAM dossier blijkt tevens dat er een verontreiniging is met VOCl’s (trichlooretheen en tetrachlooretheen). Door te werken met een secanspalenwand wordt de invloedstraal van de bemaling beperkt en zal de verontreiniging met VOCl’s beperkt zijn. Gezien de lage concentraties en het beperkte debiet wordt ervan uit gegaan dat de waterzuivering met actief kool deze parameters zal zuiveren.
Uit de analyseresultaten van de geplaatste peilbuizen is gebleken dat er ter hoogte van de te bemalen zone een verhoogde concentratie aan minerale olie is. Om te kunnen voldoen aan de toetsingsnorm voor minerale olie zal er een waterzuiveringsinstallatie geïnstalleerd worden. Deze bestaat uit een olie/waterafscheider en twee waterzijdige actief koolfilters. De exploitant vraagt een norm voor minerale olie van 500 µg/l.
Daarnaast werd er in de geplaatste peilbuizen ook een overschrijding van het IC voor de parameter lood vastgesteld. De exploitant vraagt dan ook voor deze parameter 10 * IC aan.
Samengevat worden volgende lozingsnormen aangevraagd:
Parameter |
IC |
Gevraagd (µg/l) |
Toegestaan (µg/l) |
Opmerking |
Arseen |
5 |
50 |
50 |
= 10 * IC |
Zink |
200 |
2.000 |
2.000 |
= 10 * IC |
Koper |
50 |
500 |
500 |
= 10 * IC |
Lood |
50 |
500 |
500 |
= 10 * IC |
Minerale olie |
|
500 |
500 |
|
MER-screening:
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening (rubriek 10 j) werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. De nota werd aanvaard.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
7 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
31.000 m³/jaar |
Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Van af te wijken voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
Geadviseerde afwijking: De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie Bijlage R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1. |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Lozingsvoorwaarden:
|
||||||||||||
2. |
Minstens 10 dagen voorafgaand aan de opstart van de bemaling dienen volgende documenten aan de dienst Omgeving van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be met referentie OMV_2019027488) bezorgd te worden: een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
8 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
19 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
18 mei 2019 |
Verslag GOA |
25 april 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Lozingsvoorwaarden:
|
||||||||||||
2. |
Minstens 10 dagen voorafgaand aan de opstart van de bemaling dienen volgende documenten aan de dienst Omgeving van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be met referentie OMV_2019027488) bezorgd te worden: een monitoringsplan met aandacht voor zettingen, stijghoogtes, debietmeting, kwaliteitsmetingen. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.6.3.2 |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
7 m³/uur |
53.2.2.b.2 |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
31.000 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 3 mei 2019 voor een periode van 12 maanden.