Terug
Gepubliceerd op 23/12/2019

2019_CBS_10505 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065993. De Keyserhoeve 72 . District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10505 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065993. De Keyserhoeve 72 . District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Weigering 2019_CBS_10505 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065993. De Keyserhoeve 72 . District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019065993

Gegevens van de aanvrager:

de heer Alain Verresen met als contactadres De Keyserhoeve 72 te 2040 Antwerpen en mevrouw Britt Van Heghe met als adres De Keyserhoeve 72 te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Ligging van het project:

De Keyserhoeve 72 te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20sectie C nr. 176M

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          geen relevante voorgeschiedenis.

 

Vergunde en huidige toestand

 

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing;

-          twee bouwlagen onder een zadeldak.

 

Gewenste toestand

 

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing:

  • twee bouwlagen onder een zadeldak;
  • nieuwe entresol op de eerste verdieping, op de linker perceelgrens;
  • totale hoogte achteraan van 7,10m;
  • bouwdiepte op de eerste verdieping wordt 13m;
  • de nieuwe slaapkamer heeft een netto vloeropp. van 17m² met een interne hoogte van 2,60m.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van de eengezinswoning.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

29 oktober 2019

4 november 2019

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

29 oktober 2019

31 oktober 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: een bouwdiepte van 13 m op de verdieping is niet kenmerkend in de omgeving;
  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: een bouwdiepte van 13 m op de verdieping stemt niet overeen met het referentiebeeld en hindert de optimale bezonning en daglichttoetreding van het aanpalende pand;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidingsmuur van de aanbouw moet ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak een opstand hebben van 0,30m;
  • artikel 38 Groendaken: het nieuwe platte dak van de entresol is groter dan 20 m² en wordt niet aangelegd als een groendak.
     

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de De Keyserhoeve.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

In voorliggende aanvraag wordt het bestaande bouwvolume aangevuld met een uitbreiding links op de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 m. Deze ingreep wijkt af van de artikels 6 (Harmonie en draagkracht) en 10 (Inplanting, bouwhoogte, bouwdiepte) van de bouwcode. Een bouwdiepte van 13 m op de verdieping stemt niet overeen met het referentiebeeld en hindert de optimale bezonning en daglichttoetreding van het aanpalende pand.

 

Het pand maakt onderdeel uit van rijbebouwing met een uniform gabarit. De hoofdbouwen beschikken over 2 bouwlagen onder hellend dak met een bouwdiepte van ca. 8 m. Op het gelijkvloerse zijn er achterbouwen onder plat dak tot een maximale bouwdiepte van 20 m.

 

De voorgestelde bouwdiepte op de eerste verdieping van 13 m is dus niet kenmerkend in de omgeving en afwijkend van het referentiebeeld. Bovendien zou een entresol, gelet op de zuidelijke oriëntatie van de tuinen, negatieve gevolgen hebben voor de bezonning en daglichttoetreding van de naastgelegen hoofdbouwen, wat onaanvaardbaar is.

 

De voorgestelde bouwdiepte op de verdieping is dus niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg en hinderlijk voor de omgeving. De aanvraag dient te worden geweigerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De materialen van de achtergevel zijn in overeenstemming met de omgeving van het perceel.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In CHE-gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.
Om bovenstaande redenen werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. De dienst adviseert gunstig omdat door de aanvraag het typerende, kleinschalige dorpskarakter van de straat niet wordt aangetast.

 

Veiligheid in het algemeen

 

De scheidingsmuur van de aanbouw heeft geen opstand van 0,30m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak (artikel 34 bouwcode). Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt OF indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm. Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot

 

Het nieuwe platte dak van de entresol is groter dan 20 m² en wordt niet aangelegd als een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen, conform artikel 38 van de bouwdaken.

 

De uitbreiding van de woning voldoet niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande werken zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. De aanvraag dient te worden geweigerd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 december 2019

Verslag GOA

10 december 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van de bevraging van de omwonenden werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Lichtverlies en schaduwwerking: De verbouwing zal veel lichtverlies en schaduw met zich meebrengen. Vanuit de verblijfsruimte op de verdieping zal het huidige uitzicht worden weggenomen en vervangen worden door uitzicht op een scheidingsmuur
Beoordeling:

Deze ingreep wijkt af van artikel 6 ‘Harmonie en draagkracht’ en artikel 10 ‘Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte’ van de bouwcode. Het pand maakt onderdeel uit van rijbebouwing met een uniform gabarit. De hoofdbouwen beschikken over 2 bouwlagen onder hellend dak met een bouwdiepte van ca. 8 m, op het gelijkvloerse zijn er achterbouwen onder plat dak tot een maximale bouwdiepte van 20 m. De voorgestelde bouwdiepte op de eerste verdieping van 13 m is dus niet kenmerkend in de omgeving en afwijkend van het referentiebeeld. Bovendien zou een entresol, gelet op de zuidelijke oriëntatie van de tuinen, inderdaad negatieve gevolgen hebben voor de bezonning en daglichttoetreding van de naastgelegen hoofdbouwen, wat onaanvaardbaar is.

De voorgestelde bouwdiepte op de verdieping is dus niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening en hinderlijk voor de omgeving.

Het bezwaar is gegrond, de aanvraag dient te worden geweigerd.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.