Terug
Gepubliceerd op 23/12/2019

2019_CBS_10533 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126131. Drakenhoflaan 246 . District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10533 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126131. Drakenhoflaan 246 . District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_10533 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126131. Drakenhoflaan 246 . District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019126131

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Muriel De Ryck met als adres Heidebergstraat 249 te 3010 Leuven

Ligging van het project:

Drakenhoflaan 246 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32sectie B nr. 699Y

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een jongerenbegeleidingscentrum De Vlieger

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          02/10/2002: vergunning (629#3549) voor uitbreiden home met 4 kamers;

-          28/04/2017: vergunning (201729) voor het uitbreiden van een jongerenbegeleidingscentrum De Vlieger (vervallen op 28/04/2019, wegens werken niet gestart).

 

Vergunde en huidige toestand

 

-          jeugdopvangcentrum in gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak;

-          rechts op het gelijkvloers is een doorrit naar de achterkoer en de achtergelegen schoolsite.

 

Gewenste toestand

 

-          jeugdopvangcentrum in gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak;

-          uitbreiding rechts aan het hoofdvolume met een onderdoorrit naar de achtergelegen schoolsite;

-          gelijkvloerse achterbouw.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van de eerst en tweede verdieping tot op de rechterperceelsgrens, met dezelfde bouwdiepte en hoogte als het bestaande deel, door de doorrit rechts te overbouwen;

-          afbreken van de bestaande inkompartij achteraan het gelijkvloers en het afdak tegen het achterliggende schoolgebouw;

-          aanbouwen van een nieuwe speelruimte, stille ruimte en overdekte fietsenstalling rond een heraangelegd binnenkoertje;

-          de gevels van de uitbreidingen worden afgewerkt met middengrijs volkern plaatmateriaal;

-          de nieuwe platte daken worden uitgevoerd als groendak.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 oktober 2019

29 november 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 oktober 2019

12 november 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
 

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

 

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

het is onduidelijk of de fietsenberging aan de inrichtingsprincipes voldoet.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
 

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
 

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
 

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft het uitbreiden van een jongerencentrum met een nieuwe aanbouw op de 1ste en 2de verdieping boven de doorgang van de school en een uitbouw achteraan. De nieuwe aanbouw wordt voorzien van een directie, secretariaat, kamer en een kameruitbreiding van een bestaande kamer. Tussen het bestaande gebouw en de nieuwe aanbouw worden enkele doorgangen gecreëerd. De indeling van het bestaande gebouw wijzigt nauwelijks, enkel een wc en een berging worden verwijderd en op het gelijkvloers worden enkele muren doorbroken. De achterbouw wordt voorzien van een stille ruimte, een overdekking en een speelruimte. Aangezien de functie van de aanvraag niet wijzigt, blijft de functionele inpasbaarheid gegarandeerd.

 

Mobiliteitsimpact

 

Parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het jongerencentrum. Er komt 1 kamer bij maar die heeft geen eigen sanitair of keuken. De uitbreiding zorgt ervoor dat in de toekomst elk kind een eigen kamer kan hebben. Het is dus geen uitbreiding qua capaciteit maar enkel naar comfort en gebruiksvriendelijkheid.

 

Fietsvoorzieningen

Er wordt een overdekte fietsenberging voorzien aan de binnenkoer. Volgens artikel 29 van de bouwcode dient elke fietsstalplaats een afmeting te hebben met een minimale oppervlakte van 1,5m². De plannen zijn niet voorzien van inrichtingsprincipes waardoor het onduidelijk is hoeveel fietsen er in de overdekte fietsenstalling geplaatst kunnen worden. Door de dienst Mobiliteit werd de voorziene fietsenberging evenwel gunstig beoordeeld.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De bouwdiepte van de uitbreiding stemt overeen met de diepte van de rechts gelegen hoofdwoning (10m).

 

De bouwhoogte (11,22m) is in overeenstemming met de bouwhoogte en de kroonlijst van het bestaande pand waartegen aangebouwd wordt. Tegenover de rechterwoning (nr. 240) is er echter een groot verschil in bouwhoogte, zowel met de aansluitende garage als met de woning van 2 bouwlagen hoog. Echter het nieuwe volume bouwt verder op het bestaande volume en geeft ook meteen de toekomstige ruimtelijke verdichtingsmogelijkheden aan.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voorgevel van het bestaande goed wijzigt niet. Het bestaande pand is afgewerkt met bruin gevelmetselwerk, speklagen rond het rode schrijnwerk en een natuurstenen plint.De gevel heeft een duidelijke verticale ritmiek. De in de omgeving voorkomende bebouwing vertoont een zekere architecturale waarde met een verfijning door materiaalgebruik en detaillering zoals de Unitaswijk aan de overzijde, de aanpalende woningen met gedetailleerde dorpels en geveldelen in breuksteen en uitgesproken kroonlijsten.

 

De gevels van de uitbreidingen worden voorzien van gevelcementplaten met een grijze kleur en aluminium donkergrijs buitenschrijnwerk. Gevelplaten zorgen vaak voor een vervlakking van gevels en een verarming in detaillering, en worden in de regel niet aanvaard binnen de stad.

 

Het ontwerp zoekt echter een bewust contrast met het originele gebouw, maar stelt zich in zijn eenvoud ondergeschikt op. Mits verfijnde detaillering kan dit contrast aanvaardbaar zijn, maar er moet gewaakt worden over een correcte kwalitatieve uitvoering van de gevel.Speciale aandacht dient gevestigd worden op de uitvoering van de gevelplaten om een kwaliteitsvol beeld te garanderen: verlijmde bevestiging, aandacht voor doorlopende voegen, afwerken van de dagkanten met blokkaders in een ander materiaal.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De beperkte afname van uitzicht in de zijgevel van woning nr.240 door de rechtse aanbouw resulteert niet in een hinder die in een stedelijke omgeving de gangbare normale burenhinder zal overschrijden. De voornaamste lichten en zichten van woning nr. 240 worden onttrokken langs de voor- en achtergevel waardoor in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat de beperking van lichtinval in de zijgevel toelaatbaar is. Bovendien zit hier tussen de zijgevel van de woning en de perceelsgrens nog de garage van deze woning, die op zich geen enkele hinder van de uitbreiding ondervindt. De zijgevel van de woning staat op 3,5 meter afstand van de perceelsgrens, wat voldoende is om dergelijke uitbreiding toe te kunnen laten.

 

De uitbouw achteraan voorziet voldoende grote ramen en dakramen om voldoende lichtinval te bekomen in de stille ruimte en de speelruimte.

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. De studio van ongeveer 22,60m² op de 2de verdieping bevat zowel keuken, badkamer als wc. Gezien de functie als jeugdopvangcentrum en de gemeenschappelijke ruimtes in het gebouw, kan in alle redelijkheid aangenomen worden dat de studio niet als zelfstandige woning gebruikt zal worden en over voldoende wooncomfort beschikt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

28 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 december 2019

Verslag GOA

11 december 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend.
Dit bezwaar laat zich als volgt samenvatten:

1.      Licht en zicht: de aanbouw neemt licht en zicht weg vanuit de glazen deur op de eerste verdieping van de rechterbuur (nr.240), bovendien betreft de uitkijk een hoge ‘beklede’ muur;

Beoordeling:

De aanvraag veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor de licht- en zoninval in de tuin van de bezwaarindiener. Doordat over een hoogte van twee verdiepingen op de perceelsgrens wordt gebouwd, zal de lichtinval en de oostelijke zoninval in de deuropening van de bezwaarindiener wijzigen. De te verwachten hinder die hier zal ontstaan resulteert niet in een hinder die in een stedelijke omgeving de gangbare normale burenhinder zal overschrijden.

Momenteel heeft bezwaarindiener uitzicht op een blinde muur in gevelmetselwerk op ca. 7,50 meter afstand. Door de werken wordt deze afstand verkleind tot de breedte van de garage, ca. 3 meter. De aanvraag voorziet in een blinde muur, afgewerkt met muisgrijze gevelplaten. De te verwachten hinder die hier zal ontstaan resulteert niet in een hinder die in een stedelijke omgeving de gangbare normale burenhinder zal overschrijden.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Lawaaihinder: door een felle verkleining van de doorstroming verhoogd de lawaaihinder bij hevige wind;

Beoordeling:

Dit bezwaar omtrent lawaaihinder is hypothetisch van aard. Een bezwaar dat gebaseerd is op vermoedens kan niet mee in de afweging genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Einde bouwblok: geen begrip voor aanbouw omdat  een uitbreiding op de 1ste verdieping boven de eigen garage van nr.240 niet kon in 2002 wegens ‘einde bouwblok’. Het is niet duidelijk voor de bezwaarindiener waarom de aanvrager een uitbreiding mag doen over twee verdiepingen die wel toelaatbaar zou zijn;

Beoordeling:

De woning van bezwaarindiener is het linker kopgebouw in een reeks van gesloten bebouwing. Door de aanwezigheid van de garage, de doorrit van het jongerenopvangcentrum en de andere typologie van dit centrum, wordt de woning als beëindiging van de rij beschouwd.

Dit sluit echter niet uit dat het jongerenopvangcentrum een uitbreiding aan de voorzijde kan krijgen. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat een goede afstemming met het bestaande gebouw en met de aanpalende bebouwing wordt bekomen.

De uitbreiding voorziet hierin door enerzijds het gevelvlak te verspringen om de rooilijn van de rechterbuur aan te houden en anderzijds door een overgang te voorzien tussen de gevelplint en het zwevend volume door middel van een gevelelement in glad zichtbeton.

De hoogte van de uitbreiding verklaart zich in verhouding met de schaal van het hoofdgebouw. De uitbreiding blijft hier ondergeschikt aan het oorspronkelijk volume.

De bezwaarindiener verkrijgt echter met deze vergunning het bouwrecht om zijn garage met 1 verdieping op te hogen, aangezien de eerder aangehouden ruimtelijke lezing, zijnde ‘einde bouwblok’, komt te vervallen met het nieuwe volume.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

4.      Harmonie: er is geen harmonie tussen de aanbouw en de omgeving door materiaalkeuze omdat alle woningen in de omgeving een stenen voorgevel hebben en de aanbouw voorzien wordt in staal;

Beoordeling:

Er zijn heel wat woningen in de Drakenhoflaan en de onmiddellijke omgeving die hun voorgevel aangepast hebben van een rode stenen voorgevel naar een donkergrijs, donkerrood, wit of lichtgrijs gevelmateriaal. Het klopt niet dat alle woningen in de omgeving een stenen voorgevel hebben.

Toch heeft de in de omgeving voorkomende bebouwing een zeker architecturale waarde en samenhang - met een zekere verfijning door materiaalgebruik en ‘rijke’ detaillering – die het straatbeeld bepalen.

Het ontwerp voorziet een gevelafwerking uit matte middengrijze vezelcementplaten met een kenmerkende uitlijning, fijne uitkragende aluminium raamkaders en wit-in-grijs buitenschrijnwerk. Zowel naar materiaal als naar detaillering zoekt het ontwerp een bewust contrast met het originele gebouw, maar stelt zich in zijn eenvoud ondergeschikt op. Deze bewuste relatie met de omgeving kan hier aanvaard worden.

Het bezwaar is ongegrond.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.