Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019099457 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Jeroen De Cadt met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen en NV REGATTA-L.O. met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: |
CVBA Fluvius System Operator met als adres Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle |
Ligging van het project: |
Liane Bruylantlaan zn te 2050 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 13 sectie N nr. 204W11 |
Inrichtingsnummer: |
20190806-0077 (cabinenr 881 Antwerpen LO) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een meergezinswoning en exploitatie van een inpandige distributiecabine (wijk 4/kavel W4.37) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/10/2015: vergunning (201511) verkavelen van gronden in 171 kavels voor 297 wooneenheden en de aanleg van nieuwe wegen voor het project ‘Regatta’ (wijk 3, 4 en 5).
Vergunde toestand
- braakliggende grond in een verkaveling met wegenis.
Huidige toestand
- braakliggende grond in een verkaveling met wegenis.
Gewenste toestand
- hoekgebouw van 4 bouwlagen onder plat dak;
- 8 appartementen:
- 8 één-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 64 m²;
- gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle woningen 64 m².
Inhoud van de aanvraag
- nieuwbouw van een meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak;
- op het gelijkvloers worden 2 appartementen, een inpandige fietsenberging en distributiecabine ingericht.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangevraagde rubriek
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA. |
2 x 630 kVA |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
13 september 2019 |
9 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
13 september 2019 |
10 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
12 september 2019 |
12 september 2019 |
stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes |
12 september 2019 |
20 september 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
12 september 2019 |
17 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
12 september 2019 |
24 september 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
12 september 2019 |
13 september 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Galgenweel-Borgerweert, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor wonen w (bestemmingszone wijk).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt:
- artikel 2.2.B. Inplanting : de verdiepingen mogen voor maximaal de helft (50%) bebouwd worden. De gebouwde oppervlakte op de verdiepingen bedraagt 178.6m² (= 59.8%)
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
- Artikel 18: het niveauverschil tussen binnen en buiten bedraagt 5 cm in plaats van de maximaal toegelaten 2cm zonder voorziening van een helling of een lift;
- Artikel 21: het is onduidelijk of de afmetingen van de liftkoker voldoende groot zijn om er een lift van het type 2 in te voorzien, zoals omschreven in de EN 81-70.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels: de deur van de distributiecabine draait open boven het openbaar domein;
- Artikel 26 Afvalverzameling: er is geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien;
- Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: Inpandig worden slechts 7 in plaats van de minimaal vereiste 16 fietsparkeerplaatsen voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met artikel 2.2.B. van de verkavelingsvergunning ‘Regatta’. Specifiek voor hoekgebouwen mogen de verdiepingen maximum voor de helft (50%) bebouwd worden. De bebouwde oppervlakte op de 1ste en 2de verdieping bedraagt echter 178,6 m², wat overeen komt met 59,8%. In de beschrijvende nota motiveert de aanvrager een afwijking hierop omwille van bredere gevelopbouw (energieprestatienormen) en omwille van het realiseren van voldoende ruime 1-slaapkamerappartementen. Deze motivatie wordt aanvaard, waardoor een afwijking op artikel 2.2.B. kan worden bekomen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet een hoekgebouw in wijk 4 van Regatta. Het gebouw omvat 8 wooneenheden met eenslaapkamerappartementen in een bouwvolume van 4 bouwlagen met een plat dak. Er wordt eveneens een ruimte voor een distributiecabine en fietsenstalling voorzien in een bouwvolume van 1 bouwlaag onder een plat dak. De functie van meergezinswoning is inpasbaar in wijk 4 en de ruimere omgeving van Regatta.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 10 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de 8 appartementen. Het BPA legt boven- en ondergrenzen op aan het aantal te realiseren bestemmingsparkings. Voor wonen wordt de vork relatief ruim genomen: tussen 0,8 en 1,2 parkings per woongelegenheid. Volgens de geldende afspraken wordt gestreefd naar een parkeernorm van 1,2: - 8 appartementen met parkeernorm 1,2 = 10 (8 x 1,2) De werkelijke parkeerbehoefte is 10.
|
De plannen voorzien in 10 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Zoals in de beschrijvende nota vermeld, werden zeven parkeerplaatsen reeds gebouwd en voorbehouden in de ondergrondse parkeergarage op het binnengebied van wijk 4. De overige 3 parkeerplaatsen zullen worden voorzien in de ondergrondse parkeergarage van wijk 6. De 10 nuttige parkeerplaatsen worden bijgevolg aanvaard. De parkeerboekhouding werd toegevoegd aan het dossier.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de 8 appartementen moeten 16 fietsenstallingen voorzien worden:
- 8 appartementen met 1 slaapkamer = 16 (8 x 2)
Er wordt een fietsenberging voor 7 fietsen ingericht op het gelijkvloers, met een ingang langs de Kielzoglaan. De overige fietsenstallingen worden buiten het perceel voorzien, wat niet aanvaardbaar is. Om bewoners fietsgebruik te stimuleren is het belangrijk dat fietsenstallingen zo dicht mogelijk bij de woning liggen en vlot bereikbaar zijn. Alle fietsenstallingen moeten op eigen terrein voorzien worden.
Bijgevolg wordt in de voorwaardelijke vergunning opgelegd om een fietsenberging te voorzien voor minstens 16 fietsen, op het eigen perceel conform de inrichtingsprincipes uit de bouwcode (artikel 29). Om deze te kunnen realiseren dient het gelijkvloerse appartement (app. 0.02) gesupprimeerd te worden. Dit dient te worden ingericht tot een fietsenberging en een praktijkruimte, al dan niet gekoppeld aan de bovenliggende woning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat het bouwen van een hoekgebouw van 4 bouwlagen en een plat dak op een braakliggend terrein. Door een hogere bouwhoogte toe te passen dan de omliggende woningen, fungeert het hoekgebouw als een oriëntatiepunt in het bouwblok. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er worden ingestemd met het bouwvolume zoals voorgesteld.
De gemiddelde netto vloeroppervlakte van de woningen bedraagt slechts 64m².De wijk Regatta voorziet echter op grotere schaal in diverse woonentiteiten, variërend van eengezinswoningen tot diverse typologieën van meergezinswoningen. Het concept van een woningmix is verankerd in een globale inrichtingsstudie en geldende verkavelingsvergunning (201511). Hierin wordt de vloer-terrein index en de minimale woningdichtheid van dit gebied vastgelegd per bouwblok (of ‘wijk’). De gemiddelde woningoppervlakte moet daarom bekeken worden op schaal van het grotere bouwblok. De aanvraag kan op basis van deze visie gunstig geadviseerd worden wat betreft de woninggroottes. De woningen hebben een logische planschikking waardoor ze voldoende licht en lucht ontvangen en zijn telkens voorzien van een ruime private en kwalitatieve buitenruimte.
Visueel-vormelijke elementen
Reliëf in het gevelvlak ontstaat door de buitenruimtes van de appartementen deels uitkragend en deels inpandig te voorzien met spijlenhekwerk als borstwering aan de balkons. Overeenkomstig het advies van de welstandscommissie, wordt het spijlenwerk deels doorgetrokken in de afwerking van de uitkragende terrassen, waardoor een ritmering en samenspel ontstaat.
De gevels worden opgetrokken uit wit-grijs genuanceerd gevelmetselwerk, wat het hoekgebouw inpast in de omgeving. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in bronskleurig aluminium. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er ingestemd worden met de visuele en vormelijke elementen van het voorliggende project.
Cultuurhistorische aspecten
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte onder 3000 m² (307 m²) en een ingreep in de bodem kleiner dan 1000 m² (gelijkaardig aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De interne indeling van de verschillende appartementen is logisch en duidelijk opgebouwd. Elk appartement beschikt over een voldoende grote buitenruimte. De buitenruimtes worden op de verdiepingen zowel inpandig als uitkragend voorzien waardoor deze effectief als deel van de woonruimte gezien wordt. De aanvraag veroorzaakt geen onverwachte en noemenswaardige hinder inzake privacy.
Op het inplantingsplan wordt er op het dak (groendak) een ruimte voor PV-panelen aangeduid. De specifieke plaatsing van deze panelen wordt echter nergens vermeld of opgetekend waardoor de PV-panelen niet beoordeeld kunnen worden. Het plaatsen van PV-panelen is stedenbouwkundig toegestaan mits de panelen achter elkaar op het platte dak worden geplaatst en de maximale hoogte beperkt is tot 1,50 m. De ondersteunende constructie van de PV-panelen mag geen nieuw hellend dak vormen. Dit wordt als voorwaarde van de vergunning opgenomen.
De aanvraag voorziet geen gemeenschappelijke ruimte voor afvalverzameling, conform artikel 26 van de bouwcode. Gelet op het feit dat er in deze ontwikkeling de nodige sorteerstraten voorzien worden, kan hiervan afgeweken worden. Daarnaast wordt opgemerkt dat de deur van de ruimte voor de distributiecabine open over het openbaar domein, waardoor de aanvraag in strijd is met artikel 14 van de bouwcode. Hierop kan een afwijking toegestaan worden aangezien de gebruiksfrequentie van deze ruimte eerder laag is.
De aanvraag is eveneens strijdig met verschillende artikels van de verordening toegankelijkheid. Zo wijkt de aanvraag af van artikel 18 omwille van een te groot niveauverschil bij de overgang tussen binnen- en buitenruimtes. Om aan dit artikel te kunnen voldoen, wordt als voorwaarde opgelegd dat de binnenvloerpas van het gebouw drie centimeter lager dient te worden voorzien. Daarnaast is het onduidelijk of de liftkoker voldoende ruim is om een lift van het type 2 in te voorzien, zoals omschreven in de EN 81-70. Als voorwaarde bij vergunning wordt om die reden opgelegd dat er moet voldaan worden aan de bepalingen van artikel 21 uit de verordening toegankelijkheid.
Mits voldaan aan de opgestelde voorwaarden voldoet de voorliggende aanvraag aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot en is de aanvraag vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. bijgevoegd advies van Fluvius met voorwaarden is strikt na te leven vanaf de aanvang van het project;
3. de fietsenstalling voor 16 fietsen dient op eigen terrein volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode (artikel 29) ingericht te worden
4. de PV-panelen die voorzien worden in de ‘ruimte voor PV-panelen’ zoals genoteerd op het inplantingsplan dienen achter elkaar te worden geplaatst met een maximale hoogte tot 1,50 m, waarbij de ondersteunende constructie geen nieuw hellend dak vormt, conform artikel 36 van de bouwcode;
5. alle aansluitingen aan het, openbaar te maken, openbaar domein dienen besproken te worden met de stedelijke dienst ontwerp en uitvoering;
6. het gelijkvloerse appartement (app. 0.02) in te richten als praktijkruimte, al dan niet verbonden met de bovenliggende woning en een ruimte voor het stallen van fietsen, zodat voldaan wordt aan artikel 29 van de bouwcode;
7. het bescheiden woonaanbod in uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid strikt na te leven;
8. het hemelwater van de verharde grondoppervlakten en de overloop van de private hemelwatervoorzieningen van de gebouwen collectief op te vangen in wadi's en grachten voor infiltratie en buffering op openbaar domein. De gebouwen dienen altijd van een groendak of hemelwaterput te worden voorzien, te berekenen conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening;
9. de vloerpas van het gelijkvloers dient lager voorzien te worden, zodat voldaan wordt aan artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;
10. de lift dient qua afmetingen te voldoen aan artikel 21 van de verordening toegankelijkheid;
11. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Geadviseerde rubriek
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA. |
2 x 630 kVA |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 augustus 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
12 september 2019 |
Start openbaar onderzoek |
20 september 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
19 oktober 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
26 december 2019 |
Verslag GOA |
6 december 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel en Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
20 september 2019 |
19 oktober 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. bijgevoegd advies van Fluvius met voorwaarden is strikt na te leven vanaf de aanvang van het project;
3. de fietsenstalling voor 16 fietsen dient op eigen terrein volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode (artikel 29) ingericht te worden
4. de PV-panelen die voorzien worden in de ‘ruimte voor PV-panelen’ zoals genoteerd op het inplantingsplan dienen achter elkaar te worden geplaatst met een maximale hoogte tot 1,50 m, waarbij de ondersteunende constructie geen nieuw hellend dak vormt, conform artikel 36 van de bouwcode;
5. alle aansluitingen aan het, openbaar te maken, openbaar domein dienen besproken te worden met de stedelijke dienst ontwerp en uitvoering;
6. het gelijkvloerse appartement (app. 0.02) in te richten als praktijkruimte, al dan niet verbonden met de bovenliggende woning en een ruimte voor het stallen van fietsen, zodat voldaan wordt aan artikel 29 van de bouwcode;
7. het bescheiden woonaanbod in uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid strikt na te leven;
8. het hemelwater van de verharde grondoppervlakten en de overloop van de private hemelwatervoorzieningen van de gebouwen collectief op te vangen in wadi's en grachten voor infiltratie en buffering op openbaar domein. De gebouwen dienen altijd van een groendak of hemelwaterput te worden voorzien, te berekenen conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening;
9. de vloerpas van het gelijkvloers dient lager voorzien te worden, zodat voldaan wordt aan artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;
10. de lift dient qua afmetingen te voldoen aan artikel 21 van de verordening toegankelijkheid;
11. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het advies met referentie BW/SVDB/2019/G.00159.A5.0010
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA. |
2 x 630 kVA |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 13 december 2019 voor onbepaalde duur.