Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019110928 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Dirk Ponnet met als adres Scheldedijk 30 te 2070 Zwijndrecht |
Gegevens van de exploitant: |
VVZRL THV DEC-DI met als adres Scheldedijk 30 te 2070 Zwijndrecht |
Ligging van het project: |
D'Herbouvillekaai 80, Olieweg 95 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9 sectie I nrs. 2840R, 2843W, 2908A, 2909D, 2910D, 2910C, 2910A, 2910E en 2910F |
Inrichtingsnummer: |
20190619-0087 (Blue Gate) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
exploiteren van een mobiele Tiger Power Unit voor de productie en opslag van hernieuwbare energie |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 20 september 2019 nam het college van burgemeester en schepenen akte van een melding voor een bouwwerf op de site van Blue-Gate. De aktename met referentie OMV_2019080545 betrof de exploitatie van onder andere een werfinrichting met een mobiele breker.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de huidige aanvraag betreft de exploitatie van een modulair plug & play systeem voor de productie en opslag van hernieuwbare energie.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
16.1.b)1° |
de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, met een productiecapaciteit van 1 Nm³/uur tot en met 10 Nm³/uur; |
1 Nm³/uur |
17.1.2.2.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter. |
6.800 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
4 oktober 2019 |
30 oktober 2019 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
29 november 2019 |
4 december 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
3 oktober 2019 |
15 november 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor stedelijke activiteiten, gemengd regionaal bedrijventerrein en specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Petroleum- Zuid : Gevangenis en technische schoolcampus, goedgekeurd op 29 maart 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor een tijdelijke exploitatie van een mobiele Tiger Power Unit om de werfkeet gedurende de periode van de saneringswerken op een alternatieve wijze te voorzien van elektriciteit.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de volgende handelingen die betrekking hebben op de bodemsanering, als ze opgenomen zijn in een conform verklaard bodemsaneringsproject en als er geen verhardingen worden aangelegd:
1° het plaatsen, veranderen of verwijderen van ondergrondse constructies of installaties;
2° het verwijderen en aanvullen van grond tot op de hoogte van het oorspronkelijke maaiveld;
3° het gedurende een periode van minder dan 6 maanden plaatsen van bovengrondse constructies of installaties.
Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de tijdelijke plaatsing van verplaatsbare constructies tijdens de uitvoering van vergunde verbouwingen of herbouwingen van gebouwen, meldingsplichtige verbouwingen of herbouwingen waarvan akte is genomen of van vergunning vrijgestelde verbouwingen als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de constructies worden gebruikt om functies in onder te brengen die door de uitvoering van de handelingen niet meer kunnen plaatsvinden in de te verbouwen of herbouwen gebouwen;
2° de constructies worden niet langer dan twee jaar geplaatst in geval van vergunde of meldingsplichtige verbouwingen of herbouwingen en niet langer dan een jaar in geval van verbouwingen die vrijgesteld zijn van vergunning;
3° de maximale hoogte is beperkt tot 3,5 meter;
4° bij plaatsing op een goed dat niet tot het openbaar domein behoort, wordt de constructie op minimaal twee meter afstand van de zijdelingse en van de achterste perceelsgrens geplaatst;
5° de constructies worden verwijderd binnen dertig dagen nadat de verbouwde of herbouwde gebouwen in gebruik zijn genomen.
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gewestelijke, provinciale of gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen.
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg, minder dan vijftien jaar oude verkavelingsvergunningen of minder dan vijftien jaar oude omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden die niet opgenomen zijn in de gemeentelijke lijst, opgemaakt in toepassing van artikel 4.4.1, § 3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het voorwerp van de huidige aanvraag betreft de exploitatie van een modulair plug & play systeem voor de productie en opslag van hernieuwbare energie. Deze mobiele “Power Unit” is een netonafhankelijk systeem. Hemelwater wordt er door middel van elektrolyse (gevoed door zonne-energie) omgezet tot waterstof dewelke opgeslagen kan worden en later opnieuw omgezet (via een brandstofcel) tot energie. Het systeem beschikt ook over klassieke batterijen om energie op te slaan.
Deze modulaire installatie bestaat uit enerzijds een geïntegreerde module met zonnepanelen, batterijen, batterijladers en omvormers die binnen 30 minuten operationeel is, anderzijds een opslagmodule die elektrische energie voor langere periodes opslaat onder de vorm van waterstof. De opslagmodule wordt ingebracht in een omgebouwde 20-voet-container ingedeeld in compartimenten.
De omzetting naar waterstof gebeurt door middel van 1, 2 of 3 modulaire electrolyseapparaten met elk een debiet van 500 liter/uur op 30 bar.
Het waterstofopslagsysteem bestaat uit 4 tot 8 opslagtanks van 850 liter. De tanks zijn van het type I (uit metaal) en zijn getest en gecertifieerd door Bureau Veritas conform PED 2014/68/EU. Dit is de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het op de markt aanbieden van drukapparatuur.
Alle uitgangen van overdrukventielen, purgeerleidingen enzovoort, worden gecollecteerd in een gemeenschappelijk ventiel en geloosd op een veilige hoogte en locatie; boven de zonnepanelen en elektrische aansluitingen. De opslagmodule kan uitgerust worden met een uitgaand vermogen van de brandstofcel van 5 kW à 15 kW. Deze installatie is voorzien voor een vermogen van 5 kW.
Milieutechnisch wordt de productie én de opslag van waterstof onder de Vlarem-rubrieken 16.1 en 17.1.2. aangevraagd. Verder wordt een deel van de Vlarem-rubrieken die eerder werden opgenomen in de milieumelding met referentie OMV_2019080545 nu opgenomen in de huidige aanvraag. Het betreft een bronbemaling, brandstofopslag, een verdeelslang en de opslag van brandbare vloeistoffen. De rubriek voor de koeling van werfketens is niet aangevraagd. Na overleg met de exploitant is gebleken dat de betreffende rubriek 16.3 nog steeds van toepassing én dient opgenomen te worden in de huidige vergunning. De milieumelding OMV_2019080545 omvat voortaan enkel nog de puinbreker.
Voor zover geweten is, is het de eerste keer dat dergelijke energie-units ingezet worden op het Antwerpse grondgebied. Dit nieuwe type generatoren veroorzaakt geen lucht- of bodemverontreinigingen én is ook veel stiller dan de klassieke dieselaggregaten. Het potentieel van dit duurzaam alternatief is ongetwijfeld groot in een stedelijke context. De inzet van dergelijke units op grote werven of festivals zal mogelijks belemmerd worden door het beperkt gegenereerd vermogen van 5 à 15 kW, daar waar door een klassieke aggregaat 200 kVA of meer gegenereerd wordt.
De omgevingsvergunning heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III, II of I van het mer-besluit van 2013. Bijgevolg zijn er geen aanzienlijke effecten ten gevolge van het project te verwachten.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale voorwaarden, wordt vanuit milieutechnisch oogpunt positief advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
16.1.b)1° |
de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, met een productiecapaciteit van 1 Nm³/uur tot en met 10 Nm³/uur; |
1 Nm³/uur |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
22,70 kW |
17.1.2.2.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter. |
6.800 liter |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
50.000 liter |
6.5.1° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; |
2 verdeelslangen |
16.1.b)1° |
de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, met een productiecapaciteit van 1 Nm³/uur tot en met 10 Nm³/uur; |
1 Nm³/uur |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
22,70 kW |
17.1.2.2.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter; |
6.800 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
20 ton |
53.2.2°b)1° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld. |
30.000 m³/jaar |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
11 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
11 oktober 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
9 november 2019 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
29 november 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
16 januari 2020 |
Verslag GOA |
12 december 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
11 oktober 2019 |
9 november 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2019/G.00425.A2.0013.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
50.000 liter |
6.5.1° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; |
2 verdeelslangen |
16.1.b)1° |
de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, met een productiecapaciteit van 1 Nm³/uur tot en met 10 Nm³/uur; |
1 Nm³/uur |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
22,70 kW |
17.1.2.2.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter; |
6.800 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
20 ton |
53.2.2°b)1° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld. |
30.000 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 20 december 2019 voor onbepaalde duur.