Terug
Gepubliceerd op 23/12/2019

2019_CBS_10529 - Omgevingsvergunning - OMV_2019125961. Moerelei zn. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10529 - Omgevingsvergunning - OMV_2019125961. Moerelei zn. District Hoboken - Goedkeuring 2019_CBS_10529 - Omgevingsvergunning - OMV_2019125961. Moerelei zn. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019125961

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Kirsten Tuyteleers met als adres Heuvelstraat 60 te 2620 Hemiksem

Ligging van het project:

Moerelei ZN te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 37sectie C nr. 658B

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van schuilhokken voor paarden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          13/08/2019: PV (AN.66.RZ.200091/2019) voor het plaatsen van constructies (stallingen, afdak) in parkgebied;

-          14/12/2018: niet-aktename (2017144) voor het plaatsen van schuilstallingen.

Vergunde toestand

Nvt.

Huidige toestand

-          weide gelegen aan de Moerelei, opgedeeld via ‘vierslagstelsel’ voor grasherstel na begrazing;

-          schuilhokken voor paarden in het midden van de weide:

  • schuilhok van 25m² in hout met één open zijde;
  • schuilhok van 24m² in metalen platen, onderverdeeld in 2 delen met tussenschot op schofthoogte, 2 poorten en open gedeelte boven de poorten;
  • schuilhok/berging van 9m² tussen het houten en het metalen schuilhok;

-          luifel met oppervlakte van 23m² voor de opslag van hooi, voeder en materialen;

-          hoogste punt van het dak: 2.70m.

Gewenste toestand

-          idem aan de huidige toestand aangevuld met de aanplanting van 2 bomen.

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van schuilhokken voor paarden.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

28 oktober 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

28 oktober 2019

7 november 2019

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

28 oktober 2019

4 november 2019

stadsontwikkeling/ ruimte

28 oktober 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De bouwcode is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat de regularisatie van schuilhokken voor paarden en is gelegen in parkgebied volgens gewestplan. De omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de gewestplannen vermeldt dat in de graasweiden gelegen in parkgebieden schuilhokken zijn toegestaan voor zover de begrazing past in het beheer dat voor de bestemming van het betreffende gebied noodzakelijk is. Het advies van de voor natuur en/of groenbeheer bevoegde administratie moet o.m. de inpasbaarheid in het beheer beoordelen. Bijgevolg werd de vergunningsaanvraag getoetst aan de visie van het Groenplan van de stad Antwerpen, werd de stedelijke dienst voor groen om advies gevraagd alsook het Agentschap Natuur & Bos.

 

In het Groenplan van de stad Antwerpen maakt de locatie van de aanvraag deel uit van de ‘Zuidelijke kamers’. De Zuidelijke kamers worden getypeerd door uitgesproken stedelijke kenmerken in gebruik en inrichting. De druk op dit landschap is groot door harde recreatie maar ook met betrekking tot de verpaarding van het landschap. Verpaarding gaat vaak samen met verrommeling van het landschap. Paarden hebben van nature ook voldoende loopruimte nodig. Teveel paarden op een kleine oppervlakte zorgen voor een verschraling. Het recreatief houden van paarden kan harmonieus samengaan met landschapsversterking door het aantal dieren per oppervlakte te beperken. Als richtlijn voor duurzame begrazing stelt het Groenplan 3 paarden of 10 pony’s per hectare. Verder stelt het Groenplan dat de landschappelijke impact van hobbypaarden kan beperkt worden door aandacht te geven om schuilhokken gegroepeerd te plaatsen op bescheiden plaatsen met gebruik van natuurlijke kleuren of materialen die hen laten opgaan in de omgeving. Omheiningen sluiten best aan bij bestaande beken, hagen of houtkanten of deze elementen worden langs de afsluiting voorzien. Uniformiteit en een neutrale kleur beperken de impact.

 

De stedelijke dienst voor groen geeft gunstig advies “tot zo lang dit perceel als paardenweide wordt gebruikt. Ook weidegebied heeft voor een grote natuurwaarde getuige de aanwezigheid van de boerenzwaluw.”

 

Het advies van het Agentschap Natuur & Bos legt de nadruk op het aspect “schuilhok”. Een permanente stalling is niet toegelaten, een schuilhok wel. Het Agentschap Natuur & Bos heeft echter de indruk dat de aanvraag een regularisatie omvat voor permanente stallingen en dergelijke constructies zijn niet aanvaardbaar binnen groenbestemmingen. Het advies van het Agentschap Natuur & Bos benadrukt dat de maximale begrazingsdruk in het groeiseizoen van de vegetatie (april tot oktober) 2 grootvee-eenheden per hectare is, wat neerkomt op maximaal 4 paarden gelet op de perceelsoppervlakte van 2 hectare waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Het Groenplan Antwerpen nuanceert het verschil tussen paarden en pony’s en stelt 3 paarden of 10 pony’s per hectare als richtlijn voor een duurzame begrazing. De aanvraag maakt melding van 1 paard en 4 pony’s voor een perceelsoppervlakte van 2 ha. Er kan gesteld worden dat het aantal dieren geen begrazingsdruk veroorzaakt. Indien de constructies als schuilhok kunnen beoordeeld worden (zie ‘Omgevingstoets’), is de aanvraag functioneel verenigbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat 1 schuilhok van 25 m², 1 schuilhok van 9m² en 2 schuilhokken van 12m² die in het midden van de weide zijn geplaatst. De totale oppervlakte van alle schuilhokken bedraagt 58m² en overschrijdt daarmee de maximale totale oppervlakte van 40m² om te kunnen voldoen aan het vrijstellingsbesluit. De schuilhokken zijn aan elkaar geregen en vormen een langgerekt volume van 3,6 meter op 17 meter. Achter dit volume is een luifel aangebracht voor de opslag van hooi, voeder en materiaal.

 

Een schuilhok wordt gedefinieerd in de omzendbrief met betrekking tot de toepassing van de gewestplannen als een eenvoudige constructie, waarin één of meer weidedieren tijdelijk kunnen verblijven. Schuilhokken zijn geenszins uitgerust zoals stallen, die bestemd zijn voor het permanent huisvesten van dieren. Uit het bouwplan moet duidelijk blijken dat het gaat om een schuilplaats voor dieren tegen de weersomstandigheden en dat het geenszins mag gaan om een constructie die kan gebruikt worden voor verblijf van mensen of permanente stalling van dieren. Volgende voorwaarden moeten gezamenlijk vervuld zijn:

1.      De te bouwen schuilhokken dienen opgericht te worden in graasweiden, welke ruimtelijk geïsoleerd zijn van het bedrijf of de woonplaats van de aanvrager.

2.      De aanvrager moet effectief dieren houden, dan wel zijn grond ter beschikking stellen van iemand die effectief dieren houdt. Hierbij is het zonder belang of de aanvrager al dan niet een volwaardig landbouwbedrijf uitbaat.

3.      De op te richten constructie dient ondubbelzinnig alle eigenschappen te vertonen van een schuilhok. Meer in het bijzonder moet dat blijken uit de beperkte afmetingen, de eenvoud van de constructie (met één zijde grotendeels of volledig open en te allen tijde met eenvoudige middelen volledig verwijderbaar) en de gebruikte materialen (bij voorkeur hout). De omvang van het schuilhok moet ook in verhouding zijn tot de begraasbare oppervlakte en de aard en het aantal dieren waarvoor het bestemd is, zodat a priori geen eenduidige afmetingen kunnen vooropgesteld worden.

 

Aanvullend geeft het Agentschap Natuur en Bos een aantal bijkomende richtlijnen in hun advies :

-          betonnen funderingen zijn niet toegestaan;

-          maximale vloeroppervlakte van 5m² per dier voor grootvee zoals paarden;

-          tussenschotten en bergplaatsen (voor opslag van hooi, stro, materialen) worden niet aanvaard.

 

Conform de informatie in de beschrijvende nota betreft de weide uit de aanvraag een graasweide die niet verbonden is aan de woonplaats van de aanvrager en houdt de aanvrager dieren zonder effectief een landbouwbedrijf uit te baten. De aanvraag voldoet aan de eerste 2 voorwaarden.

 

De schuilhokken zijn zonder vloerplaten of betonnen funderingen uitgevoerd. Het houten schuilhok is zonder tussenschot opgericht en heeft een oppervlakte van 25m². Dit schuilhok voldoet bijgevolg aan de definitie uit de omzendbrief en de bijkomende richtlijnen van het Agentschap Natuur & Bos. Het metalen schuilhok bevat tussenschotten tot op schofthoogte van de dieren en slechts beperkte openingen en 2 poorten. In dit schuilhok zijn boerenzwaluwen gevestigd. De boerenzwaluw is een beschermde vogelsoort en keert ieder jaar terug naar dezelfde nestplaats. De wetgeving op het soortenbesluit verbiedt om nesten van beschermde vogelsoorten opzettelijk te vernielen, te beschadigen of weg te nemen. Gezien het schuilhok slechts beperkte openingen, poorten en tussenschotten heeft, voldoet dit schuilhok niet aan de definitie uit de omzendbrief en de bijkomende richtlijnen van het Agentschap Natuur & Bos. De ruimte tussen beide schuilhokken is opgevuld als een derde schuilhok dat eveneens door een poort kan worden afgesloten. Ook dit schuilhok voldoet niet aan de definitie uit de omzendbrief en de bijkomende richtlijnen van het Agentschap Natuur & Bos. Het feit dat er meerdere schuilhokken zijn wordt gemotiveerd door het apart kunnen bijvoederen van 2 van de wedstrijdpony’s. De overige pony en het paard hebben geen behoefte aan extra krachtvoer. Gezien de duidelijke motivatie voor 2 aparte schuilhokken en gezien de aanwezigheid van de beschermde boerenzwaluwen, kunnen het houten schuilhok en het metalen schuilhok gunstig geadviseerd worden. Het metalen schuilhok zal echter aan één zijde grotendeels moeten opengewerkt worden om te voldoen aan de definitie van schuilhok uit de omzendbrief en de tussenschotten moeten verwijderd worden. De ruimte tussen beide schuilhokken, die een functie als schuilhok/berging vervult, dient verwijderd te worden.

 

De luifel voor opslag van hooi en materiaal voldoet niet aan de definitie uit de omzendbrief en de bijkomende richtlijnen van het Agentschap Natuur & Bos en kan niet gunstig beoordeeld worden. De luifel dient verwijderd te worden.

 

De inplanting van de schuilhokken is ingegeven door meerdere redenen:

-          de ligging van de leidingen van Air Liquide, ongeveer gesitueerd op 3 meter ten noorden van de Moerelei, in de weide. Het plaatsen van schuilhokken binnen een straal van 15 meter van de ligging van de leidingen is niet toegelaten;

-          de mogelijkheid om de weide die een oppervlakte heeft van 2ha in te delen in 4 aparte delen om een goed graasbeheer te garanderen en de dieren regelmatig te verzetten op een ander deel van de weide.

De inplanting van de schuilhokken kan gunstig beoordeeld worden.

 

Om de landschappelijke inpasbaarheid van de schuilhokken te verhogen worden 2 bomen aangeplant. Dit wordt gunstig beoordeeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de luifel voor opslag van hooi, voeder en materiaal te verwijderen;

2.      de ruimte tussen het houten en metalen schuilhok die dienst doet als berging/schuilhok te verwijderen;

3.      het tussenschot in het metalen schuilhok te verwijderen;

4.      het metalen schuilhok aan één zijde grotendeels open te werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

28 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 december 2019

Verslag GOA

15 december 2019

naam GOA

Christel Bogaerts

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de luifel voor opslag van hooi, voeder en materiaal te verwijderen;

2.      de ruimte tussen het houten en metalen schuilhok die dienst doet als berging/schuilhok te verwijderen;

3.      het tussenschot in het metalen schuilhok te verwijderen;

4.      het metalen schuilhok aan één zijde grotendeels open te werken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.