Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018139338 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA ANTWERPSE IMMO - SERVICE met als adres Italiëlei 98B bus 0 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Nieuwstad 14 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 3sectie C nr. 718E |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers en 4 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1976-31/12/1992: opname in de inventaris bouwkundig erfgoed als geheel/ straat;
- 13/07/2018: opname in vergunningenregister (201831) voor een kapsalon met 4 woonentiteiten.
Laatst vergunde toestand
- het pand maakt deel uit van een eenheidsbebouwing met meergezinswoningen;
- de gebouwen zijn opgetrokken met lijstgevels van sierbaksteen opgehoogd met gekleurde banden;
- het betreffende pand bestaan uit 4 bouwlagen en een mansardedak;
- het is ingericht met kapsalon (functie handel) op het gelijkvloers 4 bovenliggende appartementen.
Bestaande toestand
- conform laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwing van een bestaande meergezinswoning (4 appartementen) en commercieel gelijkvloers (kapsalon);
- uitbreiding achterbouw en dakverdieping;
- toevoegen van twee dakkapellen in het dak vooraan;
- optrekken van de mansarde achteraan tot 17,88m;
- het dak wordt voorzien van zinken afwerking en opgehoogd tot 18,18m;
- ophogen van de achterbouw (tegen linker perceelsgrens) tot aan de kroonlijst (15,30m);
- ophogen linker scheidsmuur achteraan;
- nieuwe achterbouw wordt voorzien van isolatie aan de exterieurzijde en crepi;
- wijzigen van de interne vloerplaten van de voormalige entresol;
- het gebruik van de kelder wordt geoptimaliseerd door inrichting van een berging voor de handelszaak, 4 private bergingen voor de appartementen en een fietsenberging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
14 januari 2019 |
7 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
14 januari 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
14 januari 2019 |
16 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
14 januari 2019 |
28 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - reca (r) en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- artikel 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:
De afstand tussen de dakkapellen aan de voorzijde bedraagt 0,9 m, waar dit minstens 1 m moet zijn. De breedte van de dakkapel achteraan bedraagt 3,60 m, waar die maximaal 1,50 m mag zijn.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
In het achterste dakvlak wordt tegen de rechter perceelsgrens een dakkapel geplaatst. De breedte van de dakkapel bedraagt 3,60 m en is in strijd met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Gezien de ligging achteraan, is de nieuwe dakkapel niet zichtbaar vanop het openbaar domein. De dakkapel wordt uitgevoerd binnen het gabarit van de aanpalende, waardoor de ingreep niet leidt tot een verlies van zonlichttoetreding of ruimtelijke kwaliteit van de flankerende. De aanpassing achteraan wordt ook gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst monumentenzorg, daar deze geen storende impact heeft op de historische waarde van het pand of op de omgeving. Om bovenstaande redenen wordt de afwijkende breedte van de dakkapel achteraan toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de verbouwing en herinrichting van een bestaand handelspand met 4 appartementen. De bestemming van het pand wijzigt niet en de aanvraag heeft dus geen invloed op de functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bestaande pand is opgebouwd met een hoofdvolume en een achterliggende entresol. De aanvraag beoogt een ophoging van de bestaande achterbouw tot onder de kroonlijst. Deze werken resulteren tot een verhoging van de linker scheidsmuur. De uitbreiding van het pand leidt niet tot een onaanvaardbaar verlies van lichtinval voor het buurpand. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er dan ook geen principieel bezwaar tegen de vooropgestelde volume uitbreiding.
Visueel-vormelijke elementen
Cultuurhistorische aspecten
Het pand maakt deel uit van een geheel van drie meergezinswoningen in art-nouveaustijl met kapsalon, restaurant en café. De datering situeert zich vóór WO I. De stijl wordt gekenmerkt door een gematigde art-nouveaustijl. Binnenin het gebouw zijn geen opvallende karakteristieken waarneembaar. De gevel bestaat uit drie traveeën en is opgetrokken uit licht-beige bakstenen in massief metselwerk met ornamenten in gekleurde baksteenlagen en blauwe hardsteen, ingewerkt rond de ramen, deuren, druiplijsten en de gevelplint. Het gebouw bestaat uit 4 bouwlagen onder een afgesneden zadeldakvorm waarbij het platte dak afhelt naar de achterzijde. De aanbouw sluit op de half-verdiepingen aan op de tussenbordessen van de trap.
Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de vermelding in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.
Het complex in kwestie heeft een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde. Het behoort tot de authentieke bebouwing, namelijk de typisch vroeg 20ste-eeuwse winkelwoonhuizen. Aan de indeling en positionering van de functionele ruimtes (sanitair in de achterbouw) gaat het mogelijk om een vorm van huurkazernes. dezelfde vorm en structuur als moment van ontstaan zijn nog afleesbaar. Bovendien werd het pand samen met het linker- en rechterbuurpand opgetrokken.
Men wenst de achterbouw te slopen en te vervangen door een nieuw volume op dezelfde pas. Vanuit oogpunt monumentenzorg is hiertegen geen bezwaar. Een huurkazerne was een opbrengsteigendom waarvan de inrichting zeer sober was. De voornaamste ruimtes bevonden zich sowieso in het voorhuis, wat bewaard blijft.
Bij panden met een stadslandschappelijke waarde, wordt er ingezet op het behoud van volume, schaal en korrel. Anderzijds wordt bijzondere aandacht gevraagd voor de gevel. In de dakverdieping van het voorhuis wordt een zelfstandige woonentiteit ingericht. Hiervoor wordt de dakvorm achteraan aangepast en de nok een klein beetje verhoogd. Het dak wordt uitgevoerd in zink en ingevuld met 2 dakkapellen. Vanuit oogpunt monumentenzorg geen principieel bezwaar tegen de plaatsing van dakkapellen. Deze werden ook voorzien in het dakvlak van de rechterbuur. Alleen zijn de dakkapellen niet in verhouding tot het dakvlak en de onderliggende gevelopeningen. Ze zijn te hoog waardoor ze zeer dominant aanwezig zullen zijn in het dakvlak. Gezien de beeldbepalende inplanting op een plein zijn de dakkapellen zichtbaar vanop een grote afstand.
Uit de stedenbouwkundige beoordeling van de dakkapellen blijkt dat deze niet voldoen aan de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Om deze in overeenstemming te brengen met de voorschriften en rekening houdende met het advies inzake erfgoed, wordt als voorwaarde opgelegd om de dakkapellen in breedte en hoogte te beperken. De breedte van de dakkapellen mag maximaal 1,40 m bedragen en de hoogte dient beperkt tot maximaal 1,60 m. De tussenafstand moet minstens 1 m bedragen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvrager opteert om de scheidsmuur achteraan te voorzien van isolatie en een afwerking tot over de perceelsgrenzen. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de uitgevoerde handelingen strijdig zijn met een contractuele verbintenis, dan blijft een eventuele vergunning onwerkzaam.
Het aanpalende perceel is in eigendom van de stad Antwerpen. In dat kader wordt gevraagd aan de aanvrager om contact op te nemen met de afdeling contracten (Vastgoed.Contracten@antwerpen.be ) van de bedrijfseenheid Vastgoed Antwerpen voor de opmaak van een overeenkomst tot toelating voor het plaatsen van isolatie tegen de achtergevel.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afmetingen van de dakkapellen vooraan te beperken tot een breedte van maximaal 1,40 m en een hoogte van maximaal 1,60 m. De tussenafstand tussen beide dakkapellen moet minstens 1 m bedragen;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
19 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
14 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
21 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
19 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
29 april 2019 |
Verslag GOA |
8 april 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
21 januari 2019 |
19 februari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afmetingen van de dakkapellen vooraan te beperken tot een breedte van maximaal 1,40 m en een hoogte van maximaal 1,60 m. De tussenafstand tussen beide dakkapellen moet minstens 1 m bedragen;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.